聖經新譯本

Dutch Staten Vertaling

1 Kings

15

1亞比央作猶大王(代下13:1~14:1)尼八的兒子耶羅波安王第十八年,亞比央登基作猶大王。
1In het achttiende jaar nu van den koning Jerobeam, den zoon van Nebat, werd Abiam koning over Juda.
2他在耶路撒冷作王三年,他的母親名叫瑪迦,是押沙龍的女兒。
2Hij regeerde drie jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Maacha, een dochter van Abisalom.
3亞比央行他父親在他以前所行的一切罪惡。他的心不完完全全歸向耶和華他的 神,像他先祖大衛的心一樣。
3En hij wandelde in al de zonden zijns vaders, die hij voor hem gedaan had; en zijn hart was niet volkomen met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David.
4然而,耶和華他的 神卻因大衛的緣故,使他在耶路撒冷仍然有燈光,興起他的兒子接續他作王,並且堅立耶路撒冷。
4Maar om Davids wil, gaf de HEERE, zijn God, hem een lamp in Jeruzalem, verwekkende zijn zoon na hem, en bevestigende Jeruzalem.
5因為除了赫人烏利亞那事以外,大衛都行耶和華看為正的事,一生之中從來沒有偏離耶和華所吩咐他的一切。
5Omdat David gedaan had wat recht was in de ogen des HEEREN, en niet geweken was van alles, wat Hij hem geboden had, al de dagen zijns levens, dan alleen in de zaak van Uria, den Hethiet.
6亞比央一生的日子中,羅波安與耶羅波安之間常有戰爭。
6En er was krijg geweest tussen Rehabeam en tussen Jerobeam, al de dagen zijns levens.
7亞比央其餘的事蹟和他所行的一切,不是都寫在猶大列王的年代誌上嗎?亞比央與耶羅波安之間常有戰爭。
7Het overige nu der geschiedenissen van Abiam, en alles, wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda? Er was ook krijg tussen Abiam en tussen Jerobeam.
8亞比央與他的列祖同睡,人們把他埋葬在大衛城裡,他的兒子亞撒繼承他作王。
8En Abiam ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad Davids; en Asa, zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
9亞撒作猶大王(代下14:1~15:18)以色列王耶羅波安第二十年,亞撒登基作猶大王。
9In het twintigste jaar van Jerobeam, den koning van Israel, werd Asa koning over Juda.
10他在耶路撒冷作王四十一年。他的祖母名叫瑪迦,是押沙龍的女兒。
10En hij regeerde een en veertig jaren te Jeruzalem, en de naam zijner moeder was Maacha, een dochter van Abisalom.
11亞撒行耶和華看為正的事,像他祖大衛一樣。
11En Asa deed wat recht was in de ogen des HEEREN, gelijk zijn vader David.
12他從國中除去廟妓,又除掉他列祖所做的一切偶像。
12Want hij nam weg de schandjongens uit het land, en deed weg al de drekgoden, die zijn vaders gemaakt hadden.
13並且廢除他祖母瑪迦太后的后位,因為她為亞舍拉做了可怕的偶像。亞撒把她那可怕的偶像砍下來,在汲淪溪旁燒掉。
13Ja, zelfs zijn moeder Maacha zette hij ook af, dat zij geen koningin ware, omdat zij een afgrijselijken afgod in een bos gemaakt had; ook roeide Asa uit haar afgrijselijken afgod, en verbrandde hem aan de beek Kidron.
14只是邱壇還沒有廢去;不過亞撒一生都完完全全歸向耶和華。
14De hoogten werden wel niet weggenomen; nochtans was het hart van Asa volkomen met den HEERE, al zijn dagen.
15亞撒把他父親所分別為聖和他自己所分別為聖的金銀和器皿,都帶到耶和華的殿裡。
15En hij bracht in het huis des HEEREN de geheiligde dingen zijns vaders, en zijn geheiligde dingen, zilver, en goud, en vaten.
16亞撒與巴沙的戰爭(代下16:1~17:1)亞撒與以色列王巴沙在世的日子,雙方常有戰爭。
16En er was krijg tussen Asa en tussen Baesa, den koning van Israel, al hun dagen.
17以色列王巴沙上來攻擊猶大,修築拉瑪,不准人進出到猶大王亞撒那裡。
17Want Baesa, de koning van Israel, toog op tegen Juda, en bouwde Rama; opdat hij niemand toeliet uit te gaan en in te komen tot Asa, den koning van Juda.
18於是亞撒把耶和華殿和王宮的府庫裡所剩下的金銀,都交在他臣僕的手中。亞撒王差派他們到大馬士革的亞蘭王,希旬的孫子、他伯利們的兒子便.哈達那裡去,說:
18Toen nam Asa al het zilver en goud, dat overgebleven was in de schatten van het huis des HEEREN, en de schatten van het huis des konings, en gaf ze in de hand zijner knechten; en de koning Asa zond ze tot Benhadad, den zoon van Tabrimmon, den zoon van Hezion, den koning van Syrie, die te Damaskus woonde, zeggende:
19“你父與我父之間曾經立過約,我也要與你立約。現在我把金銀送給你作禮物,請你去廢除與以色列王巴沙所立的約,好使他離開我。”
