1Al la hxorestro. Por kordaj instrumentoj, por basuloj. Psalmo de David. Ho Eternulo, ne en Via kolero min riprocxu, Kaj ne en Via furiozo min punu.
1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth, op de Scheminith.
2Korfavoru min, ho Eternulo, cxar mi senfortigxis; Sanigu min, ho Eternulo, cxar ektremis miaj ostoj.
2O HEERE, straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid!
3Kaj mia animo forte ektremis; Kaj Vi, ho Eternulo, gxis kiam?
3Wees mij genadig, HEERE, want ik ben verzwakt; genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt.
4Returnu Vin, ho Eternulo, savu mian animon; Helpu min pro Via favorkoreco.
4Ja, mijn ziel is zeer verschrikt; en Gij, HEERE, hoe lange?
5CXar en la morto ne ekzistas memoro pri Vi; En SXeol, kiu gloros Vin?
5Keer weder, HEERE, red mijn ziel; verlos mij, om Uwer goedertierenheid wil.
6Mi lacigxis de mia gxemado; CXiun nokton mi priversxas mian liton; Per miaj larmoj mi malsekigas mian kusxejon.
6Want in de dood is Uwer geen gedachtenis; wie zal U loven in het graf?
7Sekigxis de malgxojo mia vizagxo, Maljunigxis de cxiuj miaj premantoj.
7Ik ben moede van mijn zuchten; ik doe mijn bed den gansen nacht zwemmen; ik doornat mijn bedstede met mijn tranen.
8Forigxu de mi, cxiuj, kiuj faras malbonon; CXar auxdis la Eternulo la vocxon de mia ploro.
8Mijn oog is doorknaagd van verdriet, is veroud, vanwege al mijn tegenpartijders.
9Auxdis la Eternulo mian peton; La Eternulo akceptos mian pregxon.
9Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord.
10Hontigitaj kaj tre teruritaj estos cxiuj miaj malamikoj; Ili forturnigxos kaj tuj estos hontigitaj.
10De HEERE heeft mijn smeking gehoord; de HEERE zal mijn gebed aannemen. [ (Psalms 6:11) Al mijn vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zullen terugkeren, zij zullen in een ogenblik beschaamd worden. ]