1En te dienzelfden dage zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij.
1İsrail halkı o gün,‹‹Ya RAB, sana şükrederiz›› diyecek,‹‹Bize öfkelenmiştin ama öfken dindi,Bizi avuttun.
2Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden.
2Tanrı kurtuluşumuzdur.Ona güvenecek, yılmayacağız.Çünkü RAB gücümüz ve ezgimizdir.O kurtardı bizi.››
3En gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils;
3Kurtuluş pınarlarından sevinçle su alacaksınız.
4En zult te dienzelfden dage zeggen: Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken! vermeldt, dat Zijn Naam verhoogd is.
4O gün diyeceksiniz ki,‹‹RABbe şükredin, Onu adıyla çağırın,Halklara duyurun yaptıklarını,Adının yüce olduğunu duyurun!
5Psalmzingt den HEERE, want Hij heeft heerlijk dingen gedaan; zulks zij bekend op den gansen aardbodem.
5RABbe ezgiler söyleyin,Çünkü görkemli işler yaptı.Bütün dünya bilsin bunu.
6Juich en zing vrolijk, gij inwoneres van Sion! want de Heilige Israels is groot in het midden van u.
6Ey Siyon halkı, sesini yükselt, sevinçle haykır!Çünkü aranızda bulunan İsrail'in Kutsalı büyüktür.››