¹En het zal geschieden, indien gij der stem des HEEREN, uws Gods, vlijtiglijk zult gehoorzamen, waarnemende te doen al Zijn geboden, die ik u heden gebiede, zo zal de HEERE, uw God, u hoog zetten boven alle volken der aarde.

¹"ต่อมาถ้าท่านทั้งหลายเชื่อฟังพระสุรเสียงของพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่าน และระวังที่จะกระทำตามบรรดาพระบัญญัติของพระองค์ซึ่งข้าพเจ้าบัญชาท่านในวันนี้ พระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่านจะทรงตั้งท่านไว้ให้สูงกว่าบรรดาประชาชาติทั้งหลายทั่วโลก

²En al deze zegeningen zullen over u komen, en u aantreffen, wanneer gij der stem des HEEREN uws Gods, zult gehoorzaam zijn.

²บรรดาพระพรเหล่านี้จะตามมาทันท่าน ถ้าท่านทั้งหลายเชื่อฟังพระสุรเสียงของพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่าน

³Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn in het veld.

³ท่านทั้งหลายจะรับพระพรในเมือง ท่านทั้งหลายจะรับพระพรในทุ่งนา

⁴Gezegend zal zijn de vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, en de vrucht uwer beesten, de voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee.

⁴ผลแห่งตัวของท่าน ผลแห่งพื้นดินของท่านและผลแห่งสัตว์ของท่านจะรับพระพร คือฝูงวัวของท่านที่เพิ่มขึ้น ฝูงแกะของท่านที่เพิ่มลูกขึ้น

⁵Gezegend zal zijn uw korf, en uw baktrog.

⁵กระจาดของท่าน และรางนวดแป้งของท่านจะรับพระพร

⁶Gezegend zult gij zijn in uw ingaan, gezegend zult gij zijn in uw uitgaan.

⁶ท่านจะรับพระพรเมื่อท่านเข้ามา และท่านจะรับพระพรเมื่อท่านออกไป

⁷De HEERE zal geven uw vijanden, die tegen u opstaan, geslagen voor uw aangezicht; door een weg zullen zij tot u uittrekken, maar door zeven wegen zullen zij voor uw aangezicht vlieden.

⁷พระเยโฮวาห์จะทรงกระทำให้ศัตรูผู้ลุกขึ้นต่อสู้ท่านพ่ายแพ้ต่อหน้าท่าน เขาจะออกมาต่อสู้ท่านทางหนึ่ง และหนีให้พ้นหน้าท่านเจ็ดทาง

⁸De HEERE zal den zegen gebieden, dat Hij met u zij in uw schuren, en in alles, waaraan gij uw hand slaat; en Hij zal u zegenen in het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal.

⁸พระเยโฮวาห์จะทรงบัญชาพระพรให้แก่ฉางของท่าน และบรรดากิจการที่มือท่านกระทำ และพระองค์จะทรงอำนวยพระพรแก่ท่านในแผ่นดินซึ่งพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่านประทานแก่ท่าน

⁹De HEERE zal u Zichzelven tot een heilig volk bevestigen, gelijk als Hij u gezworen heeft, wanneer gij de geboden des HEEREN, uws Gods, zult houden, en in Zijn wegen wandelen.

⁹พระเยโฮวาห์จะทรงตั้งท่านให้เป็นชนชาติบริสุทธิ์แด่พระองค์ ดังที่พระองค์ทรงปฏิญาณแก่ท่านแล้ว ถ้าท่านรักษาพระบัญญัติของพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่าน และดำเนินในพระมรรคาของพระองค์

¹⁰En alle volken der aarde zullen zien, dat de Naam des HEEREN over u genoemd is, en zij zullen voor u vrezen.

¹⁰และชนชาติทั้งหลายในโลกจะเห็นว่าเขาเรียกท่านตามพระนามพระเยโฮวาห์ และเขาทั้งหลายจะเกรงกลัวท่าน

¹¹En de HEERE zal u doen overvloeien aan goed, in de vrucht uws buiks, en in de vrucht uwer beesten, en in de vrucht uws lands; op het land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft u te zullen geven.

