Dutch Staten Vertaling

Thai King James Version

Ezekiel

16

1Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
1พระวจนะของพระเยโฮวาห์มายังข้าพเจ้าอีกว่า
2Mensenkind, maak Jeruzalem haar gruwelen bekend,
2"บุตรแห่งมนุษย์เอ๋ย จงให้เยรูซาเล็มทราบถึงสิ่งที่น่าสะอิดสะเอียนของตัวเธอเอง
3En zeg: Alzo zegt de Heere HEERE tot Jeruzalem: Uw handelingen en uw geboorten zijn uit het land der Kanaanieten; uw vader was een Amoriet en uw moeder een Hethietische.
3และกล่าวว่า องค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสอย่างนี้แก่เยรูซาเล็มว่า ดั้งเดิมและกำเนิดของเจ้าเป็นแผ่นดินของคนคานาอัน พ่อของเจ้าเป็นคนอาโมไรต์ และแม่ของเจ้าเป็นคนฮิตไทต์
4En aangaande uw geboorten: ten dage, als gij geboren waart, werd uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water gewassen, toen Ik u aanschouwde; gij waart ook geenszins met zout gewreven, noch in windselen gewonden.
4พูดถึงกำเนิดของเจ้า ในวันที่เจ้าเกิดมานั้นเขามิได้ตัดสายสะดือ และเขาก็มิได้ใช้น้ำล้างชำระเจ้า มิได้เอาเกลือถู มิได้เอาผ้าพันเจ้าไว้
5Geen oog had medelijden over u, om u een van deze dingen te doen, om zich over u te erbarmen; maar gij zijt geworpen geweest op het vlakke des velds, om de walgelijkheid van uw ziel, ten dage, toen gij geboren waart.
5ไม่มีตาสักดวงหนึ่งสงสารเจ้า ที่จะเมตตาเจ้าและกระทำสิ่งเหล่านี้ให้เจ้า เจ้าถูกทอดทิ้งในพื้นทุ่ง เพราะในวันที่เจ้าเกิดนั้นเจ้าเป็นที่รังเกียจ
6Als Ik bij u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef!
6และเมื่อเราผ่านเจ้าไป เห็นเจ้าดิ้นกระแด่วๆอยู่ในกองโลหิตของเจ้า เราก็พูดกับเจ้าในกองโลหิตของเจ้าว่า `จงมีชีวิตอยู่' เออ เราก็พูดกับเจ้าในกองโลหิตของเจ้าว่า `จงมีชีวิตอยู่'
7Ik heb u tot tien duizend, als het gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid, en groot geworden, en zijt gekomen tot grote sierlijkheid; uw borsten zijn vast geworden, en uw haar is gewassen, doch gij waart naakt en bloot.
7เราได้กระทำให้เจ้าทวีคูณเหมือนอย่างพืชในท้องนา เจ้าก็เติบโตและสูงขึ้นจนเป็นสาวเต็มตัว ถันของเจ้าก็ก่อรูปขึ้นมา และขนของเจ้าก็งอก ทั้งๆที่เจ้าเคยเปลือยเปล่าและล่อนจ้อน
8Als Ik nu bij u voorbijging, zag Ik u, en ziet, uw tijd was de tijd der minne; zo breidde Ik Mijn vleugel over u uit, en dekte uw naaktheid; ja, Ik zwoer u, en kwam met u in een verbond, spreekt de Heere HEERE en gij werdt de Mijne.
8และเมื่อเราผ่านเจ้าไปอีกครั้งหนึ่งและมองดูเจ้า ดูเถิด เจ้ามีอายุรู้จักรักแล้ว เราก็ขยายชายเสื้อคลุมเจ้าและปกคลุมความเปลือยเปล่าของเจ้าไว้ องค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสว่า เออ เราก็ปฏิญาณและกระทำพันธสัญญากับเจ้า และเจ้าก็เป็นของเรา
9Daarna wies Ik u met water, en Ik spoelde uw bloed van u af, en zalfde u met olie.
