Russian 1876

Dutch Staten Vertaling

Luke

4

1Иисус, исполненный Духа Святаго, возвратился от Иордана и поведен был Духом в пустыню.
1En Jezus, vol des Heiligen Geestes, keerde wederom van de Jordaan, en werd door den Geest geleid in de woestijn;
2Там сорок дней Он был искушаем от диавола и ничего не ел в эти дни, а по прошествии их напоследок взалкал.
2En werd veertig dagen verzocht van den duivel; en at gans niet in die dagen, en als dezelve geeindigd waren, zo hongerde Hem ten laatste.
3И сказал Ему диавол: если Ты Сын Божий, то вели этому камню сделаться хлебом.
3En de duivel zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg tot dezen steen, dat hij brood worde.
4Иисус сказал ему в ответ: написано, что не хлебом одним будет жить человек, но всяким словом Божиим.
4En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods.
5И, возведя Его на высокую гору, диавол показал Ему все царства вселенной во мгновение времени,
5En als Hem de duivel geleid had op een hogen berg, toonde hij Hem al de koninkrijken der wereld, in een ogenblik tijds.
6и сказал Ему диавол: Тебе дам власть над всеми сими царствами и славу их, ибо она предана мне, и я, кому хочу, даю ее;
6En de duivel zeide tot Hem: Ik zal U al deze macht, en de heerlijkheid derzelver koninkrijken geven; want zij is mij overgegeven, en ik geef ze, wien ik ook wil;
7итак, если Ты поклонишься мне, то все будет Твое.
7Indien Gij dan mij zult aanbidden, zo zal het alles Uw zijn.
8Иисус сказал ему в ответ: отойди от Меня, сатана; написано: Господу Богу твоему поклоняйся, и Ему одному служи.
8En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ga weg van Mij, satan, want er is geschreven: Gij zult den Heere, uw God, aanbidden, en Hem alleen dienen.
9И повел Его в Иерусалим, и поставил Его на крыле храма, и сказал Ему: если Ты Сын Божий, бросься отсюда вниз,
9En hij leidde Hem naar Jeruzalem, en stelde Hem op de tinne des tempels, en zeide tot Hem: Indien Gij de Zoon Gods zijt, werp Uzelven van hier nederwaarts;
10ибо написано: Ангелам Своим заповедает о Тебе сохранить Тебя;
10Want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, dat zij U bewaren zullen;
11и на руках понесут Тебя, да не преткнешься о камень ногою Твоею.
11En dat zij U op de handen nemen zullen, opdat Gij Uw voet niet te eniger tijd aan een steen stoot.
12Иисус сказал ему в ответ: сказано: не искушай Господа Бога твоего.
12En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Er is gezegd: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken.
13И, окончив все искушение, диавол отошел от Него до времени.
13En als de duivel alle verzoeking voleindigd had, week hij van Hem voor een tijd.
14И возвратился Иисус в силе духа в Галилею; и разнеслась молва о Нем по всей окрестной стране.
14En Jezus keerde wederom, door de kracht des Geestes, naar Galilea; en het gerucht van Hem ging uit door het gehele omliggende land.
15Он учил в синагогах их, и от всех был прославляем.
15En Hij leerde in hun synagogen, en werd van allen geprezen.
16И пришел в Назарет, где был воспитан, и вошел, по обыкновению Своему, в день субботний в синагогу, и встал читать.
16En Hij kwam te Nazareth, daar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge; en stond op om te lezen.
17Ему подали книгу пророка Исаии; и Он, раскрыв книгу, нашел место, где было написано:
17En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was;
18Дух Господень на Мне; ибо Он помазал Меня благовествовать нищим, и послал Меня исцелять сокрушенных сердцем,проповедывать пленным освобождение, слепым прозрение, отпустить измученных на свободу,
18De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart;
19проповедывать лето Господне благоприятное.
19Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren.
20И, закрыв книгу и отдав служителю, сел; и глаза всех в синагоге были устремлены на Него.
20En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen.
21И Он начал говорить им: ныне исполнилось писание сие, слышанное вами.
21En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.
22И все засвидетельствовали Ему это, и дивились словамблагодати, исходившим из уст Его, и говорили: не Иосифов ли это сын?
22En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef?
23Он сказал им: конечно, вы скажете Мне присловие: врач! исцели Самого Себя; сделай и здесь, в Твоем отечестве, то, что, мы слышали, было в Капернауме.
23En Hij zeide tot hen: Gij zult zonder twijfel tot Mij dit spreekwoord zeggen: Medicijnmeester, genees Uzelven; al wat wij gehoord hebben, dat in Kapernaum geschied is, doe dat ook hier in Uw vaderland.
24И сказал: истинно говорю вам: никакой пророк непринимается в своем отечестве.
