1要歌頌和倚靠 神的權能義人哪!你們要靠著耶和華歡呼;正直人讚美主是合宜的。
1Gij rechtvaardigen! zingt vrolijk in den HEERE; lof betaamt den oprechten.
2你們要彈琴稱謝耶和華,用十弦瑟歌頌他。
2Looft den HEERE met de harp; psalmzingt Hem met de luit, en het tiensnarig instrument.
3你們要向他唱新歌,在歡呼聲中巧妙地彈奏。
3Zingt Hem een nieuw lied; speelt wel met vrolijk geschal.
4因為耶和華的話是正直的,他的一切作為都是誠實的。
4Want des HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw.
5耶和華喜愛公義和公正,全地充滿耶和華的慈愛。
5Hij heeft gerechtigheid en gericht lief; de aarde is vol van de goedertierenheid des HEEREN.
6諸天藉著耶和華的話而造,天上的萬象藉著他口中的氣而成。
6Door het Woord des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds al hun heir.
7他把海水聚集成壘(“成壘”或譯:“在皮袋裡”),把深海安放在庫房中。
7Hij vergadert de wateren der zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden schatkameren.
8願全地都敬畏耶和華,願世上的居民都懼怕他。
8Laat de ganse aarde voor den HEERE vrezen; laat alle inwoners van de wereld voor Hem schrikken.
9因為他說有,就有;命立,就立。
9Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er.
10耶和華破壞列國的謀略,使萬民的計劃挫敗。
10De HEERE vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt de gedachten der volken.
11耶和華的謀略永遠立定,他心中的計劃萬代長存。
11Maar de raad des HEEREN bestaat in eeuwigheid, de gedachten Zijns harten van geslacht tot geslacht.
12以耶和華為 神的,那國是有福的;耶和華揀選作自己產業的,那民是有福的。
12Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.
13耶和華從天上觀看,他看見全人類。
13De HEERE schouwt uit den hemel, en ziet alle mensenkinderen.
14從自己的住處,他察看地上所有的居民。
14Hij ziet uit van Zijn vaste woonplaats op alle inwoners der aarde.
15他是那創造眾人的心,了解他們一切作為的。
15Hij formeert hun aller hart; Hij let op al hun werken.
16君王不是因兵多得勝,勇士不是因力大得救。
16Een koning wordt niet behouden door een groot heir; een held wordt niet gered door grote kracht;
17想靠馬得勝是枉然的;馬雖然力大,也不能救人。
17Het paard feilt ter overwinning, en bevrijdt niet door zijn grote sterkte.
18耶和華的眼睛看顧敬畏他的人,和那些仰望他慈愛的人;
18Ziet, des HEEREN oog is over degenen, die Hem vrezen, op degenen, die op Zijn goedertierenheid hopen.
19要搭救他們的性命脫離死亡,使他們在饑荒中可以存活。
19Om hun ziel van den dood te redden, en om hen bij het leven te houden in den honger.
20我們的心等候耶和華,他是我們的幫助、我們的盾牌。
20Onze ziel verbeidt den HEERE: Hij is onze Hulp en ons Schild.
21我們的心因他歡樂,因為我們倚靠他的聖名。
21Want ons hart is in Hem verblijd, omdat wij op den Naam Zijner heiligheid vertrouwen.
22耶和華啊!求你照著我們所仰望你的,向我們施慈愛。
22Uw goedertierenheid, HEERE! zij over ons; gelijk als wij op U hopen.