1Voorts zeide ik: Hoort nu, gij hoofden Jakobs, en gij oversten van het huis Israels! Betaamt het ulieden niet het recht te weten?
1
ای رهبران اسرائیل، بشنوید! شما باید مفهوم عدالت را بدانید،
2Zij haten het goede, en hebben het kwade lief; zij roven hun huid van hen af, en hun vlees van hun beenderen.
2
امّا برعکس، شما از خوبی نفرت و بدی را دوست دارید. پوست قوم مرا میکنید و گوشتی بر استخوان آنها باقی نمیگذارید.
3Ja, zij zijn het, die het vlees mijns volks eten, en hun huid afstropen, en hun beenderen verbreken; en vaneen leggen, gelijk als in een pot, en als vlees in het midden eens ketels.
3
گوشت آنها را میخورید، پوست آنها را از بدنشان جدا کرده استخوانهایشان را تکهتکه میکنید و مثل گوشت در دیگ میاندازید.
4Alsdan zullen zij roepen tot den HEERE, doch Hij zal hen niet verhoren; maar zal Zijn aangezicht te dier tijd voor hen verbergen, gelijk als zij hun handelingen kwaad gemaakt hebben.
4
آنگاه به درگاه خداوند دعا میکنید، ولی او دعای شما را نمیشنود و چون مرتکب کارهای زشت شدهاید روی خود را از شما برمیگرداند.
5Alzo zegt de HEERE, tegen de profeten, die Mijn volk verleiden; die met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die niets geeft in hun mond, tegen dien zo heiligen zij een krijg.
5
خداوند میفرماید: «ای انبیا، شما قوم مرا گمراه کردهاید. کسیکه به شما پول میدهد برایش دعای خیر میکنید و کسی را که پول نمیدهد، تهدید مینمایید.
6Daarom zal het nacht voor ulieden worden vanwege het gezicht, en ulieden zal duisternis zijn vanwege de waarzegging; en de zon zal over deze profeten ondergaan; en de dag zal over hen zwart worden.
6
روز روشن شما به پایان رسیده است و آفتاب بر شما نمیتابد. دیگر رؤیایی نمیبینید و پیشگویی نخواهید کرد.»
7En de zieners zullen beschaamd, en de waarzeggers schaamrood worden; en zij zullen al te zamen de bovenste lip bewimpelen; want er zal geen antwoord Gods zijn.
7
فالبینان و آنهایی که آینده را پیشگویی میکنند شرمنده و رسوا میشوند و از شرم روی خود را میپوشانند. چون خداوند به آنها جواب نخواهد داد.
8Maar waarlijk, ik ben vol krachts van den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israel zijn zonde.
8
امّا من سرشار از قدرت روح خداوند هستم و با جرأت میتوانم قوم اسرائیل را متوجّه گناهانشان سازم.
9Hoort nu dit, gij hoofden van het huis Jakobs, en gij oversten van het huis Israels! die van het gericht een gruwel hebt, en al wat recht is verkeert;
9
پس ای پیشوایان اسرائیل که از عدالت متنفّرید و راستی را خطا جلوه میدهید، به حرف من گوش بدهید!
10Bouwende Sion met bloed, en Jeruzalem met onrecht.
10
شما شهر خدا، یعنی اورشلیم را بر قتل و بیعدالتی بنا کردهاید.
11Haar hoofden rechten om geschenken, en haar priesters leren om loon, en haar profeten waarzeggen om geld; nog steunen zij op den HEERE, zeggende: Is de HEERE niet in het midden van ons? Ons zal geen kwaad overkomen.
11
حاکمان رشوه میگیرند، کاهنان تا مزد نگیرند تعلیم نمیدهند و انبیا هم به رایگان نبوّت نمیکنند. این اشخاص ادّعا میکنند که خداوند با آنهاست و خطری متوجّه آنها نیست.
پس بهخاطر شما اورشلیم مانند کشتزاری شیار شده، به تودهٔ خاک تبدیل میگردد و کوهی که معبد بزرگ بر آن بنا شده، به جنگل مبدل میشود.
12Daarom, om uwentwil, zal Sion als een akker geploegd worden, en Jeruzalem zal tot steenhopen worden, en de berg dezes huizes tot hoogten eens wouds.
12
پس بهخاطر شما اورشلیم مانند کشتزاری شیار شده، به تودهٔ خاک تبدیل میگردد و کوهی که معبد بزرگ بر آن بنا شده، به جنگل مبدل میشود.