1Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op den berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn, want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij.
1
شیپور خطر را در صهیون بنوازید؛
بگذارید صدای آن بر سر کوه مقدّس من شنیده شود
و مردم یهودا از ترس بلرزند،
زیرا روز داوری خداوند بزودی فرا میرسد.
2Een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en dikke duisterheid, als de dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en machtig volk, desgelijks van ouds niet geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn tot in jaren van vele geslachten.
2
آن روز، روز تاریکی و ظلمت،
روز ابرهای سیاه و تاریکی غلیظ است.
سپاه نیرومندی همچون سیاهی شب کوهها را میپوشاند.
آن لشکر چنان عظیم و قوی است
که مانند آن قبلاً هرگز دیده نشده است
و بعد از این هم دیده نخواهد شد.
3Voor hetzelve verteert een vuur, en achter hetzelve brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een lusthof, maar achter hetzelve een woeste wildernis, en ook is er geen ontkomen van hetzelve.
3
همچون آتش، هرچه را که روی زمین است میسوزاند.
زمین پیش از آمدن آنها مثل باغ عدن است،
امّا وقتی از آن میگذرند، به بیابان خشک و بایر تبدیل میشود.
هیچ چیز از چنگ آنها رهایی نمییابد.
4De gedaante deszelven is als de gedaante van paarden, en als ruiters zo zullen zij lopen.
4
آنها شبیه اسب هستند
و مانند اسبهای جنگی میتازند.
5Zij zullen daarhenen springen als een gedruis van wagenen, op de hoogten der bergen; als het gedruis ener vuurvlam, die stoppelen verteert; als een machtig volk, dat in slagorde gesteld is.
5
وقتی بر کوهها جست و خیز میکنند،
صدایشان همچون غرّش ارّابهها
و صدای شعلهٔ آتشی است که کاه را میسوزاند
و مانند نعرهٔ سپاه نیرومندی است که برای جنگ لشکرکشی میکند.
6Van deszelfs aangezicht zullen de volken in pijn zijn; alle aangezichten zullen betrekken als een pot.
6
مردم در برابر آنها وحشت میکنند
و رنگ از رویشان میپرد.
7Als helden zullen zij lopen, als krijgslieden zullen zij de muren beklimmen; en zij zullen daarhenen trekken, een iegelijk in zijn wegen, en zullen hun paden niet verdraaien.
7
مانند جنگجویان حمله میآورند
و همچون سربازان از دیوارها بالا میروند.
همهٔ آنها مستقیم پیش میروند
و جهت خود را تغییر نمیدهند.
8Ook zullen zij de een den ander niet dringen; zij zullen daarhenen trekken elk in zijn baan; en al vielen zij op een geweer, zij zouden niet verwond worden.
8
مانع یکدیگر نمیشوند،
بلکه در صف خود مستقیماً پیش میروند،
خط دفاع را میشکنند و هیچ سلاحی نمیتواند جلو آنها را بگیرد.
9Zij zullen in de stad omlopen, zij zullen lopen op de muren, zij zullen klimmen in de huizen; zij zullen door de vensteren inkomen als een dief.
9
به شهر هجوم میبرند،
از دیوارها بالا میروند
و همچون دزد از پنجرهها وارد خانهها میشوند.
10De aarde is beroerd voor deszelfs aangezicht, de hemel beeft; de zon en maan worden zwart, en de sterren trekken haar glans in.
10
زمین در زیر پای آنها به لرزه میآید
و آسمانها تکان میخورند.
خورشید و ماه تاریک میشوند
و ستارگان نور افشانی نمیکنند.
11En de HEERE verheft Zijn stem voor Zijn heir henen; want Zijn leger is zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn woord; want de dag des HEEREN is groot en zeer vreselijk, en wie zal hem verdragen?
11
خداوند با صدای بلند به لشکر خود فرمان میدهد
و سپاه عظیم و بیشمار او اوامرش را اطاعت میکنند.
روز خداوند روزی هولناک و وحشتانگیز است.
کیست که بتواند آن را تحمّل کند؟
12Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklage.
12
خداوند میفرماید: «با وجود اینها،
با تمام دل خود، با روزه
و گریه و ماتم به سوی من بازگردید.
13En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade.
13
پاره کردن لباسهایتان کافی نیست؛
بگذارید تا قلب شکستهٔ شما اندوهتان را نشان دهد»
به سوی خداوند، خدای خود بازگردید،
زیرا او کریم و مهربان است.
زود خشم نمیگیرد و رحمت و محبّت او بیپایان است.
همیشه برای بخشیدن آماده است و راضی به مجازات شما نیست.
14Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen achter Zich overlaten tot spijsoffer en drankoffer voor den HEERE, uw God.
14
کسی چه میداند، شاید خداوند تصمیم خود را عوض کند
و محصولات شما را آنقدر برکت بدهد
که دوباره بتوانید هدیهٔ آردی و ریختنی به خداوند، خدای خود تقدیم کنید.
15Blaast de bazuin te Sion, heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit.
15
در کوه صهیون شیپور را به صدا در آورید؛
فرمان بدهید روزه بگیرند و برای گردهمایی بیایند.
16Verzamelt het volk, heiligt de gemeente, vergadert de oudsten, verzamelt de kinderkens, en die de borsten zuigen; de bruidegom ga uit zijn binnenkamer, en de bruid uit haar slaapkamer.
16
آنها را تقدیس نمایید.
ریشسفیدان، اطفال
و حتّی کودکان شیر خوار را جمع کنید.
داماد از خانه
و عروس از حجلهٔ خود بیرون بیاید.