9และเราก็เอาเจ้าอาบน้ำ ล้างโลหิตเสียจากเจ้า และเจิมเจ้าด้วยน้ำมัน
10Ik bekleedde u ook met gestikt werk, en Ik schoeide u met dassenvellen, en omgordde u met fijn linnen, en bedekte u met zijde.
10เราแต่งตัวเจ้าด้วยเสื้อปัก และเอารองเท้าหนังทาคัชสวมให้เจ้า เราพันเจ้าไว้ด้วยผ้าป่านเนื้อละเอียด และคลุมเจ้าไว้ด้วยผ้าไหม
11Ook versierde Ik u met sieraad, en deed armringen aan uw handen, en een keten aan uw hals.
11เราแต่งตัวเจ้าด้วยเครื่องอาภรณ์ สวมกำไลมือให้เจ้า และสวมสร้อยคอให้เจ้า
12Desgelijks deed Ik een voorhoofdsiersel aan uw aangezicht, en oorringen aan uw oren, en een kroon der heerlijkheid op uw hoofd.
12เราเอาเพชรพลอยเม็ดหนึ่งใส่หน้าผากเจ้า และใส่ตุ้มหูที่หูของเจ้า และสวมมงกุฎงามไว้บนศีรษะของเจ้า
13Zo waart gij versierd met goud en zilver, en uw kleding was fijn linnen, en zijde, en gestikt werk; gij at meelbloem, en honig, en olie, en gij waart gans zeer schoon, en waart voorspoedig, dat gij een koninkrijk werdt.
13เราก็ประดับเจ้าด้วยทองคำและเงิน และเสื้อผ้าของเจ้าก็เป็นผ้าป่านเนื้อละเอียด ผ้าไหมและผ้าปัก เจ้ากินยอดแป้ง น้ำผึ้งและน้ำมัน เจ้างามเลิศทีเดียว และเจ้าเจริญขึ้นเป็นชั้นจ้าว
14Daartoe ging van u een naam uit onder de heidenen om uw schoonheid; want die was volmaakt door Mijn heerlijkheid, die Ik op u gelegd had, spreekt de Heere HEERE.
14ชื่อเสียงของเจ้าก็ลือไปท่ามกลางประชาชาติเพราะความงามของเจ้า ด้วยความงามนั้นก็สมบูรณ์ทีเดียว เนื่องจากความสง่างามที่เราได้ทุ่มเทให้เจ้า องค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสดังนี้แหละ
15Maar gij hebt vertrouwd op uw schoonheid, en hebt gehoereerd vanwege uw naam; ja, hebt uw hoererijen uitgestort aan een ieder, die voorbijging; voor hem was zij.
15แต่เจ้าวางใจในความงามของเจ้า และได้เล่นชู้เพราะชื่อเสียงของเจ้า ไม่ว่าผู้ใดจะผ่านมา เจ้าก็ให้หลงระเริงไปด้วยการเล่นชู้ของเจ้า
16En gij hebt van uw klederen genomen, en u gemaakt geplekte hoogten, en hebt daarop gehoereerd; zulks is niet gekomen, en zal niet geschieden.
16เจ้าเอาเสื้อผ้าของเจ้าบ้าง และเจ้าได้สร้างบรรดาปูชนียสถานสูง ประดับอย่างหรูหรา แล้วก็เล่นชู้อยู่บนนั้น ไม่เคยมีเหมือนอย่างนี้ ต่อไปก็ไม่มีเหมือน
17Daartoe hebt gij genomen de vaten uws sieraads van Mijn goud en van Mijn zilver, dat Ik u gegeven had, en gij hebt u mansbeelden gemaakt, en gij hebt met dezelve gehoereerd.