24En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, dat geen profeet aangenaam is in zijn vaderland.
25Поистине говорю вам: много вдов было в Израиле во дни Илии, когда заключено былонебо три года и шесть месяцев, так что сделался большойголод по всей земле,
25Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israel in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land.
26и ни к одной из них не был послан Илия, а только ко вдове в Сарепту Сидонскую;
26En tot geen van haar werd Elias gezonden, dan naar Sarepta Sidonis, tot een vrouw, die weduwe was.
27много также было прокаженных в Израиле при пророкеЕлисее, и ни один из них не очистился, кромеНеемана Сириянина.
27En er waren vele melaatsen in Israel, ten tijde van den profeet Elisa; en geen van hen werd gereinigd, dan Naaman, de Syrier.
28Услышав это, все в синагоге исполнились ярости
28En zij werden allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij dit hoorden.
29и, встав, выгнали Его вон из города и повели на вершину горы, на которой город их был построен, чтобы свергнуть Его;
29En opstaande, wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op den top des bergs, op denwelken hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen.
30но Он, пройдя посреди них, удалился.
30Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg.
31И пришел в Капернаум, город Галилейский, и учил их в дни субботние.
31En Hij kwam af te Kapernaum, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatdagen.
32И дивились учению Его, ибо слово Его было со властью.
32En zij versloegen zich over Zijn leer, want Zijn woord was met macht.
33Был в синагоге человек, имевший нечистого духа бесовского, и он закричал громким голосом:
33En in de synagoge was een mens, hebbende een geest eens onreinen duivels; en hij riep uit met grote stemme,
34оставь; что Тебе до нас, Иисус Назарянин? Ты пришелпогубить нас; знаю Тебя, кто Ты, Святый Божий.
34Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener? Zijt Gij gekomen, om ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods.
35Иисус запретил ему, сказав: замолчи и выйди из него. И бес, повергнув его посреди синагоги , вышел из него, нимало не повредив ему.
35En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil, en ga van hem uit. En de duivel, hem in het midden geworpen hebbende, voer van hem uit, zonder hem iets te beschadigen.
36И напал на всех ужас, и рассуждали между собою: что это значит, что Он со властью и силою повелевает нечистым духам, и они выходят?
36En er kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot elkander, zeggende: Wat woord is dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geesten gebiedt, en zij varen uit?
37И разнесся слух о Нем по всем окрестным местам.
37En het gerucht van Hem ging uit in alle plaatsen des omliggenden lands.
38Выйдя из синагоги, Он вошел в дом Симона; теща же Симонова была одержима сильною горячкою; и просили Его о ней.
38En Jezus, opgestaan zijnde uit de synagoge, ging in het huis van Simon; en Simons vrouws moeder was met een grote koorts bevangen, en zij baden Hem voor haar.
39Подойдя к ней, Он запретил горячке; и оставила ее. Она тотчас встала и служила им.
39En staande boven haar, bestrafte Hij de koorts, en de koorts verliet haar; en zij van stonde aan opstaande, diende henlieden.
40При захождении же солнца все, имевшие больных различными болезнями, приводили их к Нему и Он, возлагая на каждого из них руки, исцелял их.
40En als de zon onderging, brachten allen, die kranken hadden, met verscheidenen ziekten bevangen, die tot Hem, en Hij legde een iegelijk van hen de handen op, en genas dezelve.
41Выходили также и бесы из многих скриком и говорили: Ты Христос, Сын Божий. А Он запрещал им сказывать, что они знают, что Он Христос.
41En er voeren ook duivelen uit van velen, roepende en zeggende: Gij zijt de Christus, de Zone Gods! En hen bestraffende, liet Hij die niet spreken, omdat zij wisten, dat Hij de Christus was.
42Когда же настал день, Он, выйдя из дома , пошел в пустынное место, и народ искал Его и, придя к Нему, удерживал Его, чтобы не уходил от них.
42En als het dag werd, ging Hij uit, en trok naar een woeste plaats; en de scharen zochten Hem, en kwamen tot bij Hem, en hielden Hem op, dat Hij van hen niet zou weggaan.
43Но Он сказал им: и другим городам благовествовать Я должен Царствие Божие, ибо на то Я послан.
43Maar Hij zeide tot hen: Ik moet ook anderen steden het Evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigen; want daartoe ben Ik uitgezonden.
44И проповедывал в синагогах галилейских.
44En Hij predikte in de synagogen van Galilea.