Dutch Staten Vertaling

Spanish: Reina Valera (1909)

Psalms

142

1Een onderwijzing van David, een gebed, als hij in de spelonk was.
1Masquil de David: Oración que hizo cuando estaba en la cueva. CON mi voz clamaré á Jehová, Con mi voz pediré á Jehová misericordia.
2Ik riep met mijn stem tot den HEERE; ik smeekte tot den HEERE met mijn stem.
2Delante de él derramaré mi querella; Delante de él denunciaré mi angustia.
3Ik stortte mijn klacht uit voor Zijn aangezicht; ik gaf te kennen voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid.
3Cuando mi espíritu se angustiaba dentro de mí, tú conociste mi senda. En el camino en que andaba, me escondieron lazo.
4Als mijn geest in mij overstelpt was, zo hebt Gij mijn pad gekend. Zij hebben mij een strik verborgen op den weg, dien ik gaan zou.
4Miraba á la mano derecha, y observaba; mas no había quien me conociese; No tuve refugio, no había quien volviese por mi vida.
5Ik zag uit ter rechterhand, en ziet, zo was er niemand, die mij kende, er was geen ontvlieden voor mij; niemand zorgde voor mijn ziel.
5Clamé á ti, oh Jehová, Dije: Tú eres mi esperanza, Y mi porción en la tierra de los vivientes.
6Tot U riep ik, o HEERE! ik zeide: Gij zijt mijn Toevlucht, mijn Deel in het land der levenden.
6Escucha mi clamor, que estoy muy afligido; Líbrame de los que me persiguen, porque son más fuertes que yo.
7Let op mijn geschrei, want ik ben zeer uitgeteerd; red mij van mijn vervolgers, want zij zijn machtiger dan ik. [ (Psalms 142:8) Voer mijn ziel uit de gevangenis, om Uw Naam te loven; de rechtvaardigen zullen mij omringen, wanneer Gij wel bij mij zult gedaan hebben. ]
7Saca mi alma de la cárcel para que alabe tu nombre: Me rodearán los justos, Porque tú me serás propicio.