17เจ้ายังเอาเครื่องรูปพรรณอันงามของเจ้า ซึ่งเป็นทองคำของเราและเงินของเรา ซึ่งเราได้ให้แก่เจ้า แล้วเจ้าสร้างเป็นรูปผู้ชายสำหรับเจ้า และเจ้าก็เล่นชู้อยู่กับรูปเหล่านั้น
18En gij hebt uw gestikte klederen genomen, en hebt ze bedekt; en gij hebt Mijn olie en Mijn reukwerk voor hun aangezichten gesteld.
18เจ้าเอาเครื่องแต่งตัวที่ปักไปห่มรูปเหล่านั้นไว้ และวางน้ำมันและเครื่องหอมของเราไว้ข้างหน้ามัน
19En Mijn brood, hetwelk Ik u gaf, meelbloem en olie, en honig, waarmede Ik u spijsde, dat hebt gij ook voor hun aangezichten gesteld tot een liefelijken reuk; zo is het geschied, spreekt de Heere HEERE.
19อาหารที่เราให้แก่เจ้าก็เหมือนกัน คือเราเลี้ยงเจ้าด้วยยอดแป้ง น้ำมันและน้ำผึ้ง เจ้าก็เอามาวางข้างหน้ามัน ให้เป็นกลิ่นหอมที่พึงใจ และก็เป็นอย่างนั้น องค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสดังนี้แหละ
20Verder hebt gij uw zonen en uw dochteren, die gij Mij gebaard hadt, genomen, en hebt ze denzelven geofferd om te verteren; is het wat kleins van uw hoererijen,
20ยิ่งกว่านั้นอีก เจ้าได้นำบุตรชายของเจ้าและบุตรสาวของเจ้า ซึ่งเจ้าได้ให้บังเกิดมาเพื่อเรา และเจ้าก็ได้ถวายบูชาแก่มันเพื่อให้มันเผาผลาญ การเล่นชู้ของเจ้าเป็นสิ่งเล็กน้อยอยู่หรือ
21Dat gij Mijn kinderen geslacht hebt, en hebt ze overgegeven, als gij dezelve voor hen door het vuur hebt doen gaan?
21เจ้าจึงได้ฆ่าลูกของเราถวายแก่รูปเหล่านั้นโดยให้ลุยไฟ
22Ook hebt gij bij al uw gruwelen en uw hoererijen niet gedacht aan de dagen uwer jonkheid, als gij naakt en bloot waart, als gij vertreden waart in uw bloed.
22และในการอันน่าสะอิดสะเอียนของเจ้าและการเล่นชู้ของเจ้า เจ้ามิได้ระลึกถึงวันที่เจ้ายังเด็กอยู่เมื่อเจ้าเปลือยเปล่าและล่อนจ้อน และมัวหมองอยู่ในกองเลือดของเจ้า
23Het is ook geschied na al uw boosheid,, wee, wee u, spreekt de Heere HEERE),
23ต่อมาภายหลังจากความชั่วร้ายทั้งสิ้นของเจ้า (องค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสว่า วิบัติ วิบัติแก่เจ้า)
24Dat gij u een verwelfsel gebouwd hebt, en u een hoge plaats gemaakt hebt in elke straat.
24เจ้าได้สร้างห้องหลังคาโค้งสำหรับตัว ถนนทุกสายเจ้าก็สร้างสถานที่สูงสำหรับตัว
25Aan elk hoofd des wegs hebt gij uw hoge plaatsen gebouwd, en hebt uw schoonheid gruwelijk gemaakt, en hebt met uw benen geschreden voor een ieder, die voorbijging, en hebt uw hoererijen vermenigvuldigd.
25หัวถนนทุกแห่งเจ้าสร้างที่สูงของเจ้า และเอาความงามของเจ้ามาทำลามก อ้าเท้าของเจ้าให้ผู้ที่ผ่านไปมาไม่ว่าใคร และทวีการเล่นชู้ของเจ้า
26Gij hebt ook gehoereerd met de kinderen van Egypte, uw naburen, die groot van vlees zijn; en gij hebt uw hoererij vermenigvuldigd, om Mij tot toorn te verwekken.
