¹The LORD hear thee in the day of trouble; the name of the God of Jacob defend thee;

¹Een psalm van David, voor den opperzangmeester.

²Send thee help from the sanctuary, and strengthen thee out of Zion;

²De HEERE verhore u in den dag der benauwdheid; de Naam van den God Jakobs zette u in een hoog vertrek.

³Remember all thy offerings, and accept thy burnt sacrifice; Selah.

³Hij zende uw hulp uit het heiligdom, en ondersteune u uit Sion.

⁴Grant thee according to thine own heart, and fulfil all thy counsel.

⁴Hij gedenke al uwer spijsofferen, en make uw brandoffer tot as. Sela.

⁵We will rejoice in thy salvation, and in the name of our God we will set up our banners: the LORD fulfil all thy petitions.

⁵Hij geve u naar uw hart, en vervulle al uw raad.

⁶Now know I that the LORD saveth his anointed; he will hear him from his holy heaven with the saving strength of his right hand.

⁶Wij zullen juichen over Uw heil, en de vaandelen opsteken in den Naam onzes Gods. De HEERE vervulle al uw begeerten.

⁷Some trust in chariots, and some in horses: but we will remember the name of the LORD our God.

⁷Alsnu weet ik, dat de HEERE Zijn Gezalfde behoudt; Hij zal Hem verhoren uit den hemel Zijner heiligheid; het heil Zijner rechterhand zal zijn met mogendheden.

⁸They are brought down and fallen: but we are risen, and stand upright.

⁸Dezen vermelden van wagens, en die van paarden; maar wij zullen vermelden van den Naam des HEEREN, onzes Gods.

⁹Save, LORD: let the king hear us when we call.

⁹Zij hebben zich gekromd, en zijn gevallen; maar wij zijn gerezen en staande gebleven. [ (Psalms 20:10) O HEERE! behoud; die Koning verhore ons ten dage van ons roepen. ]