¹¹พระเยโฮวาห์จะทรงกระทำให้ท่านทั้งหลายอุดมสมบูรณ์ไปด้วยผลแห่งตัวของท่าน ผลของฝูงสัตว์ของท่าน และผลแห่งพื้นดินของท่าน ในแผ่นดินซึ่งพระเยโฮวาห์ทรงปฏิญาณแก่บรรพบุรุษว่าจะให้ท่าน

¹²De HEERE zal u opendoen Zijn goeden schat, den hemel, om aan uw land regen te geven te zijner tijd, en om te zegenen al het werk uwer hand; en gij zult aan vele volken lenen, maar gij zult niet ontlenen.

¹²พระเยโฮวาห์จะทรงเปิดคลังฟ้าอันดีของพระองค์ ประทานฝนแก่แผ่นดินของท่านตามฤดูกาล และทรงอำนวยพระพรแก่กิจการน้ำมือของท่าน และท่านจะให้ประชาชาติหลายประชาชาติขอยืม แต่ท่านจะไม่ขอยืมเขา

¹³En de HEERE zal u tot een hoofd maken, en niet tot een staart, en gij zult alleenlijk boven zijn, en niet onder zijn; wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die ik u heden gebiede te houden en te doen;

¹³ถ้าท่านเชื่อฟังพระบัญญัติของพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่าน ซึ่งข้าพเจ้าบัญชาท่านในวันนี้ และระวังที่จะกระทำตาม พระเยโฮวาห์จะทรงกระทำให้ท่านเป็นหัว ไม่ใช่เป็นหาง กระทำให้สูงขึ้นทางเดียว มิใช่ให้ต่ำลง

¹⁴En gij niet afwijken zult van al de woorden, die ik ulieden heden gebiede, ter rechterhand of ter linkerhand, dat gij andere goden nawandelt, om hen te dienen.

¹⁴และท่านจะไม่หันเหไปจากถ้อยคำซึ่งข้าพเจ้าบัญชาท่านในวันนี้ โดยหันไปทางขวามือหรือทางซ้าย ไปติดตามปรนนิบัติพระอื่น

¹⁵Daarentegen zal het geschieden, indien gij de stem des HEEREN, uws Gods, niet zult gehoorzaam zijn, om waar te nemen, dat gij doet al Zijn geboden en Zijn inzettingen, die ik u heden gebiede; zo zullen al deze vloeken over u komen, en u treffen.

¹⁵แต่ต่อมาถ้าท่านไม่เชื่อฟังพระสุรเสียงของพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่าน และไม่ระวังที่จะกระทำตามพระบัญญัติและกฎเกณฑ์ทั้งสิ้นของพระองค์ ซึ่งข้าพเจ้าบัญชาท่านในวันนี้ แล้วบรรดาคำสาปแช่งเหล่านี้จะตามมาทันท่าน

¹⁶Vervloekt zult gij zijn in de stad, en vervloekt zult gij zijn in het veld.

¹⁶ท่านทั้งหลายจะรับคำสาปแช่งในเมือง ท่านทั้งหลายจะรับคำสาปแช่งในทุ่งนา

¹⁷Vervloekt zal zijn uw korf, en uw baktrog.

¹⁷กระจาดของท่านและรางนวดแป้งของท่านจะรับคำสาปแช่ง

¹⁸Vervloekt zal zijn de vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, de voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee.

¹⁸ผลแห่งตัวของท่าน ผลแห่งพื้นดินของท่าน ฝูงวัวของท่านที่เพิ่มขึ้น ฝูงแกะของท่านที่เพิ่มจะรับคำสาปแช่ง

¹⁹Vervloekt zult gij zijn in uw ingaan, en vervloekt zult gij zijn in uw uitgaan.

¹⁹ท่านจะรับคำสาปแช่งเมื่อท่านเข้ามา และท่านจะรับคำสาปแช่งเมื่อท่านออกไป

²⁰De HEERE zal onder u zenden den vloek, de verstoring en het verderf, in alles, waaraan gij uw hand slaat, dat gij doen zult; totdat gij verdelgd wordt, en totdat gij haastelijk omkomt, vanwege de boosheid uwer werken, waarmede gij Mij verlaten hebt.

