1Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen.
1Ekmeğini suya at,Çünkü günler sonra onu bulursun. alıp paranı ticarete yatırarak geçimini sağla›› ya da ‹‹İhtiyacı olanlara ver›› anlamına gelir.
2Geef een deel aan zeven, ja, ook aan acht; want gij weet niet, wat kwaad op de aarde wezen zal.
2Yedi, hatta sekiz kişiye pay ver,Çünkü ülkenin başına ne felaket geleceğini bilemezsin.
3Als de wolken vol geworden zijn, zo storten zij plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt, in de plaats, waar de boom valt, daar zal hij wezen.
3Bulutlar su yüklüyse,Yeryüzüne döker yağmurlarını.Ağaç ister güneye ister kuzeye devrilsin,Devrildiği yerde kalır.
4Wie op den wind acht geeft, die zal niet zaaien, en wie op de wolken ziet, die zal niet maaien.
4Rüzgarı gözeten ekmez,Bulutlara bakan biçmez.
5Gelijk gij niet weet, welke de weg des winds zij, of hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere vrouw, alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt.
5Ana rahmindeki çocuğun nasıl ruh ve beden aldığını bilmediğin gibi,Her şeyi yaratan Tanrının yaptıklarını da bilemezsin.
6Zaai uw zaad in den morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af; want gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die beide te zamen goed zijn zullen.
6Tohumunu sabah ek,Akşam da elin boş durmasın.Çünkü bu mu iyi, şu mu,Yoksa ikisi de aynı sonucu mu verecek, bilemezsin.
7Verder, het licht is zoet, en het is den ogen goed de zon te aanschouwen;
7Işık tatlıdır,Güneşi görmek güzeldir.
8Maar indien de mens veel jaren heeft, en verblijdt zich in die allen, zo laat hem ook gedenken aan de dagen der duisternis, want die zullen veel zijn; en al wat zal gekomen is, is ijdelheid.
8Evet, insan uzun yıllar yaşarsa,Sevinçle yaşasın.Ama karanlık günleri unutmasın,Çünkü onlar da az değil.Gelecek her şey boştur.
9Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht.
9Ey delikanlı, gençliğinle sevin,Bırak gençlik günlerinde yüreğin sevinç duysun.Gönlünün isteklerini, gözünün gördüklerini izle,Ama bil ki, bütün bunlar için Tanrı seni yargılayacaktır.
10Zo doe dan de toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van uw vlees, want de jeugd, en de jonkheid is ijdelheid.
10Öyleyse at tasayı yüreğinden,Uzaklaştır derdi bedeninden.Çünkü gençlik de dinçlik de boştur.