聖經新譯本

Dutch Staten Vertaling

2 Chronicles

2

1所羅門定意建殿(王上5:1~6)所羅門決意要為耶和華的名建造殿宇,又為自己建造王宮。(本節在《馬索拉抄本》為1:18)
1Salomo nu dacht voor den Naam des HEEREN een huis te bouwen, en een huis voor zijn koninkrijk.
2於是,所羅門選派了七萬人作挑夫,八萬人在山上鑿石,三千六百人作督工。(本節在《馬索拉抄本》為2:1)
2En Salomo telde zeventig duizend lastdragende mannen, en tachtig duizend mannen, die houwen zouden in het gebergte; mitsgaders drie duizend en zeshonderd opzieners over dezelve.
3所羅門派人去見推羅王希蘭說:“你怎樣待我的父親大衛,給他運來香柏木,為他建造宮殿居住,請你也這樣待我。
3En Salomo zond tot Huram, den koning van Tyrus, zeggende: Gelijk als gij met mijn vader David gedaan hebt, en hebt hem cederen gezonden, om voor hem een huis te bouwen, om daarin te wonen, zo doe ook met mij.
4現在我要為耶和華我 神的名建造殿宇,分別為聖獻給他,在他面前焚燒芬芳的香,經常擺上陳設餅,每日早晚、安息日、初一,以及耶和華我們的 神所定的節日,都獻上燔祭;這是以色列人永遠的定例。
4Zie, ik zal een huis voor den Naam des HEEREN, mijns Gods, bouwen, om Hem te heiligen, om reukwerk der welriekende specerijen voor Zijn aangezicht aan te steken, en voor de toerichting des gedurigen broods, en voor de brandofferen des morgens en des avonds, op de sabbatten, en op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden des HEEREN, onzes Gods; hetwelk voor eeuwig is in Israel.
5我要建造的殿宇必須宏偉,因為我們的 神偉大,超過眾神之上。
5En het huis, dat ik zal bouwen, zal groot zijn; want onze God is groter dan alle goden.
6但誰能為他建造殿宇呢?天和天上的天也容不下他;我是誰,怎能為他建造殿宇?我不過在他面前燒香罷了。
6Doch wie zou de kracht hebben, om voor Hem een huis te bouwen, dewijl de hemelen, ja, de hemel der hemelen, Hem niet bevatten zouden? En wie ben ik, dat ik voor Hem een huis zou bouwen, ten ware om reukwerk voor Zijn aangezicht aan te steken?
7現在請你派一個巧匠到我這裡來,他要精於使用金、銀、銅、鐵和紫色朱紅色藍色線工作,並且懂得雕刻,好與我的父親大衛在猶大和耶路撒冷預備的巧匠一同工作。
7Zo zend mij nu een wijzen man, om te werken in goud, en in zilver, en in koper, en in ijzer, en in purper, en karmozijn, en hemelsblauw, en die weet graveerselen te graveren, met de wijzen, die bij mij zijn in Juda en in Jeruzalem, die mijn vader David beschikt heeft.
8又請你從黎巴嫩運送香柏木、松木和檀香木到我這裡來,因為我知道你的臣僕善於砍伐黎巴嫩的樹木;我的臣僕可以和你的臣僕一同工作。
8Zend mij ook cederen, dennen, en algummimhout uit Libanon; want ik weet, dat uw knechten het hout van Libanon weten te houwen; en zie, mijn knechten zullen met uw knechten zijn.
9給我預備大量的木材,因為我要建造的那殿宇,將會十分宏偉。
9En dat om mij hout in menigte te bereiden; want het huis, dat ik zal bouwen, zal groot en wonderlijk zijn.
10至於你的僕人,就是砍伐樹木的人,我必給他們食物,就是小麥二萬公噸、大麥二萬公噸、酒四十萬公升、油四十萬公升。”
10En zie, ik zal uw knechten, den houwers, die het hout houwen, twintig duizend kor uitgeslagen tarwe, en twintig duizend kor gerst geven; daartoe twintig duizend bath wijn, en twintig duizend bath olie.
11推羅王答應相助(王上5:7~12)推羅王希蘭回信給所羅門說:“耶和華因為愛自己的子民,所以立你作他們的王。”
11Huram nu, de koning van Tyrus, antwoordde door schrift, en zond tot Salomo: Daarom dat de HEERE Zijn volk lief heeft, heeft Hij u over hen tot koning gesteld.
12希蘭又說:“創造天地的耶和華以色列的 神,是應當稱頌的!因為他賜給大衛王一個有智慧的兒子,有聰明有見識,可以為耶和華建造殿宇,為自己建造王宮。
12Verder zeide Huram: Geloofd zij de HEERE, de God Israels, Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, dat Hij den koning David een wijzen zoon, kloek in voorzichtigheid en verstand, gegeven heeft, die een huis voor den HEERE, en een huis voor zijn koninkrijk bouwe!
13現在我派一個技藝精巧、滿有聰明的人來,他是我父親希蘭的匠人。
13Zo zend ik nu een wijzen man, kloek van verstand, Huram Abi;
14他是但支派一個婦人的兒子,他的父親是推羅人。他精於使用金、銀、銅、鐵、石、木,以及紫色藍色朱紅色線和細麻作工,也能作各樣雕刻的工作,又能設計各樣交託他們的巧工。這人可以和你的巧匠,以及我主你父親大衛的巧匠一同工作。
14Den zoon ener vrouw uit de dochteren van Dan, en wiens vader een man geweest is van Tyrus, die weet te werken in goud, en in zilver, in koper, in ijzer, in stenen, en in hout, in purper, in hemelsblauw, en in fijn linnen, en in karmozijn, en om alle graveersels te graveren, en om te bedenken allen vernuftigen vond, die hem zal voorgesteld worden, met uw wijzen, en de wijzen van mijn heer, uw vader David.
15我主所說的小麥、大麥、酒和油,請派人運來給眾僕人。
15Zo zende nu mijn heer zijn knechten de tarwe en de gerst, de olie en den wijn, die hij gezegd heeft.
16我們必照著你所需要的,從黎巴嫩砍下樹木,紮成木筏,從海上運到約帕,你可以從那裡把它們運上耶路撒冷。”
16En wij zullen hout houwen uit den Libanon, naar al uw nooddruft, en zullen het tot u met vlotten, over de zee, naar Jafo brengen; en gij zult het laten ophalen naar Jeruzalem.
17選派工人(王上5:13~18)所羅門按照他父親大衛數點的數目,又數點了住在以色列地所有的外族人,他們共有十五萬三千六百人。
17En Salomo telde al de vreemde mannen, die in het land van Israel waren, achtervolgens de telling, met dewelke zijn vader David die geteld had; en er werden gevonden honderd drie en vijftig duizend en zeshonderd.
18他選派七萬人作挑夫,八萬人在山上鑿石頭,三千六百人作監工,督促人民工作。
18En hij maakte uit dezelve zeventig duizend lastdragers, en tachtig duizend houwers in het gebergte, mitsgaders drie duizend en zeshonderd opzieners, om het volk te doen arbeiden.