Hebrew: Modern

Dutch Staten Vertaling

Job

26

1ויען איוב ויאמר׃
1Maar Job antwoordde en zeide:
2מה עזרת ללא כח הושעת זרוע לא עז׃
2Hoe hebt gij geholpen dien, die zonder kracht is, en behouden den arm, die zonder sterkte is?
3מה יעצת ללא חכמה ותושיה לרב הודעת׃
3Hoe hebt gij hem geraden, die geen wijsheid heeft, en de zaak, alzo zij is, ten volle bekend gemaakt?
4את מי הגדת מלין ונשמת מי יצאה ממך׃
4Aan wien hebt gij die woorden verhaald? En wiens geest is van u uitgegaan?
5הרפאים יחוללו מתחת מים ושכניהם׃
5De doden zullen geboren worden van onder de wateren, en hun inwoners.
6ערום שאול נגדו ואין כסות לאבדון׃
6De hel is naakt voor Hem, en geen deksel is er voor het verderf.
7נטה צפון על תהו תלה ארץ על בלי מה׃
7Hij breidt het noorden uit over het woeste; Hij hangt de aarde aan een niet.
8צרר מים בעביו ולא נבקע ענן תחתם׃
8Hij bindt de wateren in Zijn wolken; nochtans scheurt de wolk daaronder niet.
9מאחז פני כסה פרשז עליו עננו׃
9Hij houdt het vlakke Zijns troons vast; Hij spreidt Zijn wolk daarover.
10חק חג על פני מים עד תכלית אור עם חשך׃
10Hij heeft een gezet perk over het vlakke der wateren rondom afgetekend, tot aan de voleinding toe des lichts met de duisternis.
11עמודי שמים ירופפו ויתמהו מגערתו׃
11De pilaren des hemels sidderen, en ontzetten zich voor Zijn schelden.
12בכחו רגע הים ובתובנתו מחץ רהב׃
12Door Zijn kracht klieft Hij de zee, en door Zijn verstand verslaat Hij haar verheffing.
13ברוחו שמים שפרה חללה ידו נחש בריח׃
13Door Zijn Geest heeft Hij de hemelen versierd; Zijn hand heeft de langwemelende slang geschapen.
14הן אלה קצות דרכו ומה שמץ דבר נשמע בו ורעם גבורתו מי יתבונן׃
14Ziet, dit zijn maar uiterste einden Zijner wegen; en wat een klein stukje der zaak hebben wij van Hem gehoord? Wie zou dan den donder Zijner mogendheden verstaan?