聖經新譯本

Dutch Staten Vertaling

1 Kings

10

1示巴女王來訪所羅門(代下9:1~8)示巴女王聽到所羅門因耶和華的名所得的名聲,就來要用難題試試他。
1En toen de koningin van Scheba het gerucht van Salomo hoorde, aangaande den Naam des HEEREN, kwam zij, om hem met raadselen te verzoeken.
2她帶著大批隨員到耶路撒冷來,又有駱駝馱著香料、許多金子和寶石。她來到所羅門那裡,就把她心裡所有的難題都對他說出來。
2En zij kwam te Jeruzalem, met een zeer zwaar heir, met kemelen, dragende specerijen, en zeer veel gouds, en kostelijk gesteente; en zij kwam tot Salomo, en sprak tot hem al wat in haar hart was.
3所羅門把她所有的問題都給她解說明白,沒有一件事難倒王,使王不能回答她的。
3En Salomo verklaarde haar al haar woorden; geen ding was er verborgen voor den koning, dat hij haar niet verklaarde.
4示巴女王看見所羅門的一切智慧和他建造的宮殿、
4Als nu de koningin van Scheba zag al de wijsheid van Salomo, en het huis, hetwelk hij gebouwd had,
5桌上的食物、臣僕的座位、僕人的侍候、他們的服飾、王的酒政和王在耶和華的殿獻上的燔祭,就驚奇得不知所措。
5En de spijze zijner tafel, en het zitten zijner knechten, en het staan zijner dienaren, en hun kledingen, en zijn schenkers, en zijn opgang, waardoor hij henen opging in het huis des HEEREN, zo was in haar geen geest meer.
6於是她對王說:“我在本國聽見有關你的事和你的智慧,原來都是真的;
6En zij zeide tot den koning: Het woord is waarheid geweest, dat ik in mijn land gehoord heb, van uw zaken en van uw wijsheid.
7以前我並不相信那些話,等到我來了,親眼看見,才知道人告訴我的還不到一半;你的智慧和財富,超過我所聽聞的。
7Ik heb die woorden niet geloofd, totdat ik gekomen ben, en mijn ogen dat gezien hebben; en zie, de helft is mij niet aangezegd; gij hebt met wijsheid, en goed overtroffen het gerucht, dat ik gehoord heb.
8屬你的人是有福的,你的這些臣僕是有福的,他們常常侍立在你面前,聆聽你的智慧。
8Welgelukzalig zijn uw mannen, welgelukzalig deze uw knechten, die gedurig voor uw aangezicht staan, die uw wijsheid horen!
9耶和華你的 神是應當稱頌的!他喜悅你,使你坐在以色列的王位上;因為耶和華永遠喜愛以色列,所以立你作王,要你秉行公義。”
9Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u heeft gehad, om u op den troon van Israel te zetten! Omdat de HEERE Israel in eeuwigheid bemint, daarom heeft Hij u tot koning gesteld, om recht en gerechtigheid te doen.
10示巴女王贈送的禮物(代下9:9~11)於是示巴女王把約四千公斤金子、大批香料和寶石送給王;以後奉來的香料再也沒有像示巴女王送給所羅門的那麼多。
10En zij gaf den koning honderd en twintig talenten gouds, en zeer veel specerijen, en kostelijk gesteente; als deze specerij, die de koningin van Scheba den koning Salomo gaf, is er nooit meer in menigte gekomen.
11此外,從俄斐運金子來的希蘭船隊,又從俄斐運了大批檀香木和寶石來。
11Verder ook de schepen van Hiram, die goud uit Ofir voerden, brachten uit Ofir zeer veel almuggimhout en kostelijk gesteente.
12王用檀香木為耶和華的殿和王宮做欄杆,又為歌唱的做琴瑟。以後再也沒有這樣的檀香木運來,也沒有人看見過,直到今日。
12En de koning maakte van dit almuggimhout steunselen voor het huis des HEEREN, en voor het huis des konings, mitsgaders harpen en luiten voor de zangers. Het almuggimhout was zo niet gekomen noch gezien geweest, tot op dezen dag.
13所羅門的回禮(代下9:12)所羅門王照著示巴女王所願所求的一切賜給她,另外又厚厚地餽贈她。於是女王和她的臣僕都返回本國去了。
13En de koning Salomo gaf de koningin van Scheba al haar behagen, wat zij begeerde; behalve dat hij haar gaf naar het vermogen van den koning Salomo; zo keerde zij en toog in haar land, zij en haar knechten.
14所羅門的財富與智慧(代下9:13~24)所羅門每年收入的金子重兩萬三千公斤。
14Het gewicht nu van het goud, dat voor Salomo op een jaar inkwam was zeshonderd zes en zestig talenten gouds;