²⁰พระเยโฮวาห์จะทรงบันดาลให้คำสาปแช่ง ความวุ่นวาย และการตำหนิมีขึ้นแก่บรรดากิจการที่มือท่านกระทำจนท่านจะถูกทำลายและพินาศอย่างรวดเร็ว เนื่องด้วยความชั่วซึ่งท่านได้กระทำเพราะท่านได้ทอดทิ้งเราเสีย

²¹De HEERE zal u de pestilentie doen aankleven, totdat Hij u verdoe van het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.

²¹พระเยโฮวาห์จะทรงบันดาลให้โรคร้ายติดพันท่าน จนพระองค์จะทรงเผาผลาญท่านให้สิ้นเสียจากแผ่นดิน ซึ่งท่านเข้าไปยึดครองนั้น

²²De HEERE zal u slaan met tering, en met koorts, en met vurigheid, en met hitte, en met droogte, en met brandkoren, en met honigdauw, die u vervolgen zullen, totdat gij omkomt.

²²พระเยโฮวาห์จะทรงเฆี่ยนตีท่านด้วยความซูบผอม และด้วยความไข้ ความอักเสบ ความร้อนอย่างรุนแรง ด้วยดาบ ด้วยพายุร้อนกล้า ด้วยราขึ้น และสิ่งเหล่านี้จะติดตามท่านไปจนท่านพินาศ

²³En uw hemel, die boven uw hoofd is, zal koper zijn, en de aarde, die onder u is, zal ijzer zijn.

²³และฟ้าสวรรค์ที่อยู่เหนือศีรษะของท่านจะเป็นทองสัมฤทธิ์ และแผ่นดินที่อยู่ใต้ท่านจะเป็นเหล็ก

²⁴De HEERE, uw God, zal pulver en stof tot regen uws lands geven; van den hemel zal het op u nederdalen, totdat gij verdelgd wordt.

²⁴พระเยโฮวาห์จะทรงบันดาลให้ฝนในแผ่นดินของท่านเป็นฝุ่นและละออง ลงมาจากอากาศอยู่เหนือท่านทั้งหลายจนกว่าท่านจะถูกทำลาย

²⁵De HEERE zal u geslagen geven voor het aangezicht uwer vijanden; door een weg zult gij tot hem uittrekken, en door zeven wegen zult gij voor zijn aangezicht vlieden; en gij zult van alle koninkrijken der aarde beroerd worden.

²⁵พระเยโฮวาห์จะทรงกระทำให้ท่านพ่ายแพ้ต่อหน้าศัตรูของท่าน ท่านจะออกไปต่อสู้เขาทางเดียว แต่จะหนีให้พ้นหน้าเขาเจ็ดทาง และท่านทั้งหลายจะถูกถอนออกไปอยู่ตามบรรดาราชอาณาจักรทั่วโลก

²⁶En uw dood lichaam zal aan alle gevogelte des hemels, en aan de beesten der aarde tot spijze zijn; en niemand zal ze afschrikken.

²⁶ซากศพของท่านทั้งหลายจะเป็นอาหารของนกทั้งหลายในอากาศ และสำหรับสัตว์ป่าในโลก และไม่มีผู้ใดขับไล่ฝูงสัตว์เหล่านั้นไป

²⁷De HEERE zal u slaan met zweren van Egypte, en met spenen, en met droge schurft, en met krauwsel, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden.

²⁷พระเยโฮวาห์จะทรงเฆี่ยนตีท่านด้วยฝีอียิปต์ ด้วยริดสีดวงทวารขั้นรุนแรง ด้วยโรคลักปิดลักเปิด และด้วยโรคคัน ซึ่งจะรักษาไม่ได้

²⁸De HEERE zal u slaan met onzinnigheid, en met blindheid, en met verbaasdheid des harten;

²⁸พระเยโฮวาห์จะทรงเฆี่ยนตีท่านด้วยโรควิกลจริต โรคตาบอด และให้จิตใจยุ่งเหยิง

²⁹Dat gij op den middag zult omtasten, gelijk als een blinde omtast in het donkere, en uw wegen niet zult voorspoedig maken; maar gij zult alleenlijk verdrukt en beroofd zijn alle dagen, en er zal geen verlosser zijn.

