1關於非利士的預言在法老攻擊迦薩以先,耶和華論到非利士人的話臨到耶利米先知。
1Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschiedde, tegen de Filistijnen; eer dat Farao Gaza sloeg.
2耶和華這樣說:“看哪!有水從北方漲起,成為一股氾濫的洪流,淹沒大地和地上的一切,淹沒城鎮和住在城中的居民。人必呼喊,地上所有的居民必哀號。
2Zo zegt de HEERE: Ziet, wateren komen op van het noorden, en zullen worden tot een overlopende beek, en overlopen het land en de volheid van hetzelve, de stad en die daarin wonen; en de mensen zullen schreeuwen, en al de inwoners des lands zullen huilen;
3因為聽見戰馬的蹄聲,還有戰車轔轔和車輪轆轆的響聲,作父親的雙手酸軟無力,不能照顧他們的兒女。
3Vanwege het geluid van het geklater der hoeven zijner sterke paarden, vanwege het geraas zijner wagenen, en het bulderen zijner raderen; de vaders zien niet om naar de kinderen, vanwege de slappigheid der handen;
4日子將到,非利士人必全遭毀滅,所有曾援助推羅和西頓仍然倖存的人必被剪除,因為耶和華要毀滅非利士人,就是迦斐託島餘剩的人。
4Vanwege den dag, die er komt om alle Filistijnen te verstoren, om Tyrus en Sidon allen overgeblevenen helper af te snijden; want de HEERE zal de Filistijnen, het overblijfsel des eilands van Kafthor, verstoren.
5迦薩成了禿頭的,亞實基倫靜默無聲(“靜默無聲”或譯:“被毀壞了”),在它們的平原上(“在它們的平原上”或參照《七十士譯本》譯作“亞衲族”﹝參書11:21~22﹞)餘剩的人哪,你們劃傷自己的身體要到幾時呢?”
5Kaalheid is op Gaza gekomen; Askelon is uitgeroeid, met het overblijfsel huns dals; hoe lang zult gij uzelven insnijdingen maken?
6耶和華的刀劍哪,你要到幾時才可停下來呢?請你入鞘吧!休息靜止吧!
6O wee, gij zwaard des HEEREN! Hoe lang zult gij niet stil houden? Vaar in uw schede, rust en wees stil!
7但耶和華既吩咐了它,又怎能停下來呢?他指派了它去攻擊亞實基倫和沿海一帶。
7Hoe zoudt gij stil houden? De HEERE heeft toch aan het zwaard bevel gegeven; tegen Askelon en tegen de zeehaven, aldaar heeft Hij het besteld.