聖經新譯本

Dutch Staten Vertaling

Psalms

119

1遵行 神律例是有福的行為完全,遵行耶和華律法的,都是有福的。
1Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.
2謹守他的法度,全心尋求他的,都是有福的。
2Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken;
3他們不作不義的事;他們遵行他的道。
3Ook geen onrecht werken, maar wandelen in Zijn wegen.
4你曾把你的訓詞吩咐我們,要我們殷勤遵守。
4HEERE! Gij hebt geboden, dat men Uw bevelen zeer bewaren zal.
5但願我的道路堅定,為要遵守你的律例。
5Och, dat mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen te bewaren!
6我重視你的一切誡命,就不至於羞愧。
6Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.
7我學會了你公義的法則,就以正直的心稱謝你。
7Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben.
8我必遵守你的律例,求你不要把我棄絕。
8Ik zal Uw inzettingen bewaren; verlaat mij niet al te zeer.
9謹守 神的話可免犯罪少年人用甚麼潔淨自己的行為呢?就是要遵守你的話。
9Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord.
10我一心尋求你,求你不要容我偏離你的誡命。
10Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen.
11我把你的話藏在心裡,免得我得罪你。
11Ik heb Uw rede in mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou.
12耶和華啊!你是該受稱頌的;求你把你的律例教導我。
12HEERE! Gij zijt gezegend; leer mij Uw inzettingen.
13我用嘴唇傳揚從你口中所出的一切典章。
13Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds.
14我喜歡你法度定下的道路,如同喜歡一切財富。
14Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom.
15我要默想你的訓詞,重視你的道路。
15Ik zal Uw bevelen overdenken, en op Uw paden letten.
16我喜愛你的律例,我不會忘記你的話。
16Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten.
17愛慕 神典章必有喜樂求你恩待你的僕人,使我可以活著,也可以謹守你的話。
17Gimel. Doe wel bij Uw knecht, dat ik leve en Uw woord beware.
18求你開我的眼睛,使我能看出你律法的奇妙。
18Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet.
19我是在世上作寄居的,求你不要向我隱瞞你的命令。
19Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.
20我常常切慕你的典章,以致我心力交瘁。
20Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen te aller tijd.
21那些受咒詛的傲慢人,和那些偏離了你誡命的人,你必斥責他們。
21Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen.
22求你除去我所受的羞辱和藐視,因為我遵守你的法度。
22Wentel van mij versmaadheid en verachting, want ik heb Uw getuigenissen onderhouden.
23雖有作領袖的坐著毀謗我,你的僕人卻默想你的律例。
23Als zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht.
24你的法度是我的喜樂,是我的謀士。
24Ook zijn Uw getuigenissen mijn vermakingen, en mijn raadslieden.
25懇求 神教導明白律法我快要歸回塵土,求你按著你的話把我救活過來。
25Daleth. Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend naar Uw woord.
26我陳明我所行的,你就應允了我;求你把你的律例教導我。
26Ik heb U mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer mij Uw inzettingen.
27求你使我明白你的訓詞,我就默想你的奇妙。
27Geef mij den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte.
28我因愁苦而流淚,求你照著你的話使我堅強。
28Mijn ziel druipt weg van treurigheid; richt mij op naar Uw woord.
29求你使我離開虛謊的路,施恩把你的律法賜給我。
29Wend van mij den weg der valsheid, en verleen mij genadiglijk Uw wet.
30我揀選了信實的道路,我把你的典章擺在我面前。
30Ik heb verkoren den weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld.
31我緊守你的法度,耶和華啊!求你不要使我蒙羞。
31Ik kleef vast aan Uw getuigenissen; o HEERE! beschaam mij niet.
32因為你使我的心舒暢,我就跑在你誡命的路上。
32Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben.
33立志一心遵守 神誡命耶和華啊!求你把你的律例指教我,我必遵守到底。
33He. HEERE! leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe.
34求你賜我悟性,我好遵守你的律法,我必一心謹守。
34Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden; ja, ik zal ze onderhouden met gansen harte.
35求你領我走在你誡命的路上,因為這是我喜悅的。
35Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust.
36求你使我的心傾向你的法度,不傾向不義之財。
36Neig mijn hart tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid.
37求你使我轉眼不看虛空的事;又使我在你的道中存活。
37Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen.