²⁹ท่านจะต้องคลำไปในเวลาเที่ยง เหมือนคนตาบอดคลำไปในความมืด และท่านจะไม่มีความเจริญในหนทางของท่าน ท่านจะถูกบีบคั้นและถูกปล้นอยู่เสมอ และจะไม่มีใครช่วยท่านได้เลย

³⁰Gij zult een vrouw ondertrouwen, maar een ander zal haar beslapen; een huis zult gij bouwen, maar daarin niet wonen; een wijngaard zult gij planten, maar dien niet gemeen maken.

³⁰ท่านจะหมั้นหญิงคนหนึ่งไว้เป็นภรรยา และชายอื่นจะเข้าไปสมสู่กับนาง ท่านจะก่อสร้างเรือน แต่จะไม่ได้อาศัยอยู่ในนั้น ท่านจะปลูกสวนองุ่น แต่ท่านจะไม่ได้เก็บผลองุ่นนั้นเข้ามา

³¹Uw os zal voor uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan niet eten; uw ezel zal van voor uw aangezicht geroofd worden, en tot u niet wederkeren; uw klein vee zal aan uw vijanden gegeven worden, en voor u zal geen verlosser zijn.

³¹คนจะฆ่าวัวของท่านต่อหน้าต่อตาท่าน ท่านจะมิได้รับประทานเนื้อวัวนั้น เขาจะมาแย่งชิงลาไปต่อหน้าต่อตาท่าน และเขาจะไม่เอากลับคืนมาให้ท่าน ฝูงแพะแกะของท่านจะต้องเอาไปให้ศัตรูของท่าน และจะไม่มีใครช่วยท่านได้เลย

³²Uw zonen en uw dochteren zullen aan een ander volk gegeven worden, dat het uw ogen aanzien, en naar hen bezwijken den gansen dag; maar het zal in het vermogen uwer hand niet zijn.

³²เขาจะเอาบุตรชายและบุตรสาวของท่านไปให้แก่ประชาชาติอื่น ส่วนตาของท่านจะมองดูและมืดมัวลงด้วยความอาลัยอาวรณ์ตลอดเวลา อำนาจน้ำมือของท่านก็ไม่สามารถจะป้องกันได้

³³De vrucht van uw land en al uw arbeid zal een volk eten, dat gij niet gekend hebt; en gij zult alle dagen alleenlijk verdrukt en gepletterd zijn.

³³ชนชาติที่ท่านไม่เคยรู้จักมาแต่ก่อนจะมารับประทานพืชผลแห่งแผ่นดินของท่าน และกินผลงานทั้งปวงของท่าน เขาจะบีบคั้นและเหยียบย่ำท่านเสมอไป

³⁴En gij zult onzinnig zijn, vanwege het gezicht uwer ogen, dat gij zien zult.

³⁴ดังนั้นภาพที่ท่านเห็นจึงจะกระทำให้ท่านบ้าคลั่งไป

³⁵De HEERE zal u slaan met boze zweren, aan de knieen en aan de benen, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden, van uw voetzool af tot aan uw schedel.

³⁵พระเยโฮวาห์จะทรงเฆี่ยนตีท่านด้วยฝีร้ายที่หัวเข่า และที่ขา ซึ่งท่านจะรักษาให้หายไม่ได้ เป็นตั้งแต่ฝ่าเท้าจนถึงกระหม่อมของท่าน

³⁶De HEERE zal u, mitsgaders uw koning, dien gij over u zult gesteld hebben, doen gaan tot een volk, dat gij niet gekend hebt, noch uw vaderen; en aldaar zult gij dienen andere goden, hout en steen.

³⁶พระเยโฮวาห์จะทรงนำท่าน และกษัตริย์ผู้ที่ท่านแต่งตั้งไว้เหนือท่านนั้น ไปยังประชาชาติซึ่งท่านและบรรพบุรุษของท่านไม่รู้จักมาก่อน ณ ที่นั้นท่านจะปรนนิบัติพระอื่นที่ทำด้วยไม้และด้วยหิน

³⁷En gij zult zijn tot een schrik, tot een spreekwoord en tot een spotrede, onder al de volken, waarheen u de HEERE leiden zal.

