1(59:1) Начальнику хора. На музыкальном орудии Шушан-эдуф. Писание Давида для изучения, (59:2) когда он воевал с Сириею Месопотамскою и с Сириею Цованскою, и когда Иоав, возвращаясь, поразил двенадцать тысяч Идумеев в долине Соляной. (59:3) Боже! Ты отринул нас, Ты сокрушил нас, Ты прогневался: обратись к нам.
1Een gouden kleinood van David tot lering, voor den opperzangmeester, op Schusan Eduth;
2(59:4) Ты потряс землю, разбил ее: исцели повреждения ее, ибо она колеблется.
2Als hij gevochten had met de Syriers van Mesopotamie, en met de Syriers van Zoba; en Joab wederkwam, en de Edomieten sloeg in het Zoutdal, twaalf duizend.
3(59:5) Ты дал испытать народу твоему жестокое, напоил нас вином изумления.
3O God! Gij hadt ons verstoten, Gij hadt ons gescheurd, Gij zijt toornig geweest; keer weder tot ons.
4(59:6) Даруй боящимся Тебя знамя, чтобы они подняли его ради истины,
4Gij hebt het land geschud, Gij hebt het gespleten; genees zijn breuken, want het wankelt.
5(59:7) чтобы избавились возлюбленные Твои; спаси десницею Твоею и услышь меня.
5Gij hebt Uw volk een harde zaak doen zien; Gij hebt ons gedrenkt met zwijmelwijn.
6(59:8) Бог сказал во святилище Своем: „восторжествую, разделю Сихем и долину Сокхоф размерю:
6Maar nu hebt Gij dengenen, die U vrezen, een banier gegeven, om die op te werpen, vanwege de waarheid. Sela.
7(59:9) Мой Галаад, Мой Манассия, Ефрем крепость главы Моей, Иуда скипетр Мой,
7Opdat Uw beminden zouden bevrijd worden; geef heil door Uw rechterhand, en verhoor ons.
8(59:10) Моав умывальная чаша Моя; на Едома простру сапог Мой. Восклицай Мне, земля Филистимская!"
8God heeft gesproken in Zijn heiligdom; dies zal ik van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten.
9(59:11) Кто введет меня в укрепленный город? Кто доведет меня до Едома?
9Gilead is mijn, en Manasse is mijn, en Efraim is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn wetgever.
10(59:12) Не Ты ли, Боже, Который отринул нас, и не выходишь, Боже, с войсками нашими?
10Moab is mijn waspot; op Edom zal ik mijn schoen werpen! juich over mij, o gij Palestina!
11(59:13) Подай нам помощь в тесноте, ибо защита человеческая суетна.
11Wie zal mij voeren in een vaste stad? Wie zal mij leiden tot in Edom?
12(59:14) С Богом мы окажем силу, Он низложит врагов наших.
12Zult Gij het niet zijn, o God! Die ons verstoten hadt, en niet uittoogt, o God! met onze heirkrachten? [ (Psalms 60:13) Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid, want 's mensen heil is ijdelheid. ] [ (Psalms 60:14) In God zullen wij kloeke daden doen, en Hij zal onze wederpartijders vertreden. ]