聖經新譯本 (Simplified)

Dutch Staten Vertaling

2 Samuel

8

1大卫击败非利士人与摩押人(代上18:1-2)
1En het geschiedde daarna, dat David de Filistijnen sloeg, en bracht hen ten onder; en David nam Meteg-Amma uit der Filistijnen hand.
2他又击败摩押人,使他们躺在地上,用绳子量他们,把量两绳的杀死,让量一绳的存活。这样,摩押人就臣服大卫,给他进贡。
2Ook sloeg hij de Moabieten, en mat hen met een snoer, doende hen ter aarde nederliggen; en hij mat met twee snoeren om te doden, en met een vol snoer om in het leven te laten. Alzo werden de Moabieten David tot knechten, brengende geschenken.
3击败琐巴人(代上18:3-4)琐巴王利合的儿子哈大底谢,往幼发拉底河去要夺回他统治这河的势力的时候,大卫就攻打他。
3David sloeg ook Hadad-ezer, den zoon van Rechob, den koning van Zoba, toen hij heentoog, om zijn hand te wenden naar de rivier Frath.
4大卫从他那里掳获了骑兵一千七百,步兵二万;除了留下足够拉一百辆铁车的马以外,大卫把其他所有拉战车的马都砍断蹄筋。
4En David nam hem duizend wagens af, en zevenhonderd ruiteren, en twintig duizend man te voet; en David ontzenuwde alle wagenpaarden, en hield daarvan honderd wagenen over.
5击败亚兰人(代上18:5-11)大马士革的亚兰人来协助琐巴王哈大底谢,大卫就击杀了亚兰人二万二千。
5En de Syriers van Damaskus kwamen om Hadad-ezer, den koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg van de Syriers twee en twintig duizend man.
6于是大卫在大马士革的亚兰地驻军。这样亚兰人就臣服大卫,给他进贡。大卫无论到什么地方去,耶和华都使他得胜。
6En David legde bezettingen in Syrie van Damaskus, en de Syriers werden David tot knechten, brengende geschenken; en de HEERE behoedde David overal, waar hij heentoog.
7大卫夺取了哈大底谢臣仆所拿的金盾牌,带回耶路撒冷。
7En David nam de gouden schilden die bij Hadad-ezers knechten geweest waren, en bracht ze te Jeruzalem.
8大卫王又从哈大底谢的两座城比他和比罗他夺取了大量的铜。
8Daartoe nam de koning David zeer veel kopers uit Betach, en uit Berothai, steden van Hadad-ezer.
9哈马王陀以听见大卫打败了哈大底谢的全军,
9Als nu Thoi, de koning van Hamath, hoorde, dat David het ganse heir van Hadad-ezer geslagen had;
10就差派他的儿子约兰去见大卫王,向他问安,祝贺他,因为大卫和哈大底谢争战,竟击败了他。原来陀以常常与哈大底谢争战。约兰手里还带着一些银器、金器和铜器。
10Zo zond Thoi zijn zoon Joram tot den koning David, om hem te vragen naar zijn welstand, en om hem te zegenen, vanwege dat hij tegen Hadad-ezer gekrijgd en hem geslagen had, (want Hadad-ezer voerde steeds krijg tegen Thoi); en in zijn hand waren zilveren vaten, en gouden vaten, en koperen vaten;
11大卫王也把这些器皿,连同他从他征服的各国得来的金银都一起分别为圣,献给耶和华。
11Welke de koning David ook den HEERE heiligde, met het zilver en het goud, dat hij geheiligd had van alle heidenen, die hij zich onderworpen had;
12就是从以东、摩押、亚扪人、非利士人、亚玛力人所得来的,以及从琐巴王利合的儿子哈大底谢获得的战利品。
12Van Syrie, en van Moab, en van de kinderen Ammons, en van de Filistijnen, en van Amalek, en van den roof van Hadad-ezer, den zoon van Rechob, den koning van Zoba.
13击败以东人(代上18:12-13)大卫在盐谷击杀了一万八千以东人回来以后,就大有名声。
13Ook maakte zich David een naam, als hij wederkwam, nadat hij de Syriers geslagen had, in het Zoutdal, achttien duizend.
14他又在以东设立防军;他在以东各地都设立防军,所有以东人就都臣服大卫。大卫无论到什么地方去,耶和华都使他得胜。
14En hij legde bezettingen in Edom; in gans Edom legde hij bezettingen; en alle Edomieten werden David tot knechten; en de HEERE behoedde David overal, waar hij heentoog.
15大卫的重要臣仆(代上18:14-17)大卫作王统治全以色列,以公平和正义对待所有的人。
15Alzo regeerde David over gans Israel, en David deed aan zijn ganse volk recht en gerechtigheid.
16洗鲁雅的儿子约押作军队的统帅,亚希律的儿子约沙法作史官,
16Joab nu, de zoon van Zeruja, was over het heir; en Josafat, zoon van Achilud, was kanselier.
17亚希突的儿子撒督和亚比亚他的儿子亚希米勒作祭司长,西莱雅作书记,
17En Zadok, zoon van Ahitub, en Achimelech, zoon van Abjathar, waren priesters; en Seraja was schrijver.
18耶何耶大的儿子比拿雅统管基利提人和比利提人;大卫的众子都作领袖。
18Er was ook Benaja, zoon van Jojada, met de Krethi en de Plethi; maar Davids zonen waren prinsen.