Dutch Staten Vertaling

Hebrew: Modern

Hebrews

5

1Want alle hogepriester, uit de mensen genomen, wordt gesteld voor de mensen in de zaken, die bij God te doen zijn, opdat hij offere gaven en slachtofferen voor de zonden;
1כי כל כהן גדול הלקוח מתוך בני אדם מפקד הוא בעבור בני אדם בעניני אלהים להקריב מנחה וזבח על החטאים׃
2Die behoorlijk medelijden kan hebben met de onwetenden en dwalenden, overmits hij ook zelf met zwakheid omvangen is;
2והוא יכול לחמל על השגגים והתעים בהיותו גם הוא ידוע חלי׃
3En om derzelver zwakheid wil moet hij gelijk voor het volk, alzo ook voor zichzelven, offeren voor de zonden.
3אשר על כן חיב להקריב על החטאים גם בעד העם גם בעד נפשו׃
4En niemand neemt zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs als Aaron.
4ואת הגדלה הזאת לא יקח איש לעצמו רק הקרוא לה מאת האלהים כמו אהרן׃
5Alzo heeft ook Christus Zichzelven niet verheerlijkt, om Hogepriester te worden, maar Die tot Hem gesproken heeft: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.
5כן גם המשיח לא כבד את עצמו להיות כהן גדול כי אם האמר אליו בני אתה אני היום ילדתיך׃
6Gelijk Hij ook in een andere plaats zegt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.
6כמו שאמר גם במקום אחר אתה כהן לעולם על דברתי מלכי צדק׃
7Die in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene, Die Hem uit den dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreze.
7אשר בימי היותו בבשר הקריב תפלות ותחנונים בצעקה גדולה ובדעות לפני מי שיכול להושיעו ממות ויעתר לו מפני יראתו׃
8Hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid geleerd heeft, uit hetgeen Hij heeft geleden.
8ואף כי היה הבן למד מענותו לשמוע׃
9En geheiligd zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak der eeuwige zaligheid geworden;
9ואחרי אשר השלם היה ממציא תשועת עולמים לכל שמעיו׃
10En is van God genaamd een Hogepriester, naar de ordening van Melchizedek.
10והאלהים קרא לו כהן גדול על דברתי מלכי צדק׃
11Van Denwelken wij hebben vele dingen, en zwaar om te verklaren, te zeggen, dewijl gij traag om te horen geworden zijt.
11על זאת יש לנו לדבר הרבה וקשות לבאר לכם במלין יען כי כבדו אזניכם׃
12Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node, dat men u lere, welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden, als die melk van node hebben, en niet vaste spijze.
12כי תחת אשר היה ראוי לכם לפי ארך הזמן להיות מלמדים עתה מן הצרך לשוב וללמד אתכם עקרי ראשית דברי אלהים ונצרכתם לחלב ולא למאכל בריא׃
13Want een iegelijk, die der melk deelachtig is, die is onervaren in het woord der gerechtigheid; want hij is een kind.
13כי כל אשר מאכלו חלב איננו מבין בדבר צדק כי עודנו עולל׃
14Maar der volmaakten is de vaste spijze, die door de gewoonheid de zinnen geoefend hebben, tot onderscheiding beide des goeds en des kwaads.
14אך לשלמים המאכל הבריא אשר על פי ההרגל יש להם חושים מנסים להבדיל בין טוב לרע׃