1(61:1) Начальнику хора Идифумова. Псалом Давида. (61:2) Только в Богеуспокаивается душа моя: от Него спасение мое.
1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, over Jeduthun.
2(61:3) Только Он – твердыня моя, спасение мое, убежище мое: не поколеблюсь более.
2Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.
3(61:4) Доколе вы будете налегать на человека? Вы будете низринуты, все вы, как наклонившаяся стена, как ограда пошатнувшаяся.
3Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek, ik zal niet grotelijks wankelen.
4(61:5) Они задумали свергнуть его с высоты, прибегли ко лжи; устами благословляют, а в сердце своем клянут.
4Hoe lang zult gijlieden kwaad aanstichten tegen een man? Gij allen zult gedood worden; gij zult zijn als een ingebogen wand, een aangestoten muur.
5(61:6) Только в Боге успокаивайся, душа моя! ибо на Него надежда моя.
5Zij raadslagen slechts, om hem van zijn hoogheid te verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij; maar met hun binnenste vloeken zij. Sela.
6(61:7) Только Он – твердыня моя и спасение мое, убежище мое: не поколеблюсь.
6Doch gij, o mijn ziel! zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting.
7(61:8) В Боге спасение мое и слава моя; крепость силы моей и упование мое в Боге.
7Hij is immers mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek; ik zal niet wankelen.
8(61:9) Народ! надейтесь на Него во всякое время; изливайте пред Нимсердце ваше: Бог нам прибежище.
8In God is mijn Heil en mijn Eer; de Rotssteen mijner sterkte, mijn Toevlucht is in God.
9(61:10) Сыны человеческие – только суета; сыны мужей – ложь; если положить их на весы, все они вместе легче пустоты.
9Vertrouw op Hem te aller tijd, o gij volk! Stort ulieder hart uit voor Zijn aangezicht; God is ons een Toevlucht. Sela.
10(61:11) Не надейтесь на грабительство и не тщеславьтесь хищением; когда богатство умножается, не прилагайте к нему сердца.
10Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij samen lichter zijn dan de ijdelheid.
11(61:12) Однажды сказал Бог, и дважды слышал я это, что сила у Бога,
11Vertrouwt niet op onderdrukking, noch op roverij; wordt niet ijdel, als het vermogen overvloedig aanwast, en zet er het hart niet op.
12(61:13) и у Тебя, Господи, милость, ибо Ты воздаешь каждому по делам его.
12God heeft een ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: dat de sterkte Godes is. [ (Psalms 62:13) En de goedertierenheid, o Heere! is Uwe; want Gij zult een iegelijk vergelden naar zijn werk. ]