1所羅門往基遍獻祭(王上3:1~4)大衛的兒子所羅門鞏固了他對以色列的統治,耶和華他的 神也和他同在,使他十分尊大。
1En Salomo, de zoon van David, werd versterkt in zijn koninkrijk, want de HEERE, zijn God, was met hem, en maakte hem ten hoogste groot.
2所羅門召喚全體以色列人、千夫長、百夫長、審判官、以色列的各領袖和眾家族的首領。
2En Salomo sprak tot het ganse Israel, tot de oversten der duizenden en der honderden, en tot de richteren, en tot alle vorsten in gans Israel, de hoofden der vaderen;
3所羅門和全體會眾一同到基遍的高地去,因為那裡有 神的會幕,就是耶和華的僕人摩西在曠野所做的。
3En zij gingen henen, Salomo en de ganse gemeente met hem, naar de hoogte, die te Gibeon was; want daar was de tent der samenkomst Gods, die Mozes, de knecht des HEEREN, in de woestijn gemaakt had.
4至於 神的約櫃,大衛已經從基列.耶琳抬到他預備好的地方,因為他曾在耶路撒冷為約櫃蓋搭了一個帳幕。
4(Maar de ark Gods had David van Kirjath-Jearim opgebracht, ter plaatse, die David voor haar bereid had; want hij had voor haar een tent te Jeruzalem gespannen.)
5戶珥的孫子、烏利的兒子比撒列所做的銅祭壇也在那裡,在耶和華的會幕前面;所羅門和會眾同去求問耶和華。
5Ook was het koperen altaar, dat Bezaleel, de zoon van Uri, den zoon van Hur, gemaakt had, aldaar voor den tabernakel des HEEREN; Salomo nu en de gemeente bezochten hetzelve.
6所羅門上到耶和華會幕前面的銅祭壇旁邊,在壇上獻上了一千隻燔祭牲。
6En Salomo offerde daar, voor het aangezicht des HEEREN, op het koperen altaar, dat aan de tent der samenkomst was; en hij offerde daarop duizend brandofferen.
7所羅門祈求智慧(王上3:5~15)那一夜, 神向所羅門顯現,對他說:“你無論求甚麼,我必賜給你。”
7In dienzelfden nacht verscheen God aan Salomo; en Hij zeide tot hem: Begeer, wat Ik u geven zal.
8所羅門對 神說:“你曾經向我的父親大衛大施慈愛,使我接續他作王。
8En Salomo zeide tot God: Gij hebt aan mijn vader David grote weldadigheid gedaan; en Gij hebt mij koning gemaakt in zijn plaats;
9耶和華 神啊,現在求你實現你向我的父親大衛應許的話;因為你立了我作王統治這好像地上的塵土那麼多的人民。
9Nu, HEERE God, laat Uw woord waar worden, gedaan aan mijn vader David; want Gij hebt mij koning gemaakt over een volk, menigvuldig als het stof der aarde;
10現在求你賜我智慧和知識,使我可以領導這人民;否則,誰能治理這眾多的人民呢?”
10Geef mij nu wijsheid en wetenschap, dat ik voor het aangezicht van dit volk uitga en inga; want wie zou dit Uw groot volk kunnen richten?
11 神對所羅門說:“你既然有這個心意:不求富足、財產、尊榮,也不求你敵人的性命,又不求長壽,只為自己求智慧和知識,好治理我的子民,就是我立你作王統治的人民,
11Toen zeide God tot Salomo: Daarom, dat dit in uw hart geweest is, en gij niet begeerd hebt rijkdom, goederen, noch eer, noch de ziel uwer haters, noch ook vele dagen begeerd hebt; maar wijsheid en wetenschap voor u begeerd hebt, opdat gij Mijn volk mocht richten, waarover Ik u koning gemaakt heb;
12因此,智慧和知識必賜給你,我也把富足、財產和尊榮賜給你;在你以前的列王從沒有這樣,在你以後的也必沒有這樣。”
12De wijsheid, en de wetenschap is u gegeven; daartoe zal Ik u rijkdom, en goederen, en eer geven, dergelijke geen koningen, die voor u geweest zijn, gehad hebben, en na u zal dergelijke niet zijn.
13所羅門的兵力與財富(王上10:26~29)於是,所羅門從基遍高地的會幕回到耶路撒冷,統治以色列。
13Alzo kwam Salomo te Jeruzalem, van de hoogte, die te Gibeon is, van voor de tent der samenkomst; en hij regeerde over Israel.
14所羅門召集了戰車和馬兵:他有戰車一千四百輛,馬兵一萬二千名;他把這些車馬安置在屯車城,或在耶路撒冷,和王在一起。
14En Salomo vergaderde wagenen en ruiteren, zodat hij duizend en vierhonderd wagenen, en twaalf duizend ruiteren had; en hij legde ze in de wagensteden, en bij den koning te Jeruzalem.
15王在耶路撒冷積存的金銀好像石頭那麼多,積存的香柏木好像平原的桑樹那麼多。
15En de koning maakte het zilver en het goud in Jeruzalem te zijn als stenen, en de cederen maakte hij te zijn als wilde vijgebomen, die in de laagten zijn, in menigte.
16所羅門擁有的馬,都是從埃及和古厄運來的,是王的商人從古厄照價買來的。
16En het uitbrengen der paarden was hetgeen Salomo uit Egypte had; en aangaande het linnengaren, de kooplieden des konings namen het linnengaren voor den prijs.
17他們從埃及運上來的車,每輛價銀六千八百四十克;馬每匹一千七百一十克。赫人眾王和亞蘭眾王的車馬,也都是這樣經這些商人的手買來的。
17En zij brachten op, en voerden een wagen uit van Egypte voor zeshonderd sikkelen zilvers, en een paard voor eenhonderd en vijftig; en alzo voerden zij die door hun hand uit, voor alle koningen der Hethieten, en voor de koningen van Syrie.