³⁷ท่านจะเป็นที่น่าตกตะลึง เป็นคำภาษิต เป็นที่คำครหาท่ามกลางชนชาติทั้งปวงที่พระเยโฮวาห์ทรงนำท่านไปนั้น

³⁸Gij zult veel zaads op den akker uitbrengen, maar gij zult weinig inzamelen; want de sprinkhaan zal het verteren.

³⁸ท่านจะต้องเอาพืชไปหว่านไว้ในนามากและเก็บผลเข้ามาแต่น้อย เพราะตั๊กแตนจะกัดกินเสีย

³⁹Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn drinken, noch iets vergaderen; want de worm zal het afeten.

³⁹ท่านจะปลูกและแต่งต้นองุ่น แต่ท่านจะไม่ได้ดื่มน้ำองุ่นหรือเก็บผลเข้ามา เพราะตัวหนอนจะกินมันเสีย

⁴⁰Olijfbomen zult gij hebben in al uw landpalen, maar gij zult u met olie niet zalven; want uw olijfboom zal zijn vrucht afwerpen.

⁴⁰ท่านจะมีต้นมะกอกเทศอยู่ทั่วอาณาเขตของท่าน แต่ท่านจะไม่ได้น้ำมันมาชโลมตัวท่าน เพราะว่าผลมะกอกเทศของท่านจะร่วงหล่นเสีย

⁴¹Zonen en dochteren zult gij gewinnen, maar zij zullen voor u niet zijn; want zij zullen in gevangenis gaan.

⁴¹ท่านจะให้กำเนิดบุตรชายและบุตรสาว แต่จะไม่เป็นของท่าน เพราะเขาจะตกไปเป็นเชลย

⁴²Al uw geboomte, en de vrucht uws lands zal het boos gewormte erfelijk bezitten.

⁴²ต้นไม้ทั้งหลายของท่านและผลจากพื้นดินของท่านนั้น ตั๊กแตนจะถือกรรมสิทธิ์

⁴³De vreemdeling, die in het midden van u is, zal hoog, hoog boven u opklimmen; en gij zult laag, laag nederdalen.

⁴³คนต่างด้าวซึ่งอยู่ท่ามกลางท่าน จะสูงขึ้นไปเหนือท่านทุกทีๆ และท่านจะต่ำลงทุกทีๆ

⁴⁴Hij zal u lenen, maar gij zult hem niet lenen; hij zal tot een hoofd zijn, en gij zult tot een staart zijn.

⁴⁴เขาจะให้ท่านทั้งหลายยืมของของเขาได้ และท่านจะไม่มีให้เขายืม เขาจะเป็นหัว และท่านจะเป็นหาง

⁴⁵En al deze vloeken zullen over u komen, en u vervolgen, en u treffen, totdat gij verdelgd wordt; omdat gij der stem des HEEREN, uws Gods, niet gehoorzaam zult geweest zijn, om te houden Zijn geboden en Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft.

⁴⁵ยิ่งกว่านั้นคำสาปแช่งทั้งหมดนี้จะตามหาท่าน และตามทันท่านจนกว่าท่านจะถูกทำลาย เพราะว่าท่านไม่เชื่อฟังพระสุรเสียงของพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่าน ที่จะรักษาพระบัญญัติและกฎเกณฑ์ของพระองค์ซึ่งพระองค์บัญชาท่านไว้

⁴⁶En zij zullen onder u tot een teken, en tot een wonder zijn, ja, onder uw zaad tot in eeuwigheid.

⁴⁶สิ่งเหล่านี้จะเป็นหมายสำคัญและการมหัศจรรย์อยู่เหนือท่าน และเหนือเชื้อสายของท่านเป็นนิตย์

⁴⁷Omdat gij den HEERE, uw God, niet gediend zult hebben met vrolijkheid en goedheid des harten, vanwege de veelheid van alles;

⁴⁷เพราะท่านมิได้ปรนนิบัติพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่านด้วยความร่าเริงและใจยินดี เพราะเหตุมีสิ่งสารพัดบริบูรณ์

⁴⁸Zo zult gij uw vijanden, die de HEERE onder u zenden zal, dienen, in honger en in dorst, en in naaktheid, en in gebrek van alles; en Hij zal een ijzeren juk op uw hals leggen, totdat Hij u verdelge.

