1(43:1) Начальнику хора. Учение. Сынов Кореевых. (43:2) Боже, мы слышали ушами своими, отцы наши рассказывали нам о деле, какое Ты соделал во дни их, во дни древние:
1Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach.
2(43:3) Ты рукою Твоею истребил народы, а их насадил; поразил племена и изгнал их;
2O God! wij hebben het met onze oren gehoord, onze vaders hebben het ons verteld: Gij hebt een werk gewrocht in hun dagen, in de dagen van ouds.
3(43:4) ибо они не мечом своим приобрели землю, и не их мышца спасла их,но Твоя десница и Твоя мышца и свет лица Твоего, ибо Ты благоволил к ним.
3Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen doen voortschieten.
4(43:5) Боже, Царь мой! Ты – тот же; даруй спасение Иакову.
4Want zij hebben het land niet geerfd door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts, omdat Gij een welbehagen in hen hadt.
5(43:6) С Тобою избодаем рогами врагов наших; во имя Твое попрем ногами восстающих на нас:
5Gij Zelf zijt mijn Koning, o God! gebied de verlossingen Jakobs.
6(43:7) ибо не на лук мой уповаю, и не меч мой спасет меня;
6Door U zullen wij onze wederpartijders met hoornen stoten; in Uw Naam zullen wij vertreden, die tegen ons opstaan.
7(43:8) но Ты спасешь нас от врагов наших, и посрамишь ненавидящих нас.
7Want ik vertrouw niet op mijn boog, en mijn zwaard zal mij niet verlossen.
8(43:9) О Боге похвалимся всякий день, и имя Твое будемпрославлять вовек.
8Maar Gij verlost ons van onze wederpartijders, en Gij maakt onze haters beschaamd.
9(43:10) Но ныне Ты отринул и посрамил нас, и не выходишь с войсками нашими;
9In God roemen wij den gansen dag, en Uw Naam zullen wij loven in eeuwigheid. Sela.
10(43:11) обратил нас в бегство от врага, и ненавидящие нас грабят нас;
10Maar nu hebt Gij ons verstoten en te schande gemaakt, dewijl Gij met onze krijgsheiren niet uittrekt.
11(43:12) Ты отдал нас, как овец, на съедение и рассеял нас между народами;
11Gij doet ons achterwaarts keren van den wederpartijder; en onze haters beroven ons voor zich.
12(43:13) без выгоды Ты продал народ Твой и не возвысил цены его;
12Gij geeft ons over als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder de heidenen.
13(43:14) отдал нас на поношение соседям нашим, на посмеяние и поругание живущим вокруг нас;
13Gij verkoopt Uw volk om geen waardij; en Gij verhoogt hun prijs niet.
14(43:15) Ты сделал нас притчею между народами, покиванием головы между иноплеменниками.
14Gij stelt ons onze naburen tot smaad, tot spot en schimp dengenen, die rondom ons zijn.
15(43:16) Всякий день посрамление мое предо мною, и стыд покрывает лице мое
15Gij stelt ons tot een spreekwoord onder de heidenen, tot een hoofdschudding onder de volken.
16(43:17) от голоса поносителя и клеветника, от взоров врага и мстителя:
16Mijn schande is den gansen dag voor mij, en de schaamte mijns aangezichts bedekt mij;
17(43:18) все это пришло на нас, но мы не забыли Тебя и не нарушили завета Твоего.
17Om de stem des honers en des lasteraars, vanwege den vijand en den wraakgierige.
18(43:19) Не отступило назад сердце наше, и стопы наши не уклонились отпути Твоего,
18Dit alles is ons overkomen, nochtans hebben wij U niet vergeten, noch valselijk gehandeld tegen Uw verbond.
19(43:20) когда Ты сокрушил нас в земле драконов и покрыл нас тенью смертною.
19Ons hart is niet achterwaarts gekeerd, noch onze gang geweken van Uw pad.
20(43:21) Если бы мы забыли имя Бога нашего и простерли руки наши к богу чужому,
20Hoewel Gij ons verpletterd hebt in een plaats der draken, en ons met een doodsschaduw bedekt hebt.
21(43:22) то не взыскал ли бы сего Бог? Ибо Он знает тайны сердца.
21Zo wij den Naam onzes Gods hadden vergeten, en onze handen tot een vreemden God uitgebreid.
22(43:23) Но за Тебя умерщвляют нас всякий день, считают нас за овец, обреченных назаклание.
22Zou God zulks niet onderzoeken? Want Hij weet de verborgenheden des harten.
23(43:24) Восстань, что спишь, Господи! пробудись, не отринь навсегда.
23Maar om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij worden geacht als slachtschapen.
24(43:25) Для чего скрываешь лице Твое, забываешь скорбь нашу и угнетение наше?
24Waak op, waarom zoudt Gij slapen, HEERE! Ontwaak, verstoot niet in eeuwigheid.
25(43:26) ибо душа наша унижена до праха, утроба наша прильнула к земле.
25Waarom zoudt Gij Uw aangezicht verbergen, onze ellende en onze onderdrukking vergeten?
26(43:27) Восстань на помощь нам и избавь нас ради милости Твоей.
26Want onze ziel is in het stof nedergebogen; onze buik kleeft aan de aarde. [ (Psalms 44:27) Sta op, ons ter hulp, en verlos ons om Uwer goedertierenheid wil. ]