1Wee het land, dat schaduwachtig is aan de frontieren, dat aan de zijde der rivieren van Morenland is;
1Kûş ırmaklarının ötesinde,Kanat vızıltılarının duyulduğu ülkenin vay haline!
2Dat gezanten zendt over de zee, en in schepen van biezen op de wateren! Gaat henen, gij snelle boden! tot een volk, dat getrokken is en geplukt, tot een volk, dat vreselijk is van dat het was en voortaan; een volk van regel en regel, en van vertreding, welks land de rivieren beroven.
2O ülke ki, elçileriniSazdan kayıklarla Nil sularından gönderir.Ey ayağına tez ulaklar,Irmakların böldüğü ülkeye,Her yana korku saçan halka,Güçlü ve ezici ulusa,O uzun boylu, pürüzsüz tenli ulusa gidin!
3Allen gij ingezetenen der wereld, en gij inwoners der aarde! als men de banier zal oprichten op de bergen, zult gijlieden het zien, en als de bazuin zal blazen, zult gijlieden het horen.
3Ey sizler, dünyada yaşayan herkes,Yeryüzünün ahalisi!Sancak dağların tepesine dikilince dikkat edin.Boru çalınınca dinleyin.
4Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ik zal stil zijn, en zien in Mijn woning, als de glinsterende hitte op den regen, als een wolk des dauws in de hitte des oogstes;
4Çünkü RAB bana şöyle dedi:‹‹Gün ışığında duru sıcaklık gibi,Hasat döneminin sıcaklığındakiÇiy bulutu gibi durgun olacakVe bulunduğum yerden seyredeceğim.››
5Want voor den oogst, als de botte volkomen is, en de onrijpe druif rijp wordt na den bloesem, zo zal Hij de ranken met snoeimessen afsnijden, en de takken wegdoen, en afkappen.
5Bağbozumundan önce çiçekler düşüpÜzümler olgunlaşmaya yüz tutunca,Asmanın dalları bıçakla kesilecek,Çubukları koparılıp atılacak.
6Zij zullen te zamen gelaten worden den roofvogelen der bergen, en den dieren der aarde; en de roofvogelen zullen op hen overzomeren, en alle dieren der aarde zullen daarop overwinteren.
6Hepsi dağın yırtıcı kuşlarına,Yerin yabanıl hayvanlarına terk edilecek.Yazın yırtıcı kuşlara,Kışın yabanıl hayvanlara yem olacaklar.
7Te dien tijd zal den HEERE der heirscharen een geschenk gebracht worden van het volk, dat getrokken is en geplukt, en van het volk, dat vreselijk is van dat het was en voortaan; een volk van regel en regel, en van vertreding, welks land de rivieren beroven; tot de plaats van den Naam des HEEREN der heirscharen, tot den berg Sion.
7O zaman ırmakların böldüğü ülke,Her yana korku saçan güçlü ve ezici halk,O uzun boylu, pürüzsüz tenli ulus,Her Şeye Egemen RAB'be armağanlar getirecek.Her Şeye Egemen RAB'bin adını koyduğuSiyon Dağı'na getirecekler armağanlarını.