1大衛的使者受辱(撒下10:1~5)後來,亞捫人的王拿轄死了,他的兒子接續他作王。
1En het geschiedde na dezen, dat Nahas, de koning der kinderen Ammons, stierf, en zijn zoon werd koning in zijn plaats.
2大衛說:“我要恩待拿轄的兒子哈嫩,因為他的父親曾恩待我。”於是大衛差派使者去為了他喪父的事安慰他。大衛的臣僕到了亞捫人境內,去見哈嫩要安慰他。
2Toen zeide David: Ik zal weldadigheid doen aan Hanun, den zoon van Nahas; want zijn vader heeft weldadigheid aan mij gedaan. Daarom zond David boden, om hem te troosten over zijn vader. Toen de knechten van David in het land der kinderen Ammons tot Hanun kwamen, om hem te troosten,
3但亞捫人的眾領袖對哈嫩說:“大衛差派這些慰問的人到你這裡來,你以為他是尊敬你父親嗎?他的臣僕來見你,不是為了窺探、傾覆、偵察這地嗎?”
3Zo zeiden de vorsten der kinderen Ammons tot Hanun: Eert David uw vader in uw ogen, omdat hij troosters tot u gezonden heeft? Zijn niet zijn knechten tot u gekomen, om te doorzoeken, en om om te keren, en om het land te verspieden?
4於是,哈嫩拿住大衛的臣僕,剃去他們的鬍鬚,又把他們的衣服,從臀部以下割去半截,然後才放他們走。
4Daarom nam Hanun de knechten van David, en hij beschoor hen, en sneed hun klederen half af tot aan de heupen, en liet hen henengaan.
5有人去把這些人遭遇的事告訴大衛,他就派人去迎接他們;因為他們非常羞恥,王就說:“你們可以住在耶利哥,等到你們的鬍鬚長長了才回來。”
5Zij nu gingen henen, en men boodschapte David van deze mannen; en hij zond hun tegemoet; want die mannen waren zeer beschaamd. De koning dan zeide: Blijft te Jericho, totdat ulieder baard weder gewassen zij; komt dan wederom.
6亞捫人備戰(撒下10:6~8)亞捫人看見自己與大衛結了仇恨,哈嫩和亞捫人就派人用三萬公斤銀子,從米所波大米、亞蘭瑪迦和瑣巴去雇戰車和馬兵。
6Toen de kinderen Ammons zagen, dat zij zich stinkende gemaakt hadden bij David, zo zond Hanun en de kinderen Ammons duizend talenten zilvers, om zich wagenen en ruiters te huren uit Mesopotamie, en uit Syrie-Maacha, en uit Zoba;
7他們雇了三萬二千輛戰車,以及瑪迦王和他的軍隊;他們都來在米底巴前面安營。亞捫人也從他們的各城聚集起來,出來作戰。
7Zodat zij zich huurden twee en dertig duizend wagenen; en de koning van Maacha en zijn volk kwamen en legerden zich voor Medeba; ook vergaderden de kinderen Ammons uit hun steden, en zij kwamen ten strijde.
8大衛聽見了,就差派約押和全體勇士出去。
8Toen het David hoorde, zo zond hij Joab en het ganse heir met de helden.
9亞捫人出來,在城門前擺陣;前來助陣的列王,也在田野擺陣。
9Als de kinderen Ammons uitgetogen waren, zo stelden zij de slagorde voor de poort der stad; maar de koningen, die gekomen waren, die waren bijzonder in het veld.
10亞蘭人與亞捫人敗退(撒下10:9~12)約押看見自己前後受敵,就從以色列所有的精兵中,挑選一部分出來,使他們擺陣去迎戰亞蘭人,
10Toen Joab zag, dat de spits der slagorde van voren en van achteren tegen hem was, zo verkoos hij enigen uit alle uitgelezenen in Israel, en hij stelde hen in orde tegen de Syriers aan.
11他把其餘的人交在他兄弟亞比篩手下,使他們擺陣去迎戰亞捫人。
11En het overige des volks gaf hij in de hand van zijn broeder Abisai, en zij stelden hen in orde tegen de kinderen Ammons aan.
12約押對亞比篩說:“如果亞蘭人比我強,你就來幫助我;如果亞捫人比你強,我就去幫助你。
12En hij zeide: Indien mij de Syriers te sterk worden, zo zult gij mij komen verlossen; en indien de kinderen Ammons u te sterk worden, zo zal ik u verlossen.
13你當剛強;為了我們的人民和我們 神的眾城鎮,我們要剛強;願耶和華成全他看為美的行事。”
13Wees sterk, en laat ons sterk zijn voor ons volk, en voor de steden onzes Gods; de HEERE nu doe, wat goed is in Zijn ogen.
14大衛擊敗亞蘭人與亞捫人(撒下10:13~19)於是約押和他的軍隊前進,預備作戰攻打亞蘭人;亞蘭人卻在約押面前逃跑了。
14Toen naderde Joab en het volk, dat bij hem was, ten strijde voor het aangezicht der Syriers; en zij vloden voor zijn aangezicht.
15亞捫人看見亞蘭人逃跑,他們也在約押的兄弟亞比篩面前逃跑,退回城裡。約押就回耶路撒冷去了。
15Toen de kinderen Ammons zagen, dat de Syriers vloden, zo vloden zij ook voor het aangezicht van Abisai, zijn broeder, en zij kwamen in de stad; en Joab kwam te Jeruzalem.
16亞蘭人看見自己在以色列人面前被打敗,就差派使者去把大河那邊的亞蘭人調過來,有哈大底謝的元帥朔法率領他們。
16Als de Syriers zagen, dat zij voor het aangezicht van Israel geslagen waren, zo zonden zij boden, en brachten de Syriers uit, die aan gene zijde der rivier woonden; en Sofach, de krijgsoverste van Hadar-ezer, toog voor hun aangezicht heen.
17大衛得到報告,就招聚以色列眾人,渡過約旦河,來到亞蘭人那裡,向他們擺陣。大衛擺好陣迎戰亞蘭人,亞蘭人就與他交戰。
17Toen het David werd aangezegd, zo vergaderde hij gans Israel, en hij toog over de Jordaan, en hij kwam tot hen, en hij stelde de slagorde tegen hen. Als David de slagorde tegen de Syriers gesteld had, zo streden zij met hem.
18亞蘭人在以色列人面前逃跑;大衛殺了亞蘭人七千輛戰車上的軍兵和四萬步兵。又殺了亞蘭人的元帥朔法。
18Doch de Syriers vloden voor het aangezicht van Israel, en David versloeg van de Syriers zeven duizend wagenen, en veertig duizend mannen te voet; daartoe doodde hij Sofach, den krijgsoverste.
19哈大底謝的臣僕看見自己在以色列人面前被打敗了,就與大衛議和,臣服了他;於是亞蘭人不敢再幫助亞捫人。
19Toen de knechten van Hadar-ezer zagen, dat zij geslagen waren, voor het aangezicht van Israel, zo maakten zij vrede met David, en dienden hem; en de Syriers wilden de kinderen Ammons niet meer verlossen.