19Er is een verbond tussen mij en tussen u, tussen mijn vader en tussen uw vader; zie, ik zend u een geschenk, zilver en goud; ga heen, maak uw verbond te niet met Baesa, den koning van Israel, dat hij aftrekke van tegen mij.
20便.哈達聽從亞撒王的話,派遣他的眾軍長去攻擊以色列的各城。他們攻破了以雲、但、亞伯.伯.瑪迦、基尼烈全境和拿弗他利全地。
20En Benhadad hoorde naar den koning Asa, en zond de oversten der heiren, die hij had, tegen de steden van Israel; en sloeg Ijon, en Dan, en Abel Beth-Maacha, en het ganse Cinneroth, met het ganse land Nafthali.
21巴沙聽見了,就停止修築拉瑪,仍然留在得撒。
21En het geschiedde, als Baesa zulks hoorde, dat hij afliet van Rama te bouwen, en hij bleef te Thirza.
22於是亞撒王通告猶大眾人,沒有一個人例外。他們就把巴沙修築拉瑪所用的石頭和木料運走;亞撒王用那些材料來修築便雅憫的迦巴和米斯巴。
22Toen liet de koning Asa door gans Juda uitroepen (niemand was vrij), dat zij de stenen van Rama, en het hout daarvan, zouden wegdragen, waarmede Baesa gebouwd had; en de koning Asa bouwde daarmede Geba-Benjamins, en Mizpa.
23亞撒其餘的一切事蹟,他的英勇事蹟,他所行的一切和他所建造的眾城,不是都寫在猶大列王的年代誌上嗎?可是他年老的時候,腳上卻患了病。
23Het overige nu van alle geschiedenissen van Asa, en al zijn macht, en al wat hij gedaan heeft, en de steden, die hij gebouwd heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda? Doch in den tijd zijns ouderdoms werd hij krank aan zijn voeten.
24亞撒與他的列祖同睡,與他的列祖一同埋葬在他祖大衛的城裡,他的兒子約沙法接續他作王。
24En Asa ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven met zijn vaderen, in de stad van zijn vader David; en zijn zoon Josafat werd koning in zijn plaats.
25拿答作以色列王猶大王亞撒第二年,耶羅波安的兒子拿答登基作以色列王;他作以色列王共二年。
25Nadab nu, de zoon van Jerobeam, werd koning over Israel, in het tweede jaar van Asa, den koning van Juda; en hij regeerde twee jaren over Israel.
26拿答行耶和華看為惡的事,跟隨他父親的路,犯他父親使以色列人陷在罪中的那罪。
26En hij deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en wandelde in den weg zijns vaders, en in zijn zonde, waarmede hij Israel had doen zondigen.
27以薩迦家族亞希雅的兒子巴沙密謀背叛拿答。拿答和以色列眾人正在圍攻非利士地的基比頓的時候,巴沙在基比頓把拿答殺了。
27En Baesa, de zoon van Ahia, van het huis van Issaschar, maakte een verbintenis tegen hem, en Baesa sloeg hem te Gibbethon, hetwelk der Filistijnen is, als Nadab en gans Israel Gibbethon belegerden.
28猶大王亞撒第三年,巴沙殺死了拿答接續他作王。
28En Baesa doodde hem, in het derde jaar van Asa, den koning van Juda, en werd koning in zijn plaats.
29巴沙一作王,就擊殺了耶羅波安的全家。凡有氣息的,他都沒有留下一個,直到滅盡了,正如耶和華藉著他的僕人示羅人亞希雅所說的話一樣。
29Het geschiedde nu, als hij regeerde, dat hij het ganse huis van Jerobeam sloeg; hij liet niets over van Jerobeam, wat adem had, totdat hij hem verdelgd had, naar het woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst van Zijn knecht Ahia, den Siloniet;
30這是因為耶羅波安所犯的罪,和他使以色列人陷在罪中的那罪,又因為他惹動耶和華以色列的 神的怒氣。
30Om de zonden van Jerobeam, die zondigde, en die Israel zondigen deed, en om zijn terging, waarmede hij den HEERE, den God Israels, getergd had.
31拿答其餘的事蹟和他所行的一切,不是都記在以色列諸王的年代誌上嗎?
31Het overige nu der geschiedenissen van Nadab, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israel?
32亞撒與以色列王巴沙在世的日子,雙方常常有爭戰。
32En er was oorlog tussen Asa en tussen Baesa, den koning van Israel, al hun dagen.
33巴沙作以色列王猶大王亞撒第三年,亞希雅的兒子巴沙在得撒登基作以色列的王,共二十四年。
33In het derde jaar van Asa, koning van Juda, werd Baesa, de zoon van Ahia, koning over gans Israel, te Thirza, en regeerde vier en twintig jaren.
34他行耶和華看為惡的事,行耶羅波安的路,犯了耶羅波安使以色列人陷在罪中的那罪。
34En hij deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en wandelde in den weg van Jerobeam, en in zijn zonde, waarmede hij Israel had doen zondigen.