1撒種的比喻(可4:1~9;路8:4~8)那一天,耶穌從房子裡出來,坐在海邊。
1En te dien dage Jezus, uit het huis gegaan zijnde, zat bij de zee.
2有很多人聚集到他那裡。於是,他上船坐下來,眾人都站在岸上。
2En tot Hem vergaderden vele scharen, zodat Hij in een schip ging en nederzat, en al de schare stond op den oever.
3他用比喻對眾人講了許多事,說:“有一個撒種的出去撒種。
3En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.
4撒的時候,有的落在路旁,小鳥飛來就吃掉了。
4En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den weg; en de vogelen kwamen en aten datzelve op.
5有的落在泥土不多的石地上,因為泥土不深,很快就長起來。
5En een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had.
6但太陽一出來,就把它曬乾,又因為沒有根就枯萎了。
6Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had, is het verdord.
7有的落在荊棘裡,荊棘長大了,就把它擠住。
7En een ander deel viel in de doornen; en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve.
8有的落在好土裡,結出果實,有一百倍的,有六十倍的,有三十倍的。
8En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-, en het ander dertig voud.
9有耳的,就應當聽。”
9Wie oren heeft om te horen, die hore.
10用比喻的目的(可4:10~12;路8:9~10,10:23~24)門徒上前問耶穌:“你對他們講話,為甚麼用比喻呢?”
10En de discipelen tot Hem komende, zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen?
11他回答:“天國的奧祕,只給你們知道,卻不給他們知道。
11En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven.
12因為凡是有的,還要給他,他就充足有餘;凡是沒有的,就連他有甚麼也要拿去。
12Want wie heeft, dien zal gegeven worden, en hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft.
13因此,我用比喻對他們講話,因為他們看卻看不見,聽也聽不到,也不明白。
13Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien, en horende niet horen, noch ook verstaan.
14以賽亞的預言,正應驗在他們身上,他說:‘你們聽是聽見了,總是不明白;看是看見了,總是不領悟。
14En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken.
15因為這人民的心思遲鈍,用不靈的耳朵去聽,又閉上了眼睛;免得自己眼睛看見,耳朵聽見,心裡明白,回轉過來,我就醫好他們。’
15Want het hart dezes volks is dik geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik hen geneze.
16“你們的眼睛是有福的,因為可以看見;你們的耳朵是有福的,因為可以聽見。
16Doch uw ogen zijn zalig, omdat zij zien, en uw oren, omdat zij horen.
17我實在告訴你們,曾經有許多先知和義人想看你們所看見的,卻沒有看到,想聽你們所聽見的,卻沒有聽到。
17Want voorwaar zeg Ik u, dat vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien de dingen, die gij ziet, en hebben ze niet gezien; en te horen de dingen, die gij hoort, en hebben ze niet gehoord.
18解釋撒種的比喻(可4:13~20;路8:11~15)“所以你們要聽這撒種人的比喻。
18Gij dan, hoort de gelijkenis van den zaaier.
19凡是聽了天國的道卻不明白的,那惡者就來把撒在他心中的奪去。這就是撒在路旁的。
19Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg, hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene, die bij den weg bezaaid is.
20那撒在石地上的,就是人聽了道,立刻歡歡喜喜地接受,
20Maar die in steenachtige plaatsen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt;
21可是他裡面沒有根,只是暫時的;一旦為道遭遇患難,受到迫害,就立刻跌倒了。
21Doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij terstond geergerd.
22那撒在荊棘裡的,就是人聽了道,有今世的憂慮和財富的迷惑把道擠住,結不出果實來。
22En die in de doornen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar.
23那撒在好土裡的,就是人聽了道,又明白了,結出果實來,有一百倍的,有六十倍的,有三十倍的。”
23Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig-, en de ander dertig voud.
24稗子的比喻耶穌對他們另外講了一個比喻,說:“天國好像人把好的種子撒在田裡。
24Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker.
25人們睡了的時候,他的仇敵來把稗子撒在麥子中間,就走了。
25En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg.
26到了發苗吐穗的時候,稗子也顯出來。
26Toen het nu tot kruid opgeschoten was, en vrucht voortbracht, toen openbaarde zich ook het onkruid.
27僕人都前來問家主:‘主人,你不是把好的種子撒在田裡嗎?那些稗子是從哪裡來的呢?’
27En de dienstknechten van den heer des huizes gingen en zeiden tot hem: Heere! hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Van waar heeft hij dan dit onkruid?
28他回答:‘這是仇敵所作的。’僕人問他:‘你要我們去拔掉它嗎?’
28En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. En de dienstknechten zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve vergaderen?
29他說:‘不用,因為拔稗子的時候,恐怕也把麥子連根拔出來。
29Maar hij zeide: Neen, opdat gij, het onkruid vergaderende, ook mogelijk met hetzelve de tarwe niet uittrekt.
30收割之前,讓它們一同生長。到了收割的時候,我會吩咐收割的工人先拔掉稗子,捆起來,留著焚燒,卻要把麥子收進我的倉裡。’”
30Laat ze beiden te zamen opwassen tot den oogst, en in den tijd des oogstes zal ik tot de maaiers zeggen: Vergadert eerst dat onkruid, en bindt het in busselen, om hetzelve te verbranden; maar brengt de tarwe samen in mijn schuur.
31芥菜種和麵酵的比喻(可4:30~32;路13:18~21)耶穌又對他們講了另外一個比喻,說:“天國好像一粒芥菜種,人拿去把它種在田裡。
31Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan het mosterdzaad, hetwelk een mens heeft genomen en in zijn akker gezaaid;
32它是種子中最小的,但長大了,卻比其他的蔬菜都大,成為一棵樹,甚至天空的飛鳥也來在它的枝頭搭窩。”
32Hetwelk wel het minste is onder al de zaden, maar wanneer het opgewassen is, dan is 't het meeste van de moeskruiden, en het wordt een boom, alzo dat de vogelen des hemels komen en nestelen in zijn takken.
