1Maar in het laatste der dagen zal het geschieden, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en de volken zullen tot hem toevloeien.
1锡安末后必为万国的中心(赛2:1-4)
2En vele heidenen zullen henengaan, en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, en ten huize van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en wij in Zijn paden wandelen; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.
2必有多国的人前来说:“来吧!我们上耶和华的山,登雅各 神的殿;他必把他的道路指示我们,我们也要遵行他的道;因为教训必出于锡安。耶和华的话要来自耶路撒冷。
3En Hij zal onder grote volken richten, en machtige heidenen straffen, tot verre toe; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen den krijg niet meer leren.
3世界和平“他要在多族中施行审判,为远方的强国断定是非。他们必把刀剑打成犁头,把矛枪打成镰刀;这国不举刀攻击那国,他们也不再学习战事。
4Maar zij zullen zitten, een ieder onder zijn wijnstok, en onder zijn vijgeboom, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke; want de mond des HEEREN der heirscharen heeft het gesproken.
4各人都要坐在自己的葡萄树,和无花果树下,无人惊吓他们,因为万军之耶和华亲口说过了。
5Want alle volken zullen wandelen, elk in den naam zijns gods; maar wij zullen wandelen in den Naam des HEEREN, onzes Gods, eeuwiglijk en altoos.
5虽然,万民各奉自己神的名行事,我们却要永远奉耶和华我们 神的名而行。”
6Te dien dage, spreekt de HEERE, zal Ik haar, die hinkende was, verzamelen, en haar, die verdreven was, vergaderen, en die Ik geplaagd had.
6被掳到各处的必重归故土耶和华说:“到那日,我必召聚瘸腿的,集合被赶散的,和我所苦待的。
7En Ik zal haar, die hinkende was, maken tot een overblijfsel, en haar die verre henen verstoten was, tot een machtig volk; en de HEERE zal Koning over hen zijn op den berg Sions, van nu aan tot in eeuwigheid.
7我必使瘸腿的作余民;使软弱疲乏的成为强国;耶和华必在锡安山作王统治他们,从现在直到永远。
8En gij Schaapstoren, gij Ofel der dochter Sions! tot u zal komen, ja, daar zal komen de vorige heerschappij, het koninkrijk der dochteren van Jeruzalem.
8你这羊群的守望楼啊!锡安女子的俄斐勒啊!从前的权柄,必归给你,就是耶路撒冷女子的国权,要归还给你。
9Nu, waarom zoudt gij zo groot geschrei maken? Is er geen Koning onder u? Is uw Raadgever vergaan, dat u smart, als van een barende vrouw, heeft aangegrepen?
9现在你为什么大声呼喊?难道你们中间没有君王吗?或是你的谋士灭亡了,以致疼痛抓紧你,好像临产的妇人呢?
10Lijd smart en arbeid om voort te brengen, o dochter Sions! als een barende vrouw; want nu zult gij wel uit de stad henen uitgaan, en op het veld wonen, en tot in Babel komen, maar aldaar zult gij gered worden; aldaar zal u de HEERE verlossen uit de hand uwer vijanden.
10锡安的女子啊!你要疼痛劬劳,好像临产的妇人;因为现在你要从城里出来,住在田野,一定要到巴比伦去;在那里你要蒙拯救,在那里耶和华必救赎你,脱离仇敌的掌握。
11Nu zijn wel vele heidenen tegen u verzameld, die daar zeggen: Laat ze ontheiligd worden, en laat ons oog schouwen aan Sion.
11现在多国的民集合起来,攻击你,说:‘愿锡安被蹂躏,愿我们亲眼看见锡安遭报应。’”
12Maar zij weten de gedachten des HEEREN niet, en verstaan Zijn raadslag niet; dat Hij hen vergaderd heeft als garven tot den dorsvloer.
12锡安必得最后胜利但是,他们却不知道耶和华的意念,也不明白他的谋略;他收集他们,好像把禾捆收集到禾场一样。
13Maak u op en dors, o dochter Sions! Want Ik zal uw hoorn ijzer maken, en uw klauwen koper maken, en gij zult vele volken verpletteren; en Ik zal hunlieder gewin den HEERE verbannen, en hun vermogen den Heere der ganse aarde. [ (Micah 4:14) Nu, rot u met benden, gij dochter der bende, hij zal een belegering tegen ons stellen; zij zullen den rechter Israels met de roede op het kinnebakken slaan. ]
13锡安的女子啊!起来踹谷吧!因为我必使你的角成为铁,使你的蹄成为铜;你必粉碎许多民族,把他们所得的,作为当灭之物献与耶和华,把他们的财宝献给全地的主。