聖經新譯本

Dutch Staten Vertaling

Matthew

3

1施洗約翰(可1:3~8;路3:2~17;約1:19~28)那時,施洗的約翰出來,在猶太的曠野傳道,
1En in die dagen kwam Johannes de Doper, predikende in de woestijn van Judea,
2說:“天國近了,你們應當悔改。”
2En zeggende: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
3以賽亞先知所說:“在曠野有呼喊者的聲音:‘預備主的道,修直他的路!’”就是指著這約翰說的。
3Want deze is het, van denwelken gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende: De stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht!
4約翰身穿駱駝毛的衣服,腰束皮帶,吃的是蝗蟲和野蜜。
4En dezelve Johannes had zijn kleding van kemelshaar, en een lederen gordel om zijn lenden; en zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honig.
5耶路撒冷、猶太全地和約旦河一帶的人都出來到他那裡去,
5Toen is tot hem uitgegaan Jeruzalem en geheel Judea, en het gehele land rondom de Jordaan;
6承認自己的罪,在約旦河裡受了他的洗。
6En werden van hem gedoopt in de Jordaan, belijdende hun zonden.
7約翰看見許多法利賽人和撒都該人也來受他的洗,就對他們說:“毒蛇所生的啊,誰指示你們逃避那將要來的忿怒呢?
7Hij dan, ziende velen van de Farizeen en Sadduceen tot zijn doop komen, sprak tot hen: Gij adderengebroedsels! wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?
8應當結出果子來,與悔改的心相稱。
8Brengt dan vruchten voort, der bekering waardig.
9你們心裡不要以為:‘我們有亞伯拉罕作我們的祖宗。’我告訴你們, 神能從這些石頭中給亞伯拉罕興起後裔來。
9En meent niet bij uzelven te zeggen: Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken.
10現在斧頭已經放在樹根上,所有不結好果子的樹,就砍下來,丟在火裡。
10En ook is alrede de bijl aan den wortel der bomen gelegd; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.
11我用水給你們施洗,表示你們悔改;但在我以後要來的那一位,能力比我更大,我就是替他提鞋也沒有資格。他要用聖靈與火給你們施洗。
11Ik doop u wel met water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens schoenen ik niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen.
12他手裡拿著簸箕,要揚淨麥場,把麥子收進倉裡,卻用不滅的火把糠秕燒盡。”
12Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren, en Zijn tarwe in Zijn schuur samenbrengen, en zal het kaf met onuitblusselijk vuur verbranden.
13耶穌受洗(可1:9~11;路3:21~22)那時,耶穌從加利利來到約旦河約翰那裡,要受他的洗。
13Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden.
14約翰想要阻止他,說:“我應該受你的洗,你卻到我這裡來嗎?”
14Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij?
15耶穌回答:“暫且這樣作吧。我們理當這樣履行全部的義。”於是約翰答應了他。
15Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af.
16耶穌受了洗,立刻從水中上來;忽然,天為他開了,他看見 神的靈,好像鴿子降下來,落在他身上;
16En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen.
17又有聲音從天上來,說:“這是我的愛子,我所喜悅的。”
17En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!