⁴⁸เพราะฉะนั้นท่านจึงต้องปรนนิบัติศัตรูของท่าน ซึ่งพระเยโฮวาห์จะทรงใช้มาต่อสู้ท่าน ด้วยความหิวและกระหาย เปลือยกายและขัดสนทุกอย่าง และพระองค์จะทรงวางแอกเหล็กบนคอของท่าน จนกว่าพระองค์จะทำลายท่านเสียสิ้น

⁴⁹De HEERE zal tegen u een volk verheffen van verre, van het einde der aarde, gelijk als een arend vliegt; een volk, welks spraak gij niet zult verstaan;

⁴⁹พระเยโฮวาห์จะทรงนำประชาชาติหนึ่งมาต่อสู้กับท่านจากทางไกล จากที่สุดปลายแผ่นดินโลก เร็วเหมือนนกอินทรีบินมา เป็นประชาชาติที่ท่านไม่รู้จักภาษาของเขา

⁵⁰Een volk, stijf van aangezicht, dat het aangezicht des ouden niet zal aannemen, noch den jonge genadig zijn.

⁵⁰เป็นประชาชาติที่มีหน้าตาดุร้าย คือผู้ซึ่งไม่เคารพคนแก่ และไม่โปรดปรานคนหนุ่มสาว

⁵¹En het zal de vrucht uwer beesten, en de vrucht uws lands opeten, totdat gij verdelgd zult zijn; hetwelk u geen koren, most noch olie, voortzetting uwer koeien noch kudden van uw klein vee zal overig laten, totdat Hij u verdoe.

⁵¹และจะรับประทานผลของฝูงสัตว์ของท่าน และพืชผลจากพื้นดินของท่าน จนท่านจะถูกทำลาย ทั้งเขาจะไม่เหลือข้าว น้ำองุ่นหรือน้ำมัน ลูกวัว หรือลูกแกะอ่อนไว้ให้ท่าน จนกว่าเขาจะกระทำให้ท่านพินาศ

⁵²En het zal u beangstigen in al uw poorten, totdat uw hoge en vaste muren nedervallen, op welke gij vertrouwdet in uw ganse land; ja, het zal u beangstigen in al uw poorten, in uw ganse land, dat u de HEERE, uw God, gegeven heeft.

⁵²เขาจะล้อมท่านไว้ทุกประตูเมืองจนกำแพงสูงและเข้มแข็งซึ่งท่านไว้วางใจนั้นพังทลายลงทั่วแผ่นดินของท่าน คือเขาจะล้อมท่านไว้ทุกประตูเมืองทั่วแผ่นดินของท่านซึ่งพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่านประทานแก่ท่าน

⁵³En gij zult eten de vrucht uws buiks, het vlees uwer zonen en uwer dochteren, die u de HEERE, uw God, gegeven zal hebben; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijanden u zullen benauwen

⁵³ท่านจะต้องรับประทานผลแห่งตัวของท่านเป็นอาหาร คือเนื้อบุตรชายและบุตรสาวของท่าน ผู้ซึ่งพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่านประทานแก่ท่าน ในการล้อมและในความทุกข์ลำบากซึ่งศัตรูของท่านมาทำให้ท่านทั้งหลายทุกข์ลำบากนั้น

⁵⁴Aangaande den man, die teder onder u, en die zeer wellustig geweest is, zijn oog zal kwaad zijn tegen zijn broeder en tegen de huisvrouw zijns schoots, en tegen zijn overige zonen, die hij overgehouden zal hebben;

⁵⁴ผู้ชายสำรวยและสำอางเหลือเกินในหมู่พวกท่านทั้งหลาย ตาเขาจะชั่วร้ายต่อพี่น้องของตน ต่อภรรยาที่อยู่ในอ้อมอกของตนและต่อลูกๆคนสุดท้ายที่เหลืออยู่กับตน

⁵⁵Dat hij niet aan een van die zal geven van het vlees zijner zonen, die hij eten zal, omdat hij voor zich niets heeft overgehouden; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u in al uw poorten zal benauwen.

