1約押攻取拉巴(撒下12:26~31)過了年,在列王出征的時候,約押帶領軍兵,毀壞了亞捫人的地方,然後去圍困拉巴。那時大衛住在耶路撒冷。約押攻打拉巴,把城摧毀。
1Het geschiedde nu ten tijde van de wederkomst des jaars, ten tijde als de koningen uittrokken, zo voerde Joab de heirkracht, en hij verdierf het land der kinderen Ammons; en hij kwam, en belegerde Rabba; maar David bleef te Jeruzalem. En Joab sloeg Rabba, en verwoestte ze.
2大衛從米勒公神像的頭上取下金冠,發現金子淨重三十公斤,又有一塊寶石嵌在上面;有人把這冠冕戴在大衛的頭上;大衛從城裡奪走了大批戰利品。
2En David nam de kroon huns konings van zijn hoofd, en hij bevond haar in gewicht een talent gouds, en daar was edelgesteente aan; en zij werd op Davids hoofd gezet, en hij voerde zeer veel roofs uit de stad.
3又把城裡的眾民拉出來,要他們用鋸子、鐵鏟和斧子作工;大衛待亞捫各城的人都是這樣。後來大衛和眾民都回耶路撒冷去了。
3Hij voerde ook al het volk uit, dat daarin was, en hij zaagde ze met de zaag, en met ijzeren dorswagens, en met bijlen; en alzo deed David aan al de steden der kinderen Ammons. Toen keerde David wederom met al het volk naar Jeruzalem.
4三敗非利士人(撒下21:15~22)這事以後,以色列人在基色與非利士人交戰;那時戶沙人西比該擊殺了巨人的一個兒子細派,非利士人就被制伏了。
4En het geschiedde daarna, als de krijg met de Filistijnen te Gezer opstond, toen sloeg Sibchai, de Husathiet, Sippai, die van de kinderen van Rafa was; en zij werden ten ondergebracht.
5後來,以色列人與非利士人再次交戰,睚珥的兒子伊勒哈難,擊殺了迦特人歌利亞的兄弟拉哈米;這人的槍桿好像織布機軸一樣。
5Daarna was er nog een krijg tegen de Filistijnen, en Elhanan, de zoon van Jair, versloeg Lachmi, den broeder van Goliath, den Gethiet, wiens spieshout was als een weversboom.
6後來,在迦特又有戰事;那裡有一個身材高大的人,手腳各有六指,共有二十四根指頭;他也是巨人的兒子。
6Daarna was er nog een krijg te Gath; en daar was een zeer lang man, en zijn vingeren waren zes en zes, vier en twintig, en hij was ook van Rafa geboren;
7這人侮辱以色列人,大衛的哥哥示米亞的兒子約拿單就把他擊殺了。
7En hij hoonde Israel, maar Jonathan, de zoon van Simea, den broeder van David, versloeg hem.
8這些人是迦特巨人的兒子,都死在大衛和他僕人的手下。
8Dezen waren van Rafa geboren te Gath; en zij vielen door de hand van David, en door de hand zijner knechten.