1經學家以斯拉宣讀律法書到了七月,以色列人都住在自己的城裡。(《馬索拉抄本》以本句為7:73下半節)那時眾民如同一人,在水門前的廣場聚集,請經學家以斯拉把耶和華藉摩西命令以色列人遵守的律法書帶來。
1Als nu de zevende maand aankwam, en de kinderen Israels in hun steden waren,
2七月初一日,以斯拉祭司把律法書帶到所有聽了能明白的男女會眾面前。
2Zo verzamelde zich al het volk als een enig man op de straat voor de Waterpoort; en zij zeiden tot Ezra, den schriftgeleerde, dat hij het boek der wet van Mozes zou halen, die de HEERE Israel geboden had.
3在水門前面的廣場,從清早到中午,向眾男女和聽了能明白的人宣讀出來。眾民都側耳傾聽這律法書的話。
3En Ezra, de priester, bracht de wet voor de gemeente, beiden mannen en vrouwen, en allen, die verstandig waren om te horen, op den eersten dag der zevende maand.
4經學家以斯拉站在為這事特製的木臺上;站在他右邊的,有瑪他提雅、示瑪、亞奈雅、烏利亞、希勒家和瑪西雅;站在他左邊的,有毗大雅、米沙利、瑪基雅、哈順、哈拔大拿、撒迦利亞和米書蘭。
4En hij las daarin voor de straat, die voor de Waterpoort is, van het morgen licht aan tot op den middag, voor de mannen en vrouwen, en de verstandigen; en de oren des gansen volks waren naar het wetboek.
5以斯拉在眾人眼前展開那書卷;他高高地站在眾民以上,他把書卷展開,眾民就站起來。
5En Ezra, de schriftgeleerde, stond op een hogen houten stoel, dien zij tot die zaak gemaakt hadden, en nevens hem stond Mattithja, en Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, aan zijn rechterhand; en aan zijn linkerhand Pedaja, en Misael, en Malchia, en Hasum, en Hasbaddana, Zacharja en Mesullam.
6以斯拉稱頌耶和華至大的 神,眾民舉手應聲說:“阿們!阿們!”然後跪下,臉伏在地,敬拜耶和華。
6En Ezra opende het boek voor de ogen des gansen volks, want hij was boven al het volk; en als hij het opende, stond al het volk.
7然後利未人耶書亞、巴尼、示利比、雅憫、亞谷、沙比太、荷第雅、瑪西雅、基利他、亞撒利雅、約撒拔、哈難和毗萊雅就教導他們明白律法。眾人一直站在原處聆聽。
7En Ezra loofde den HEERE, den groten God; en al het volk antwoordde: Amen, amen! met opheffing hunner handen, en neigden zich, en aanbaden den HEERE, met de aangezichten ter aarde.
8他們宣讀 神的律法,把意義清楚翻譯出來,使眾民明白所宣讀的。
8Jesua nu, en Bani, en Serebja, Jamin, Akkub, Sabbethai, Hodia, Maaseja, Kelita, Azaria, Jozabad, Hanan, Pelaja, en de Levieten onderwezen het volk in de wet. En het volk stond op zijn standplaats.
9省長尼希米和祭司兼經學家以斯拉,以及教導人民明白律法的利未人對眾民說:“今天是耶和華你們的 神的聖日,你們不要悲哀哭泣。”因為眾人聽見律法書上的話,都哭了。
9En zij lazen in het boek, in de wet Gods, duidelijk; en den zin verklarende, zo maakten zij, dat men het verstond in het lezen.
10尼希米又對他們說:“你們應當去吃肥美的肉,喝甘甜的酒,把部分飲食分給沒有能力預備的人,因為今天是我們的主的聖日;你們不要憂愁,因為靠耶和華而得的喜樂是你們的力量。”
10En Nehemia (dezelve is Hattirsatha) en Ezra, de priester, de schriftgeleerde, en de Levieten, die het volk onderwezen, zeiden tot al het volk: Deze dag is den HEERE, uw God, heilig; bedrijft dan geen rouw, en weent niet; want al het volk weende, als zij de woorden der wet hoorden.
11於是利未人使眾民安靜下來,說:“你們安靜吧,因為今天是聖日,也不要再憂愁!”
11Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt delen dengenen, voor welken niets bereid is, want deze dag is onzen Heere heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte.
12眾民就去吃喝,也把部分飲食與人分享,大大歡樂。因為他們明白教訓他們的話。
12En de Levieten stilden al het volk, zeggende: Zwijgt, want deze dag is heilig, daarom bedroeft u niet.
13守住棚節第二天,眾民的族長、祭司和利未人都聚集到經學家以斯拉那裡,研究律法的話。
13Toen ging al het volk henen om te eten, en om te drinken, en om delen te zenden, en om grote blijdschap te maken; want zij hadden de woorden verstaan, die men hun had bekend gemaakt.
14他們發現律法上記載,耶和華曾藉著摩西吩咐以色列人,要在七月的節期中,住在棚裡,
14En des anderen daags verzamelden zich de hoofden der vaderen van het ganse volk, de priesters en de Levieten, tot Ezra, den schriftgeleerde, en dat, om verstand te bekomen in de woorden der wet.
15並且要在自己的城裡和在耶路撒冷宣揚布告說:“你們要上到山上,把橄欖樹枝、油木樹枝、番石榴枝、棕樹枝和樹葉繁茂大樹的枝子帶回來,照著律法所寫的搭棚。”
15En zij vonden in de wet geschreven, dat de HEERE door de hand van Mozes geboden had, dat de kinderen Israels in loofhutten zouden wonen, op het feest in de zevende maand;
16於是眾民出去,把樹枝帶回來,各人在自己的房頂上,在院子裡, 神的院中,水門的廣場,或是在以法蓮門的廣場搭棚。
16En dat zij het zouden luidbaar maken, en een stem laten doorgaan door al hun steden, en te Jeruzalem, zeggende: Gaat uit op het gebergte, en haalt takken van olijfbomen, en takken van andere olieachtige bomen, en takken van mirtebomen, en takken van palmbomen, en takken van andere dichte bomen, om loofhutten te maken, als er geschreven is.
17從被擄歸回的全體會眾都搭了棚,並且住在棚裡;從嫩的兒子約書亞的時候,直到那日,以色列人都沒有這樣行過。大家都非常快樂。
17Alzo ging het volk uit en haalden ze, en maakten zich loofhutten, een iegelijk op zijn dak, en in hun voorhoven, en in de voorhoven van Gods huis, en op de straat der Waterpoort, en op de straat van Efraimspoort.
18從頭一天直到最後一天,每天都宣讀 神的律法書。他們守節七天,第八天照典章有嚴肅會。
18En de ganse gemeente dergenen, die uit de gevangenis waren wedergekomen, maakten loofhutten, en woonden in die loofhutten; want de kinderen Israels hadden alzo niet gedaan sinds de dagen van Jesua, den zoon van Nun, tot op dezen dag toe; en er was zeer grote blijdschap. [ (Nehemiah 8:19) En men las in het wetboek Gods dag bij dag, van den eersten dag tot den laatsten dag. En zij hielden het feest zeven dagen, en op den achtsten dag den verbodsdag, naar het recht. ]