26เจ้าได้เล่นชู้กับคนอียิปต์ ซึ่งเป็นเพื่อนบ้านที่มักมากของเจ้า ทวีการเล่นชู้ของเจ้าเพื่อกระทำให้เรากริ้ว
27Ziet, daarom strekte Ik Mijn hand over u uit, en verminderde uw bescheiden deel; en Ik gaf u over in den lust dergenen, die u haten, der dochteren der Filistijnen, die vanwege uw schandelijken weg beschaamd waren.
27ดูเถิด เราจึงเหยียดมือของเราออกต่อสู้เจ้า และลดอาหารส่วนแบ่งของเจ้าลง และมอบเจ้าไว้ให้แก่พวกที่เกลียดเจ้าให้เขากระทำตามใจชอบ คือบรรดาบุตรสาวคนฟีลิสเตีย ผู้ซึ่งละอายในความประพฤติอันแก่กามของเจ้า
28Verder hebt gij gehoereerd met de kinderen van Assur, omdat gij onverzadelijk waart; ja, als gij met hen gehoereerd hebt, zijt gij ook niet verzadigd geworden.
28เจ้ายังเล่นชู้กับคนอัสซีเรียด้วย เพราะว่าเจ้าไม่รู้จักอิ่ม เออ เจ้าเล่นชู้กับเขาทั้งหลาย ถึงกระนั้นเจ้าก็ยังไม่อิ่มใจ
29Maar gij hebt uw hoererij vermenigvuldigd in het land van Kanaan tot in Chaldea; en daarmede ook zijt gij niet verzadigd geworden.
29เจ้ายังทวีการเล่นชู้ของเจ้าในแผ่นดินคานาอันกับคนเคลเดีย ถึงแม้กับแผ่นดินนี้เจ้าก็ยังไม่อิ่มใจ
30Hoe zwak is uw hart (spreekt de Heere HEERE) als gij al deze dingen doet, zijnde het werk van een heersende hoerachtige vrouw!
30องค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสว่า แหมใจของเจ้าเป็นโรครักเสียจริงๆในเมื่อเจ้ากระทำสิ่งเหล่านี้ ซึ่งเป็นการกระทำของหญิงแพศยาไพร่ๆ
31Als gij uw verwelfsel bouwt aan het hoofd van iederen weg, en uw hoge plaats maakt in elke straat, en niet zijt geweest als een hoer, het hoerenloon beschimpende.
31คือสร้างห้องหลังคาโค้งไว้ที่หัวถนนทุกแห่ง และสร้างสถานที่สูงของเจ้าไว้ตามถนนทุกสาย ถึงกระนั้นเจ้าก็ยังไม่เหมือนหญิงแพศยา เพราะเจ้าดูหมิ่นสินจ้าง
32O, die overspelige vrouw, zij neemt in plaats van haar man de vreemden aan.
32เป็นภรรยาที่แพศยาจัด ดูซิ ยอมรับรองแขกแปลกหน้าแทนที่จะรับรองสามี
33Men geeft loon aan alle hoeren; maar gij geeft uw loon aan al uw boelen, en gij beschenkt ze, opdat zij tot u van rondom zouden ingaan om uw hoererijen.
33ผู้ชายย่อมให้ของแก่หญิงแพศยาทุกคน แต่เจ้ากลับให้สิ่งของแก่คนรักทั้งหลายของเจ้าทุกคน ให้สินบนชักให้เขาเข้ามาจากทุกด้านเพื่อการเล่นชู้ของเจ้า
34Zo geschiedt met u in uw hoererijen het tegendeel van de vrouwen, dewijl men u niet naloopt, om te hoereren; want als gij hoerenloon geeft, en het hoerenloon u niet gegeven wordt; zo zijt gij tot een tegendeel geworden.