17Laat de priesters, des HEEREN dienaars, wenen tussen het voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen: Spaar Uw volk, o HEERE! en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid, dat de heidenen over hen zouden heersen; waarom zouden zij onder de volken zeggen: Waar is hunlieder God?
17
کاهنانی که خادمان خداوند هستند،
بین قربانگاه و دروازهٔ ورودی معبد بزرگ بایستند
و گریه کنند و بگویند:
«خداوندا، بر قومت رحم کن.
نگذار که آنها مایهٔ تمسخر اقوام دیگر شوند و بگویند:
'خدای شما کجاست؟'»
18Zo zal de HEERE ijveren over Zijn land, en Hij zal Zijn volk verschonen.
18
آنگاه خداوند بهخاطر آبروی سرزمین خود به غیرت میآید
و بر قوم خود رحمت میکند.
19En de HEERE zal antwoorden en tot Zijn volk zeggen: Ziet, Ik zend ulieden het koren, en den most, en de olie, dat gij daarvan verzadigd zult worden; en Ik zal u niet meer overgeven tot een smaadheid onder de heidenen.
19
خداوند در جواب قوم خود میفرماید:
«من برای شما غلّه، شراب و روغن زیتون میفرستم تا سیر شوید.
اقوام بیگانه دیگر شما را مسخره نخواهند کرد.
20En Ik zal dien van het noorden verre van ulieden doen vertrekken, en hem wegdrijven in een dor en woest land, zijn aangezicht naar de Oostzee, en zijn einde naar de achterste zee; en zijn stank zal opgaan, en zijn vuiligheid zal opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan.
20
لشکر دشمن را که از شمال بر شما هجوم آوردند،
از آنجا دور کرده به سرزمینی خشک و ویران میرانم.
بعضی از آنها را در دریای مرده
و بعضی را در دریای مدیترانه میفرستم تا در آنجا بمیرند
و بوی گَند لاشههایشان به مشام برسد.
من آنها را بهخاطر آنچه که بر شما کردند، از بین خواهم برد.
21Vrees niet, o land! verheug u, en wees blijde; want de HEERE heeft grote dingen gedaan.
21
«ای زمین نترس و خوشحال باش،
زیرا خداوند کارهای بزرگی برایت انجام داده است!
22Vreest niet, gij beesten des velds! want de weiden der woestijn zullen weder jong gras voortbrengen; want het geboomte zal zijn vrucht dragen, de wijnstok en vijgeboom zullen hun vermogen geven.
22
ای حیوانات صحرا هراسان نباشید،
زیرا چراگاهها سرسبز میشوند
و درختان میوه بار میآورند.
میوهٔ انجیر و انگور فراوان میگردد.
23En gij, kinderen van Sion! verheugt u en zijt blijde in den HEERE, uw God; want Hij zal u geven dien Leraar ter gerechtigheid; en Hij zal u den regen doen nederdalen, den vroegen regen en den spaden regen in de eerste maand.
23
«ای مردم صهیون، خوشحال باشید
و از کارهای خداوند شادی نمایید!
چون با فرستادن باران، عدالت خود را نشان میدهد.
دوباره باران بهاری را در بهار
و باران پاییزی را در پاییز خواهد بارانید.
24En de dorsvloeren zullen vol koren zijn, en de perskuipen van most en olie overlopen.
24
بار دیگر خرمنگاهها پُر از گندم
و چرخشتها لبریز از روغن و شراب میگردند.»
25Alzo zal Ik ulieden de jaren vergelden, die de sprinkhaan, de kever, en de kruidworm, en de rups heeft afgegeten; Mijn groot heir, dat Ik onder u gezonden heb.
25
خداوند میفرماید:
«خساراتی را که سالهای پیش ملخها،
آن لشکر عظیم و نابود کنندهای که من فرستادم
بر شما وارد آوردند، جبران میکنم.
26En gij zult overvloediglijk en tot verzadiging eten, en prijzen den Naam des HEEREN, uw Gods, Die wonderlijk bij u gehandeld heeft; en Mijn volk zal niet beschaamd worden tot in eeuwigheid.
26
غذای فراوان میخورید و سیر میشوید
و نام مرا که خداوند شما هستم
بهخاطر کارهای عجیبی که برای شما انجام دادهام، ستایش خواهید کرد.
قوم من دیگر هرگز خوار نخواهد شد.
27En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel ben, en dat Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.
27
آنگاه شما ای قوم اسرائیل میدانید که من در بین شما میباشم
و تنها من، خداوند، خدای شما هستم
و شما که قوم من هستید دیگر هرگز شرمسار نخواهید شد.
28En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien;
28
بعد از آن روح خود را بر همهٔ مردم خواهم ریخت.
پسران و دختران شما نبوّت خواهند کرد.
پیران شما خوابها و جوانان رؤیاها خواهند دید.
29Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten.
29
در آن روزها حتّی بر غلامان و کنیزان شما هم
روح خود را خواهم ریخت.
30En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren.
30
«نشانههای حیرتانگیزی از خون،
آتش و ستونهای دود،
در آسمان و زمین ظاهر خواهم کرد.
31De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt.
31
قبل از آن که روز عظیم و وحشتناک خداوند فرارسد،
آفتاب تاریک و ماه رنگ خون خواهد گرفت.
هرکه نام خداوند را بخواند، نجات خواهد یافت.
زیرا خداوند فرموده است
که در اورشلیم عدّهای جان سالم بدر میبرند
و کسانیکه برگزیدهٔ او هستند باقی میمانند.»
32En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.
32
هرکه نام خداوند را بخواند، نجات خواهد یافت.
زیرا خداوند فرموده است
که در اورشلیم عدّهای جان سالم بدر میبرند
و کسانیکه برگزیدهٔ او هستند باقی میمانند.»