⁵⁵จนเขาจะไม่ยอมให้ใครกินเนื้อลูกของตนซึ่งกำลังกินอยู่ เพราะไม่มีอะไรเหลือให้เขาอีกแล้วในการล้อมและในความทุกข์ลำบาก ซึ่งศัตรูของท่านมาทำให้ท่านทั้งหลายทุกข์ลำบากทุกประตูเมือง

⁵⁶Aangaande de tedere en wellustige vrouw onder u, die niet verzocht heeft haar voetzool op de aarde te zetten, omdat zij zich wellustig en teder hield; haar oog zal kwaad zijn tegen den man haars schoots, en tegen haar zoon, en tegen haar dochter;

⁵⁶ผู้หญิงสำรวยและสำอางเหลือเกินในหมู่พวกท่าน ซึ่งไม่เคยย่างเท้าลงที่พื้นดินเพราะเป็นคนสำอางและสำรวยอย่างนั้น ตาเขาจะชั่วร้ายต่อสามีในอ้อมอกของเธอ และต่อบุตรชายและบุตรสาวของเธอ

⁵⁷En dat om haar nageboorte, die van tussen haar voeten uitgegaan zal zijn, en om haar zonen, die zij gebaard zal hebben; want zij zal hen eten in het verborgene, vermits gebrek van alles; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u zal benauwen in uw poorten.

⁵⁷ต่อรกซึ่งเพิ่งออกมาจากหว่างขาของเธอ และต่อลูกแดงที่เพิ่งคลอด เพราะว่าเธอจะกินเป็นอาหารเงียบๆเพราะขัดสนทุกอย่าง ในการถูกล้อมและในความทุกข์ลำบาก ซึ่งศัตรูของท่านมาทำให้ท่านทั้งหลายทุกข์ลำบากทุกประตูเมือง

⁵⁸Indien gij niet zult waarnemen te doen al de woorden dezer wet, die in dit boek geschreven zijn, om te vrezen dezen heerlijken en vreselijken Naam den HEERE uw God;

⁵⁸ถ้าท่านทั้งหลายไม่ระวังที่จะกระทำตามถ้อยคำทั้งสิ้นของพระราชบัญญัติซึ่งเขียนไว้ในหนังสือม้วนนี้ ที่จะให้ยำเกรงพระนามที่ทรงสง่าราศีและที่น่าสะพึงกลัวนี้ คือพระนามพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่าน

⁵⁹Zo zal de HEERE uw plagen wonderlijk maken, mitsgaders de plagen van uw zaad; het zullen grote en gewisse plagen, en boze en gewisse krankten zijn.

⁵⁹แล้วพระเยโฮวาห์จะทรงนำมาสู่ท่านและเชื้อสายของท่านด้วยภัยพิบัติอย่างผิดธรรมดา ภัยพิบัติร้ายแรงและช้านาน และความเจ็บไข้ต่างๆที่ร้ายแรงและช้านาน

⁶⁰En Hij zal op u doen keren alle kwalen van Egypte, voor dewelke gij gevreesd hebt, en zij zullen u aanhangen.

⁶⁰ยิ่งกว่านั้นพระองค์จะทรงนำโรคทั้งหลายแห่งอียิปต์ ซึ่งท่านกลัวนั้นมาสู่ท่าน และมันจะติดพันท่านอยู่

⁶¹Ook alle krankte, en alle plage, die in het boek dezer wet niet geschreven is, zal de HEERE over u doen komen, totdat gij verdelgd wordt.

⁶¹เช่นเดียวกันโรคทุกอย่างและภัยพิบัติทุกอย่าง ซึ่งมิได้ระบุไว้ในหนังสือพระราชบัญญัตินี้ พระเยโฮวาห์จะทรงนำมายังท่าน จนกว่าท่านทั้งหลายจะถูกทำลาย

⁶²En gij zult met weinige mensen overgelaten worden, in plaats dat gij geweest zijt als de sterren des hemels in menigte; omdat gij der stem des HEEREN, uws Gods, niet gehoorzaam geweest zijt.