34ฉะนั้น เจ้าจึงผิดกับหญิงอื่นในเรื่องการเล่นชู้ของเจ้า ไม่มีใครมาวิงวอนให้เล่นชู้และเจ้ากลับให้สินจ้าง ขณะเมื่อไม่มีผู้ใดให้สินจ้างแก่เจ้า เพราะฉะนั้นเจ้าจึงแตกต่างกัน
35Daarom, o hoer, hoor des HEEREN woord.
35เหตุฉะนี้ อีแพศยาเอ๋ย จงฟังพระวจนะของพระเยโฮวาห์
36Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat uw vergif uitgestort is, en uw schaamte door uw hoererijen met uw boelen ontdekt is, en met al de drekgoden uwer gruwelen, en na het bloed uwer kinderen, dat gij hun gegeven hebt;
36องค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสดังนี้ว่า เพราะความโสโครกของเจ้าก็เทออกเสียแล้ว และการเปลือยเปล่าของเจ้าก็เผยออก โดยการเล่นชู้ของเจ้ากับคนรักของเจ้า และกับบรรดารูปเคารพซึ่งเป็นสิ่งที่น่าสะอิดสะเอียนของเจ้า และโดยโลหิตลูกของเจ้าที่เจ้าถวายให้แก่มัน
37Daarom, zie, Ik zal al uw boelen vergaderen, met dewelke gij vermengd zijt geweest, en allen, die gij liefgehad hebt, met allen, die gij gehaat hebt; en Ik zal hen van rondom vergaderen tegen u, en Ik zal voor hen uw naaktheid ontdekken, dat zij uw ganse naaktheid zien zullen.
37เพราะฉะนั้น ดูเถิด เราจะรวบรวมคนรักของเจ้าทั้งสิ้น ซึ่งเป็นผู้ที่เจ้าเพลิดเพลินด้วย ทุกคนที่เจ้ารัก และทุกคนที่เจ้าเกลียด เราจะรวบรวมเขาให้มาต่อสู้เจ้าจากทุกด้านและจะเผยความเปลือยเปล่าของเจ้าต่อหน้าเขา เพื่อเขาจะได้เห็นความเปลือยเปล่าทั้งสิ้นของเจ้า
38Daartoe zal Ik u naar de rechten der overspeelsters en der bloedvergietsters richten; en Ik zal u overgeven aan het bloed der grimmigheid en des ijvers.
38และเราจะพิพากษาเจ้าดังที่เขาพิพากษาหญิงที่ล่วงประเวณี และกระทำให้โลหิตตก และเราจะนำเอาโลหิตแห่งความกริ้วและความหวงแหนมาเหนือเจ้า
39En Ik zal u in hun hand overgeven, en zij zullen uw verwelfsel afbreken, en uw hoge plaatsen omwerpen, en uw klederen u uittrekken, en uw sierlijke juwelen nemen, en u naakt en bloot laten.
39และจะมอบเจ้าไว้ในมือชู้ของเจ้า เขาจะทำลายห้องหลังคาโค้งของเจ้าลง และจะทำลายสถานที่สูงของเจ้า เขาจะปลดเอาเสื้อผ้าของเจ้า และจะเอาเครื่องรูปพรรณอันงามของเจ้าไปเสีย ปล่อยให้เจ้าเปลือยเปล่าและล่อนจ้อน
40Daarna zullen zij tegen u een vergadering doen opkomen, en zullen u met stenen stenigen, en u met hun zwaarden doorsteken.
40เขาทั้งหลายจะนำฝูงคนมาต่อสู้เจ้า และเขาจะขว้างเจ้าด้วยก้อนหินและฟันเจ้าด้วยดาบของเขา
41Zij zullen ook uw huizen met vuur verbranden, en oordelen tegen u uitvoeren voor veler vrouwen ogen; en Ik zal u doen ophouden van een hoer te zijn, en gij zult ook niet meer hoerenloon geven.
