1Hallelujah! O mijn ziel! prijs den HEERE.
1RABbe övgüler sunun!Ey gönlüm, RABbe övgüler sun.
2Ik zal den HEERE prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.
2Yaşadıkça RABbe övgüler sunacak,Var oldukça Tanrıma ilahiler söyleyeceğim.
3Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is.
3Önderlere,Sizi kurtaramayacak insanlara güvenmeyin.
4Zijn geest gaat uit, hij keert wederom tot zijn aarde; te dienzelfden dage vergaan zijn aanslagen.
4O son soluğunu verince toprağa döner,O gün tasarıları da biter.
5Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is;
5Ne mutlu yardımcısı Yakupun Tanrısı olan insana,Umudu Tanrısı RABde olana!
6Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid.
6Yeri göğü,Denizi ve içindeki her şeyi yaratan,Sonsuza dek sadık kalan,
7Die den verdrukte recht doet, Die den hongerige brood geeft; de HEERE maakt de gevangenen los.
7Ezilenlerin hakkını alan,Açlara yiyecek sağlayan Odur. RAB tutsakları özgür kılar,
8De HEERE opent de ogen der blinden; de HEERE richt de gebogenen op; de HEERE heeft de rechtvaardigen lief.
8Körlerin gözünü açar,İki büklüm olanları doğrultur,Doğruları sever.
9De HEERE bewaart de vreemdelingen; Hij houdt den wees en de weduwe staande; maar der goddelozen weg keert Hij om.
9RAB garipleri korur,Öksüze, dul kadına yardım eder,Kötülerin yolunuysa saptırır.
10De HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht. Hallelujah!
10RAB Tanrın sonsuza dek, ey Siyon,Kuşaklar boyunca egemenlik sürecek. RAB'be övgüler sunun!