Russian 1876

Dutch Staten Vertaling

Ecclesiastes

11

1Отпускай хлеб твой по водам, потому что по прошествии многих дней опять найдешь его.
1Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen.
2Давай часть семи и даже восьми, потому что не знаешь, какая бедабудет на земле.
2Geef een deel aan zeven, ja, ook aan acht; want gij weet niet, wat kwaad op de aarde wezen zal.
3Когда облака будут полны, то они прольют на землю дождь; и если упадет дерево на юг или на север, то оно там и останется, куда упадет.
3Als de wolken vol geworden zijn, zo storten zij plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt, in de plaats, waar de boom valt, daar zal hij wezen.
4Кто наблюдает ветер, тому не сеять; и кто смотрит на облака, томуне жать.
4Wie op den wind acht geeft, die zal niet zaaien, en wie op de wolken ziet, die zal niet maaien.
5Как ты не знаешь путей ветра и того, как образуются кости во чреве беременной, так не можешь знать дело Бога, Который делает все.
5Gelijk gij niet weet, welke de weg des winds zij, of hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere vrouw, alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt.
6Утром сей семя твое, и вечером не давай отдыха руке твоей, потому что ты не знаешь, то или другое будет удачнее, или то и другое равно хорошо будет.
6Zaai uw zaad in den morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af; want gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die beide te zamen goed zijn zullen.
7Сладок свет, и приятно для глаз видеть солнце.
7Verder, het licht is zoet, en het is den ogen goed de zon te aanschouwen;
8Если человек проживет и много лет, то пусть веселится он впродолжение всех их, и пусть помнит о днях темных, которых будет много: все, что будет, – суета!
8Maar indien de mens veel jaren heeft, en verblijdt zich in die allen, zo laat hem ook gedenken aan de dagen der duisternis, want die zullen veel zijn; en al wat zal gekomen is, is ijdelheid.
9Веселись, юноша, в юности твоей, и да вкушает сердце твое радости во дни юности твоей, и ходи по путям сердца твоего и по видению очей твоих; только знай, что за все это Бог приведет тебя на суд.
9Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht.
10И удаляй печаль от сердца твоего, и уклоняй злое от тела твоего,потому что детство и юность - суета.
10Zo doe dan de toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van uw vlees, want de jeugd, en de jonkheid is ijdelheid.