41และเขาจะเอาไฟเผาบ้านเรือนของเจ้า และทำการพิพากษาลงโทษเจ้าท่ามกลางสายตาของผู้หญิงเป็นอันมาก เราจะกระทำให้เจ้าหยุดเล่นชู้ และเจ้าจะไม่ให้สินจ้างอีกต่อไป
42Zo zal Ik Mijn grimmigheid op u doen rusten, en Mijn ijver zal van u afwijken; en Ik zal stil zijn, en niet meer toornig wezen.
42เราจะระบายความกริ้วของเราใส่เจ้าให้หมด ความหวงแหนจะพรากจากเจ้าไป เราจะสงบและไม่กริ้วอีกเลย
43Daarom dat gij niet gedacht hebt aan de dagen uwer jonkheid, en Mij tot beroering geweest zijt met dit alles, zie, zo zal Ik ook uw weg op uw hoofd geven, spreekt de Heere HEERE; en gij zult die schandelijke daad niet doen boven al uw gruwelen.
43เพราะว่าเจ้ามิได้ระลึกถึงวันเมื่อเจ้ายังเด็ก แต่ได้กระทำให้เรากลัดกลุ้มด้วยสิ่งเหล่านี้ทั้งสิ้น องค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสว่า เพราะฉะนั้น ดูเถิด เราจะตอบสนองต่อวิถีทางของเจ้าเหนือศีรษะเจ้า แล้วเจ้าจะมิได้ประพฤติการชั่วช้าลามกเพิ่มเข้ากับการอันน่าสะอิดสะเอียนทั้งสิ้นของเจ้าหรอก
44Zie, een ieder, die spreekwoorden gebruikt, zal van u een spreekwoord gebruiken, zeggende: Zo de moeder is, is haar dochter.
44ดูเถิด ทุกคนที่ใช้สุภาษิตจะใช้สุภาษิตต่อไปนี้ในเรื่องเจ้า คือ `แม่เป็นอย่างไร ลูกสาวก็เป็นอย่างนั้น'
45Gij zijt de dochter uwer moeder, die de walg had van haar man en van haar kinderen; en gij zijt de zuster uwer zusteren, die de walg gehad hebben van haar mannen en van haar kinderen; uw moeder was een Hethietische, en uw vader een Amoriet.
45เจ้าเป็นลูกสาวของแม่ของเจ้า ผู้เกลียดสามีและบุตรของตน เจ้าเป็นสาวคนกลางของพี่และน้องสาวของเจ้า ผู้เกลียดชังสามีและบุตรของตน แม่ของเจ้าเป็นคนฮิตไทต์ พ่อของเจ้าเป็นคนอาโมไรต์
46Uw grote zuster nu is Samaria, zij en haar dochteren, dewelke woont aan uw linkerhand; maar uw zuster, die kleiner is dan gij, die tegen uw rechterhand woont, is Sodom en haar dochteren.
46และพี่สาวของเจ้าคือสะมาเรีย ผู้อยู่กับบุตรสาวเหนือเจ้าทางด้านซ้าย และน้องสาวของเจ้า ผู้อยู่ทางด้านขวาของเจ้า คือโสโดมกับลูกสาวของเธอ
47Doch gij hebt in haar wegen niet gewandeld, noch naar haar gruwelen gedaan; het was wat gerings, een verdriet; maar gij hebt het meer verdorven dan zij, in al uw wegen.
47ถึงกระนั้น เจ้าก็ไม่ได้ดำเนินตามทางทั้งหลายของเขา หรือกระทำตามการอันน่าสะอิดสะเอียนของเขา แต่เพราะว่านั่นเป็นเรื่องเล็กน้อยเกินไปแล้ว แล้วเจ้าก็ทรามกว่าพวกเขาในบรรดาวิถีทางของเจ้า
48Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, indien Sodom, uw zuster, zij met haar dochteren, gedaan heeft, gelijk gij gedaan hebt en uw dochteren!