⁶²ซึ่งพวกท่านทั้งหลายมีมากอย่างดวงดาวในท้องฟ้านั้น ท่านก็จะเหลือแต่จำนวนน้อย เพราะว่าท่านไม่เชื่อฟังพระสุรเสียงของพระเยโฮวาห์พระเจ้าของท่าน

⁶³En het zal geschieden, gelijk als de HEERE Zich over ulieden verblijdde, u goed doende en u vermenigvuldigende, alzo zal Zich de HEERE over u verblijden, u verdoende en u verdelgende; en gij zult uitgerukt worden uit het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.

⁶³และต่อมาซึ่งพระเยโฮวาห์พอพระทัยที่จะทรงกระทำดีต่อท่านและอำนวยพระพรให้ท่านทวีมากขึ้นนั้น พระเยโฮวาห์ก็จะทรงพอพระทัยที่จะทรงทำให้ท่านพินาศและทำลายท่านเสียเช่นเดียวกัน ท่านจะต้องถูกเด็ดทิ้งไปเสียจากแผ่นดินซึ่งท่านกำลังจะเข้าไปยึดครองนั้น

⁶⁴En de HEERE zal u verstrooien onder alle volken, van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde; en aldaar zult gij andere goden dienen, die gij niet gekend hebt, noch uw vaders, hout en steen.

⁶⁴และพระเยโฮวาห์จะทรงกระทำให้ท่านทั้งหลายกระจัดกระจายไปท่ามกลางชนชาติทั้งหลาย ตั้งแต่ที่สุดปลายโลกข้างนี้ไปถึงข้างโน้น ณ ที่นั้นท่านจะปรนนิบัติพระอื่นๆ ซึ่งท่านและบรรพบุรุษของท่านไม่รู้จักคือ พระซึ่งทำด้วยไม้และศิลา

⁶⁵Daartoe zult gij onder dezelve volken niet stil zijn, en uw voetzool zal geen rust hebben; want de HEERE zal u aldaar een bevend hart geven, en bezwijking der ogen, en mattigheid der ziel.

⁶⁵เมื่อท่านอยู่ท่ามกลางประชาชาติต่างๆนั้น ท่านจะไม่พบความสบายเลย ฝ่าเท้าของท่านจะไม่มีที่หยุดพัก เพราะพระเยโฮวาห์จะประทานให้ท่านมีจิตใจที่หวาดหวั่น มีตาที่มืดมัวลงและมีชีวิตที่ค่อยๆวอดลง

⁶⁶En uw leven zal tegenover u hangen; en gij zult nacht en dag schrikken, en gij zult van uw leven niet zeker zijn.

⁶⁶และชีวิตของท่านก็จะแขวนอยู่ข้างหน้าท่านอย่างสงสัย ท่านจะครั่นคร้ามอยู่ทั้งกลางคืนและกลางวัน ไม่มีความแน่ใจในชีวิตของท่านเลย

⁶⁷Des morgens zult gij zeggen: Och, dat het avond ware; en des avonds zult gij zeggen: Och, dat het morgen ware; vermits den schrik uws harten, waarmede gij zult verschrikt zijn, en vermits het gezicht uwer ogen, dat gij zien zult.

⁶⁷ในเวลาเช้าท่านจะกล่าวว่า `ถ้าเป็นเวลาเย็นก็จะดี' และในเวลาเย็นท่านจะกล่าวว่า `ถ้าเป็นเวลาเช้าก็จะดี' เพราะความครั่นคร้ามซึ่งมีอยู่ในจิตใจท่านนั้น และเพราะสิ่งที่ตาท่านจะเห็น

⁶⁸En de HEERE zal u naar Egypte doen wederkeren in schepen, door een weg, waarvan ik u gezegd heb: Gij zult dien niet meer zien; en aldaar zult gij u aan uw vijanden willen verkopen tot dienstknechten en tot dienstmaagden; maar er zal geen koper zijn.

⁶⁸และพระเยโฮวาห์จะนำท่านกลับมาทางเรือถึงอียิปต์ เป็นการเดินทางซึ่งข้าพเจ้าได้กล่าวว่า ท่านจะไม่พบเห็นอีกเลย ณ ที่นั่นท่านจะต้องมอบตัวขายให้ศัตรูเป็นทาสชายและทาสหญิง แต่จะไม่มีผู้ใดซื้อท่าน"