38求你向你的僕人實踐你的諾言,就是你向敬畏你的人所應許的。
38Bevestig Uw toezeggingen aan Uw knecht, die Uw vreze toegedaan is.
39求你使我所怕的羞辱離開我,因為你的典章都是美好的。
39Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten zijn goed.
40我切慕你的訓詞,求你使我活在你的公義中。
40Zie, ik heb een begeerte tot Uw bevelen; maak mij levend door Uw gerechtigheid.
41信靠 神應許必不蒙羞耶和華啊!願你照著你的應許,使你的慈愛、你的救恩臨到我。
41Vau. En dat mij Uw goedertierenheden overkomen, o HEERE! Uw heil, naar Uw toezegging;
42我就有話回答那羞辱我的,因為我倚靠你的話。
42Opdat ik mijn smader wat heb te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord.
43求你使真理的話總不離開我的口,因為我仰望你的典章。
43En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten.
44我要常常謹守你的律法,直到永遠。
44Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos.
45我必行在寬闊之處,因為我一向尋求你的訓詞。
45En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik Uw bevelen gezocht heb.
46我在君王面前講論你的法度,也不以為恥。
46Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen, en mij niet schamen.
47我要以你的誡命為樂,這些誡命是我所愛的。
47En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.
48我又要向你的誡命舉手,這些誡命是我所愛的;我也要默想你的律例。
48En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten.
49 神的話滿有盼望安慰求你記念你向你僕人應許的話,因為你使我有盼望。
49Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen.
50你的應許使我存活;這就是我在困苦中的安慰。
50Dit is mijn troost in mijn ellende, want Uw toezegging heeft mij levend gemaakt.
51驕傲的人苛刻地譏誚我,我卻沒有偏離你的律法。
51De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; nochtans ben ik van Uw wet niet geweken.
52耶和華啊!我思念你在古時賜下的典章,我就得了安慰。
52Ik heb gedacht, o HEERE! aan Uw oordelen van ouds aan, en heb mij getroost.
53因為惡人離棄你的律法,我就非常忿怒。
53Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten.
54在我寄居的住所裡,你的律例成了我的詩歌。
54Uw inzettingen zijn mij gezangen geweest, ter plaatse mijner vreemdelingschappen.
55耶和華啊!我在夜間記念你的名,我要謹守你的律法。
55HEERE! des nachts ben ik Uws Naams gedachtig geweest, en heb Uw wet bewaard.
56我這樣作,是因為我遵守你的訓詞。
56Dat is mij geschied, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.
57謹守 神的話不敢忘記耶和華啊!你是我的業分,我曾說我要謹守你的話。
57Cheth. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren.
58我曾一心向你乞恩,願你照著你的應許恩待我。
58Ik heb Uw aanschijn ernstelijk gebeden van ganser harte, wees mij genadig naar Uw toezegging.
59我思想我所行的道路,就轉回腳步歸向你的法度。
59Ik heb mijn wegen bedacht, en heb mijn voeten gekeerd tot Uw getuigenissen.
60我趕快謹守你的命令,不敢耽延。
60Ik heb gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te onderhouden.
61惡人的繩索雖然捆綁我,我卻不忘記你的律法。
61De goddeloze hopen hebben mij beroofd; nochtans heb ik Uw wet niet vergeten.
62因你公義的典章,我半夜起來稱謝你。
62Te middernacht sta ik op, om U te loven voor de rechten Uwer gerechtigheid.
63凡是敬畏你,謹守你訓詞的,我都與他們為友。
63Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden.
64耶和華啊!你的慈愛遍滿大地;求你把你的律例教導我。
64HEERE! de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw inzettingen.
65苦難使人學習 神律例耶和華啊!你向來照著你的話,善待你的僕人。
65Teth. Gij hebt bij Uw knecht goed gedaan, HEERE, naar Uw woord.
66求你把聰明和知識指教我,因為我信靠你的命令。
66Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd.
67我受苦以先,犯了錯誤;現在我謹守你的話。
67Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord.
68你本是良善的,你所行的也是良善的;求你把你的律例教導我。
68Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen.
69傲慢人用謊言中傷我,我卻一心遵守你的訓詞。
69De hovaardigen hebben leugens tegen mij gestoffeerd; doch ik bewaar Uw bevelen van ganser harte.