48องค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสว่า เรามีชีวิตอยู่แน่ฉันใด โสโดมน้องสาวของเจ้ากับบุตรสาวของเขาก็มิได้กระทำอย่างที่เจ้าและลูกสาวของเจ้าได้กระทำ
49Ziet, dit was de ongerechtigheid uwer zuster Sodom; hoogmoed, zatheid van brood en stille gerustheid had zij en haar dochteren; maar zij sterkte de hand des armen en nooddruftigen niet.
49ดูเถิด นี่แหละเป็นความชั่วช้าของโสโดมน้องสาวของเจ้าคือตัวเธอและลูกสาวของเธอมีความจองหอง มีอาหารเหลือรับประทานและมีความสบายเกิน ไม่ชูกำลังมือคนยากจนและคนขัดสน
50En zij verhieven zich, en deden gruwelijkheid voor Mijn aangezicht; daarom deed Ik ze weg, nadat Ik het gezien had.
50เขาหยิ่งยโสและกระทำสิ่งน่าสะอิดสะเอียนต่อหน้าเรา เพราะฉะนั้นเราจึงเอาเขาออกไปเสียให้พ้นๆตามที่เราเห็นว่าดี
51Samaria ook heeft naar de helft uwer zonden niet gezondigd; en gij hebt uw gruwelen meer dan zij vermenigvuldigd, en hebt uw zusters gerechtvaardigd door al uw gruwelen, die gij gedaan hebt.
51สะมาเรียไม่ได้ทำบาปถึงครึ่งของเจ้า แต่เจ้าได้ทวีการอันน่าสะอิดสะเอียนยิ่งกว่าเขาทั้งสอง และโดยการอันน่าสะอิดสะเอียนทั้งสิ้นที่เจ้าทำนั้น ก็กระทำให้พี่และน้องสาวของเจ้าดูเหมือนชอบธรรม
52Draag gij dan ook uw schande, gij, die voor uw zusteren geoordeeld hebt door uw zonden, die gij gruwelijker gemaakt hebt dan zij; zij zijn rechtvaardiger dan gij; wees gij dan ook beschaamd, en draag uw schande, omdat gij uw zusters gerechtvaardigd hebt.
52เจ้าผู้ซึ่งได้พิพากษาพี่และน้องสาวของเจ้า จงทนรับความอับอายขายหน้าของเจ้าเองด้วย เพราะบาปของเจ้าซึ่งเจ้าได้ทำนั้นน่าสะอิดสะเอียนยิ่งกว่าเขาไปอีก เขาจึงมีความชอบธรรมมากกว่าเจ้า เออ เจ้าจงฉงนสนเท่ห์ไปด้วย และจงทนรับความอับอายขายหน้าของเจ้า เพราะเจ้าได้กระทำให้พี่และน้องสาวของเจ้าดูเหมือนชอบธรรม
53Als Ik haar gevangenen wederbrengen zal, namelijk de gevangenen van Sodom en haar dochteren, en de gevangenen van Samaria en haar dochteren, dan zal Ik wederbrengen de gevangenen uwer gevangenis in het midden van haar.
53เมื่อเราจะให้เขากลับสู่สภาพเดิม ทั้งสภาพเดิมของโสโดมและบุตรสาวและสภาพเดิมของสะมาเรียและบุตรสาว เราก็จะให้เจ้ากลับสู่สภาพเดิมของเจ้าท่ามกลางเขาด้วย
54Opdat gij uw schande draagt, en te schande gemaakt wordt, om al hetgeen gij gedaan hebt, als gij haar troosten zult.
54เพื่อเจ้าจะทนรับความอับอายขายหน้าของเจ้า และละอายสิ่งที่เจ้ากระทำแล้วทั้งสิ้นให้เป็นการปลอบใจแก่เขา
55Als uw zusters, Sodom en haar dochteren, zullen wederkeren tot haar vorigen staat, mitsgaders Samaria en haar dochteren zullen wederkeren tot haar vorigen staat, zult gij ook en uw dochteren wederkeren tot uw vorigen staat.