15另外,還有從商人和行商的課稅,阿拉伯諸王和國內省長的收入。
15Behalve dat van de kramers was, en van den handel der kruideniers, en van alle koningen van Arabie, en van de geweldigen van dat land.
16所羅門王用錘煉好的金子做了二百面大盾牌,每一面大盾牌用金子七公斤;
16Ook maakte de koning Salomo tweehonderd rondassen van geslagen goud; zeshonderd sikkelen gouds liet hij opwegen tot elke rondas.
17又用錘煉好的金子做了三百面小盾牌,每一面小盾牌用金子兩公斤。王把這些盾牌都放在黎巴嫩林宮。
17Insgelijks driehonderd schilden van geslagen goud; drie pond gouds liet hij opwegen tot elk schild; en de koning legde ze in het huis des wouds van Libanon.
18王又做了一個象牙大寶座,貼上了精金。
18Nog maakte de koning een groten elpenbenen troon, en hij overtoog denzelven met dicht goud.
19那寶座有六級臺階,寶座的後背有一個圓頂,座處的兩旁有一個扶手。扶手的旁邊各有一隻獅子站立著。
19Deze troon had zes trappen, en het hoofd van den troon was van achteren rond, en aan beide zijden waren leuningen tot de zitplaats toe, en twee leeuwen stonden bij die leuningen.
20在六級臺階上共有十二隻獅子站著,左邊一隻,右邊一隻。在列國中都沒有這樣做過。
20En twaalf leeuwen stonden daar op de zes trappen aan beide zijden, desgelijks is in geen koninkrijken gemaakt geweest.
21所羅門的一切杯爵都是金子做的;黎巴嫩林宮裡的一切器皿也都是精金做的,沒有用銀子做的;原來在所羅門王的時代,銀子算不得甚麼。
21Ook waren alle drinkvaten van den koning Salomo van goud, en alle vaten van het huis des wouds van Libanon waren van gesloten goud; geen zilver was er aan; want het werd in de dagen van Salomo niet voor enig ding geacht.
22因為王有他施船隊與希蘭船隊一同在海上航行。他施船隊三年一次運來金銀、象牙、猿猴和孔雀。
22Want de koning had in zee schepen van Tharsis, met de schepen van Hiram; deze schepen van Tharsis kwamen in, eenmaal in drie jaren, brengende goud, en zilver, elpenbeen, en apen, en pauwen.
23所羅門王的財富和智慧,超過了世界上所有的君王。
23Alzo werd de koning Salomo groter dan alle koningen der aarde, in rijkdom en in wijsheid.
24世上所有的君王都要求晉見所羅門,聆聽 神賦予他心中的智慧。
24En de ganse aarde zocht het aangezicht van Salomo, om zijn wijsheid te horen, die God in zijn hart gegeven had.
25他們各人都帶著自己的貢物而來,就是銀器、金器、衣裳、軍械、香料、馬和騾等,年年都是這樣。
25En zij brachten een ieder zijn geschenk, zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen, en harnas, en specerijen, paarden en muilezelen, elk ding van jaar tot jaar.
26所羅門的兵力與財富(代下1:13~17,9:25~28)所羅門聚集戰車和騎兵,他有戰車一千四百輛,騎兵一萬二千人,安置在屯車城和耶路撒冷,就是與王在一起。
26Daartoe vergaderde Salomo wagenen en ruiteren, en hij had duizend en vierhonderd wagenen, en twaalf duizend ruiteren, en legde ze in de wagensteden en bij den koning in Jeruzalem.
27王在耶路撒冷使銀子好像石頭一樣,使香柏木好像平原的桑樹那麼多。
27En de koning maakte het zilver in Jeruzalem te zijn als stenen, en de cederen maakte hij te zijn als de wilde vijgebomen, die in de laagte zijn, in menigte.
28所羅門的馬是從埃及和古厄運出來的,是王的商人從古厄按著定價買來的。
28En het uitbrengen der paarden was hetgeen Salomo uit Egypte had; en aangaande het linnen garen, de kooplieden des konings namen het linnen garen voor den prijs.
29從埃及運上來的車,每輛銀子六千八百四十克,馬每匹一千七百一十克。赫人眾王和亞蘭(“亞蘭”即今天“敘利亞”一帶的地方)諸王也都是這樣經他們的手買來的。
29En een wagen kwam op, en ging uit van Egypte, voor zeshonderd sikkelen zilvers, en een paard voor honderd en vijftig; en alzo voerden ze die uit door hun hand voor alle koningen der Hethieten, en voor de koningen van Syrie.