1Wanneer gij zult uittrekken tot den strijd tegen uw vijanden, en zult zien paarden en wagenen, een volk, meerder dan gij, zo zult gij voor hen niet vrezen; want de HEERE, uw God, is met u, Die u uit Egypteland heeft opgevoerd.
1"เมื่อท่านทั้งหลายจะยกไปทำสงครามกับพวกศัตรูของท่าน เห็นม้า รถรบ และกองทัพมากมายใหญ่โตกว่าของท่าน ท่านอย่ากลัวเขาเลย เพราะว่าพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่านทรงสถิตอยู่กับท่าน ผู้ทรงนำท่านขึ้นมาจากแผ่นดินอียิปต์
2En het zal geschieden, als gijlieden tot den strijd nadert, zo zal de priester toetreden, en tot het volk spreken.
2และเมื่อใกล้จะรบกัน ปุโรหิตจะออกมาอยู่ข้างหน้าและกล่าวแก่ประชาชน
3En tot hen zeggen: Hoort, Israel! gijlieden zijt heden na aan den strijd tegen uw vijanden; uw hart worde niet week, vreest niet, en beeft niet, en verschrikt niet voor hun aangezicht.
3และจะกล่าวว่า `โอ อิสราเอล จงฟังเถิด วันนี้ท่านมาใกล้ จะสู้รบกับศัตรูของท่าน อย่าให้ใจของท่านทั้งหลายวิตก อย่ากลัวหรือหวาดหวั่น หรือครั่นคร้ามต่อศัตรูเลย
4Want het is de HEERE, uw God, Die met u gaat, om voor u te strijden tegen uw vijanden, om u te verlossen.
4เพราะว่าพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่านเสด็จไปกับท่าน ทรงต่อสู้ศัตรูของท่านเพื่อท่าน จะประทานชัยชนะแก่ท่าน'
5Dan zullen de ambtlieden tot het volk spreken, zeggende: Wie is de man, die een nieuw huis heeft gebouwd, en het niet heeft ingewijd? Die ga henen en kere weder naar zijn huis; opdat hij niet misschien sterve in den strijd, en iemand anders dat inwijde.
5แล้วนายทหารจะพูดกับประชาชนว่า `ใครที่สร้างบ้านใหม่ และยังไม่ได้ทำพิธีถวายบ้านนั้น ให้ผู้นั้นกลับไปบ้านของตน เกรงว่าเขาจะตายเสียในสงคราม และคนอื่นจะถวายบ้านนั้น
6En wie is de man, die een wijngaard geplant heeft, en deszelfs vrucht niet heeft genoten? Die ga henen en kere weder naar zijn huis, opdat hij niet misschien in den strijd sterve en iemand anders die geniete.
6ใครที่ปลูกสวนองุ่นและยังมิได้รับประทานผลจากสวนองุ่นนั้น ให้ผู้นั้นกลับไปบ้าน เกรงว่าเขาจะตายเสียในสงคราม และคนอื่นจะรับประทานผลองุ่นนั้น
7En wie is de man, die een vrouw ondertrouwd heeft, en haar niet tot zich heeft genomen? Die ga henen en kere weder naar zijn huis; opdat hij niet misschien in den strijd sterve, en een ander man haar neme.
7ผู้ใดที่หมั้นหญิงไว้เป็นภรรยาแล้ว แต่ยังไม่ได้แต่งงานกัน ให้ผู้นั้นกลับไปบ้านของตน เกรงว่าเขาจะตายเสียในสงคราม และชายอื่นจะได้นางไปเสีย'
8Daarna zullen de ambtlieden voortvaren te spreken tot het volk, en zeggen: Wie is de man, die vreesachtig en week van hart is? Die ga henen en kere weder naar zijn huis; opdat het hart zijner broederen niet smelte, gelijk zijn hart.
8และนายทหารจะพูดกับประชาชนต่อไปอีกว่า `ผู้ใดที่อยู่ที่นี่มีจิตใจกลัวและวิตก ให้ผู้นั้นกลับไปบ้านของตนเสีย เกรงว่าจิตใจพี่น้องของเขาจะละลายไปเหมือนกับจิตใจของเขา'
9En het zal geschieden, als die ambtlieden geeindigd zullen hebben te spreken tot het volk, zo zullen zij oversten der heiren aan de spits des volks bestellen.
9เมื่อนายทหารพูดกับประชาชนจบลงแล้ว ก็ให้เลือกตั้งผู้บังคับบัญชากองต่างๆให้เป็นหัวหน้าประชาชน
10Wanneer gij nadert tot een stad om tegen haar te strijden, zo zult gij haar den vrede toeroepen.
10เมื่อพวกท่านเข้าไปใกล้เมืองซึ่งท่านจะไปสู้รบนั้น จงเสนอหลักสันติภาพแก่เมืองนั้นก่อน
11En het zal geschieden, indien zij u vrede zal antwoorden, en u opendoen, zo zal al het volk, dat daarin gevonden wordt, u cijnsbaar zijn, en u dienen.