55เมื่อส่วนพี่และน้องสาวของเจ้า โสโดมกับบุตรสาวของเธอจะได้กลับสู่สภาวะเดิมของตน และสะมาเรียกับบุตรสาวของเธอจะกลับสู่สภาวะเดิมของตน ส่วนเจ้าและบุตรสาวของเจ้าจะกลับไปยังภาวะเดิมของเจ้า
56Ja, uw zuster Sodom is in uw mond niet gehoord geweest, ten dage uws groten hoogmoeds,
56ในสมัยที่เจ้าเย่อหยิ่งอยู่นั้น ปากของเจ้าไม่ได้กล่าวถึงโสโดมน้องสาวของเจ้ามิใช่หรือ
57Aleer uw boosheid ontdekt was. Als de tijd was der versmading van de dochteren van Syrie, en van al degenen, die rondom datzelve waren, de dochteren der Filistijnen, die u verachten van rondom,
57คือก่อนความชั่วร้ายของเจ้าจะได้เผยออก เหมือนเวลาที่เจ้าเป็นสิ่งที่น่าตำหนิแก่บุตรสาวของซีเรียและบรรดาผู้ที่อยู่ล้อมรอบเธอ คือบุตรสาวของฟีลิสเตียผู้ที่อยู่ล้อมรอบซึ่งดูหมิ่นเจ้า
58Hebt gij uw schandelijke daden en uw gruwelen gedragen, spreekt de HEERE.
58เจ้าต้องรับโทษความชั่วช้าลามกของเจ้าและการอันน่าสะอิดสะเอียนของเจ้า พระเยโฮวาห์ตรัสดังนี้แหละ
59Want alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal u ook doen, gelijk als gij gedaan hebt, die den eed veracht hebt, brekende het verbond.
59เพราะองค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสดังนี้ว่า เราจะกระทำแก่เจ้าอย่างที่เจ้าได้กระทำแล้วนั้น ผู้ดูหมิ่นคำปฏิญาณและหักพันธสัญญา
60Evenwel zal Ik gedachtig wezen aan Mijn verbond met u, in de dagen uwer jonkheid, en Ik zal met u een eeuwig verbond oprichten.
60ถึงกระนั้นเราจะระลึกถึงพันธสัญญาของเรา ซึ่งเราทำไว้กับเจ้าในสมัยเมื่อเจ้ายังสาวอยู่ และเราจะสถาปนาพันธสัญญานิรันดร์ไว้กับเจ้า
61Dan zult gij uwer wegen gedenken en beschaamd zijn, als gij uw zusteren, die groter zijn dan gij, aannemen zult; want Ik zal u dezelve geven tot dochteren, maar niet uit uw verbond.
61แล้วเจ้าจะระลึกถึงทางทั้งหลายของเจ้า และมีความละอาย เมื่อเจ้ารับทั้งพี่และน้องสาวของเจ้า และเรามอบให้แก่เจ้าเป็นบุตรสาว แต่ไม่ใช่ตามพันธสัญญาซึ่งทำไว้กับเจ้า
62Want Ik zal Mijn verbond met u oprichten, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben;
62เราจะสถาปนาพันธสัญญาของเราไว้กับเจ้า และเจ้าจะทราบว่าเราคือพระเยโฮวาห์
63Opdat gij het gedachtig zijt, en u schaamt, en niet meer uw mond opent vanwege uw schande, wanneer Ik voor u verzoening doen zal over al hetgeen gij gedaan hebt, spreekt de Heere HEERE.
63เพื่อเจ้าจะจำได้และสนเท่ห์ และเพราะความละอายของเจ้า เจ้าจะไม่อ้าปากพูดอีก เมื่อเราลบมลทินบาปทุกสิ่งที่เจ้าได้กระทำมาแล้ว องค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าตรัสดังนี้"