33他對他們講了另一個比喻:“天國好像麵酵,婦女拿去放在三斗麵裡,直到全團發起來。”
33Een andere gelijkenis sprak Hij tot hen, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een zuurdesem, welken een vrouw nam en verborg in drie maten meels, totdat het geheel gezuurd was.
34解釋稗子的比喻耶穌用比喻向群眾講了這一切,他所講的,沒有不用比喻的。
34Al deze dingen heeft Jezus tot de scharen gesproken door gelijkenissen, en zonder gelijkenis sprak Hij tot hen niet.
35這就應驗了先知所說的:“我要開口用比喻,把創世以來隱祕的事說出來。”
35Opdat vervuld zou worden, wat gesproken is door den profeet, zeggende: Ik zal Mijn mond opendoen door gelijkenissen; Ik zal voortbrengen dingen, die verborgen waren van de grondlegging der wereld.
36耶穌離開群眾,進到屋裡,門徒前來問他:“請你給我們解釋田裡稗子的比喻。”
36Toen nu Jezus de scharen van Zich gelaten had, ging Hij naar huis. En Zijn discipelen kwamen tot Hem, zeggende: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid des akkers.
37他回答:“那撒好種子的是人子,
37En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen;
38田就是世界,好種子就是屬天國的人,稗子就是屬那惡者的人,
38En de akker is de wereld; en het goede zaad zijn de kinderen des Koninkrijks; en het onkruid zijn de kinderen des bozen;
39撒稗子的仇敵是魔鬼,收割的時候是這世代的終結,收割的工人是天使。
39En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen.
40稗子怎樣被拔掉用火焚燒,在這世代終結的時候,也是一樣。
40Gelijkerwijs dan het onkruid vergaderd, en met vuur verbrand wordt, alzo zal het ook zijn in de voleinding dezer wereld.
41那時,人子要差派他的使者,把一切使人犯罪的事和不法之徒,從他的國中拔掉,
41De Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk vergaderen al de ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen;
42丟進火爐,在那裡必要哀哭切齒。
42En zullen dezelve in den vurigen oven werpen; daar zal wening zijn en knersing der tanden.
43那時,義人在他們父的國中,要像太陽一樣的照耀。有耳的,就應當聽。
43Dan zullen de rechtvaardigen blinken, gelijk de zon, in het Koninkrijk huns Vaders. Die oren heeft om te horen, die hore.
44其他的比喻“天國好像藏在田裡的寶貝,有人發現了,就把它藏起來,高高興興地離去,變賣了他的一切,來買那田地。
44Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker.
45“天國好像一個商人,搜羅寶貴的珍珠。
45Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone parelen zoekt;
46他發現了一顆極貴重的珍珠,就離去,變賣了他的一切,來買那顆珍珠。
46Dewelke, hebbende een parel van grote waarde gevonden, ging heen en verkocht al wat hij had, en kocht dezelve.
47“天國又好像一個網,撒在海裡,網到各樣的魚。
47Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een net, geworpen in de zee, en dat allerlei soorten van vissen samenbrengt;
48網滿了之後,人就把網拉上岸,坐下來把好的揀出,收藏起來,不好的就丟在外面。
48Hetwelk, wanneer het vol geworden is, de vissers aan den oever optrekken, en nederzittende, lezen het goede uit in hun vaten, maar het kwade werpen zij weg.
49這世代終結的時候,也是一樣。那時天使要出去,把惡人從義人中分別出來。
49Alzo zal het in de voleinding der eeuwen wezen; de engelen zullen uitgaan, en de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden;
50丟進火爐,在那裡必要哀哭切齒。
50En zullen dezelve in den vurigen oven werpen; daar zal zijn wening en knersing der tanden.
51“這一切你們明白嗎?”他們回答:“明白。”
51En Jezus zeide tot hen: Hebt gij dit alles verstaan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Heere!
52耶穌說:“所以,每一個作天國門徒的經學家,就像家主從寶庫中拿出新和舊的東西來。”
52En Hij zeide tot hen: Daarom, een iegelijk Schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt.
53耶穌在本鄉遭人厭棄(可6:1~6。參路4:16~30)耶穌講完了這些比喻,就離開那地方。
53En het is geschied, als Jezus deze gelijkenissen geeindigd had, vertrok Hij van daar.
54他回到自己的家鄉,在會堂裡教導人,眾人都驚奇,說:“這個人的智慧和能力是從哪裡來的呢?
54En gekomen zijnde in Zijn vaderland, leerde Hij hen in hun synagoge, zodat zij zich ontzetten, en zeiden: Van waar komt Dezen die wijsheid en die krachten?
55他不是木匠的兒子嗎?他母親不是馬利亞,他弟弟不是雅各、約瑟、西門和猶大嗎?
55Is Deze niet de Zoon des timmermans? en is Zijn moeder niet genaamd Maria, en Zijn broeders Jakobus en Joses, en Simon en Judas?
56他妹妹不是都在我們這裡嗎?他這一切是從哪裡來的呢?”
56En Zijn zusters, zijn zij niet allen bij ons? Van waar komt dan Dezen dit alles?
57他們就厭棄耶穌。耶穌對他們說:“先知除了在本鄉本家之外,沒有不受人尊敬的。”
57En zij werden aan Hem geergerd. Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd, dan in zijn vaderland, en in zijn huis.
58因為他們不信,他就不在那裡多行神蹟了。
58En Hij heeft aldaar niet vele krachten gedaan, vanwege hun ongeloof.