11ถ้าเขาตอบท่านอย่างสันติและเปิดประตูเมืองให้แก่ท่าน ก็ให้ประชาชนทั้งปวงที่พบอยู่ในเมืองนั้นทำงานโยธาให้แก่ท่านและปรนนิบัติท่าน
12Doch zo zij geen vrede met u zal maken, maar krijg tegen u voeren, zo zult gij haar belegeren.
12ถ้าเมืองนั้นไม่ร่วมสันติกับท่าน แต่กลับออกมารบ ก็ให้ท่านเข้าล้อมตีเมืองนั้นได้
13En de HEERE, uw God, zal haar in uw hand geven; en gij zult alles, wat mannelijk daarin is, slaan met de scherpte des zwaards;
13เมื่อพระเยโฮวาห์พระเจ้าประทานเมืองนั้นไว้ในมือท่านแล้ว ท่านจงฆ่าชายทุกคนเสียด้วยคมดาบ
14Behalve de vrouwen, en de kinderkens, en de beesten, en al wat in de stad zijn zal, al haar buit zult gij voor u roven; en gij zult eten den buit uwer vijanden, dien u de HEERE, uw God, gegeven heeft.
14แต่ผู้หญิงและเด็ก สัตว์และทุกสิ่งในเมืองนั้น คือของที่ริบไว้ทั้งหมด ท่านจงยึดเอาเป็นของตัว ท่านจงอิ่มใจในของที่ริบมาจากศัตรูของท่าน ซึ่งพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่านประทานแก่ท่าน
15Alzo zult gij aan alle steden doen, die zeer verre van u zijn, die niet zijn van de steden dezer volken.
15ท่านทั้งหลายจงกระทำเช่นนี้แก่ทุกหัวเมืองที่อยู่ไกลจากท่าน ซึ่งไม่ใช่หัวเมืองของประชาชาติใกล้ๆนี้
16Maar van de steden dezer volken, die u de HEERE, uw God, ten erve geeft, zult gij niets laten leven, dat adem heeft.
16แต่ในหัวเมืองของชนชาติทั้งหลายนี้ ซึ่งพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่านประทานแก่ท่านเป็นมรดก ท่านอย่าไว้ชีวิตสิ่งใดๆที่หายใจได้เลย
17Maar gij zult ze ganselijk verbannen: de Hethieten, en de Amorieten, en de Kanaanieten, en de Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten, gelijk als u de HEERE, uw God, geboden heeft;
17แต่จงทำลายเขาเสียให้สิ้นเชิง คือคนฮิตไทต์ คนอาโมไรต์ คนคานาอัน คนเปริสซี คนฮีไวต์ และคนเยบุส ดังที่พระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่านทรงบัญชาไว้
18Opdat zij ulieden niet leren te doen naar al hun gruwelen, die zij hun goden gedaan hebben, en gij zondigt tegen den HEERE, uw God.
18เพื่อว่าเขาจะมิได้สอนท่านให้กระทำสิ่งที่น่าสะอิดสะเอียนทั้งสิ้นของเขาซึ่งเขาได้กระทำต่อพวกพระของเขา เพราะการกระทำเช่นนั้นเป็นการกระทำบาปต่อพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่าน
19Wanneer gij een stad vele dagen zult belegeren, strijdende tegen haar, om die in te nemen, zo zult gij haar geboomte niet verderven, de bijl daaraan drijvende; want gij zult daarvan eten; daarom zult gij dat niet afhouwen (want het geboomte van het veld is des mensen spijze), opdat het voor uw aangezicht kome tot een bolwerk.
19เมื่อท่านล้อมหัวเมืองหนึ่งอยู่ช้านาน เพื่อจะสู้รบเอาหัวเมืองนั้น อย่าใช้ขวานฟันทำลายต้นไม้ของเมืองนั้นเสีย เพราะท่านทั้งหลายจะรับประทานผลจากต้นไม้นั้น อย่าโค่นลงเพื่อใช้ในการล้อมเมืองนั้นเลย (เพราะต้นไม้ในทุ่งนาเป็นชีวิตมนุษย์)
20Maar het geboomte, hetwelk gij kennen zult, dat het geen geboomte ter spijze is, dat zult gij verderven en afhouwen; en gij zult een bolwerk bouwen tegen deze stad, dewelke tegen u krijg voert, totdat zij ten onderga.
20เฉพาะต้นไม้ที่ท่านทราบว่าไม่ใช้เป็นอาหาร ท่านจะทำลายและโค่นลงก็ได้ เพื่อจะใช้สร้างเครื่องล้อมเมืองซึ่งสู้รบกับท่าน จนกว่าเมืองนั้นจะแตก"