70他們的心麻木如同脂油,我卻喜歡你的律法。
70Hun hart is vet als smeer; maar ik heb vermaak in Uw wet.
71我受苦是對我有益的,為要使我學習你的律例。
71Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde.
72你口中的律法對我有益,勝過千千萬萬的金銀。
72De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver.
73仰望 神的話必得安慰你的手造了我,建立了我;求你使我有悟性,可以學習你的命令。
73Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere.
74願敬畏你的人看見我就歡喜,因為我仰望你的話。
74Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb.
75耶和華啊!我知道你的判語是公義的,為了你的信實,你使我受苦。
75Ik weet, HEERE! dat Uw gerichten de gerechtigheid zijn, en dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt hebt.
76求你按著你給你僕人的應許,以你的慈愛安慰我。
76Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht.
77願你的憐憫臨到我,使我活著,因為我喜歡你的律法。
77Laat mij Uw barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al mijn vermaking.
78願傲慢人蒙羞,因為他們以詭詐誣衊我;至於我,我卻要默想你的訓詞。
78Laat de hovaardigen beschaamd worden, omdat zij mij met leugen nedergestoten hebben; doch ik betracht Uw geboden.
79願敬畏你、知道你法度的人,都歸向我;
79Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen.
80願我的心在你的律例上無可指摘,使我不至蒙羞。
80Laat mijn hart oprecht zijn tot Uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde.
81逼迫中仍謹記 神律例我渴望你的救恩以致心力衰竭,但我仍仰望你的話。
81Caph. Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt.
82我仰望你的應許以致眼睛昏花,我說:“你甚麼時候才安慰我呢?”
82Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten?
83我雖然好像煙薰的皮袋,我卻沒有忘記你的律例。
83Want ik ben geworden als een lederen zak in den rook; doch Uw inzettingen heb ik niet vergeten.
84你僕人的日子還有多少?你甚麼時候才向那些逼迫我的人施行審判呢?
84Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers?
85傲慢人為我掘了坑,他們就是那些不按著你律法而行的人。
85De hovaardigen hebben mij putten gegraven, hetwelk niet is naar Uw wet.
86你的一切命令都是可信靠的;他們以詭詐逼迫我,求你幫助我。
86Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij.
87他們幾乎把我從世上除滅了;至於我,我卻沒有離棄你的訓詞。
87Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten.
88求你照著你的慈愛使我存活,我就必謹守你口中的法度。
88Maak mij levend naar Uw goedertierenheid, dan zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden.
89 神的話永遠堅立長存耶和華啊!你的話存到永遠,堅立在天上。
89Lamed. O HEERE! Uw woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen.
90你的信實存到萬代;你堅立了地,地就長存。
90Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan;
91天地照著你的安排存到今日,因為萬有都是你的僕役。
91Naar Uw verordeningen blijven zij nog heden staan, want zij allen zijn Uw knechten.
92如果我不是喜歡你的律法,就早已在苦難中滅亡了。
92Indien Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware in mijn druk al lang vergaan.
93我永遠不會忘記你的訓詞,因為你用這些訓詞使我存活。
93Ik zal Uw bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt.
94我是屬於你的,求你拯救我,因為我尋求你的訓詞。
94Ik ben Uw, behoud mij, want ik heb Uw bevelen gezocht.
95惡人等待著要把我毀滅,我卻思考你的法度。
95De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen.
96我看一切圓滿的事都有盡頭,只有你的命令是廣闊無邊的。
96In alle volmaaktheid heb ik een einde gezien; maar Uw gebod is zeer wijd.
97 神訓詞使人明白事理我多麼愛慕你的律法,終日不住地默想。
97Mem. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag.
98你的命令使我比我的仇敵更有智慧,因為你的命令常存在我裡面。
98Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.
99我比我所有的老師明智,因為我默想你的法度。
99Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn.
100我比老年人更明理,因為我遵守你的訓詞。
100Ik ben voorzichtiger dan de ouden, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.
101我制止我的腳不走任何邪惡的路,為要謹守你的話。
101Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden.
102我沒有偏離你的典章,因為你親自教導了我。
102Ik ben niet geweken van Uw rechten, want Gij hebt mij geleerd.
103你的話語在我的上膛多麼甜美,在我的口中比蜂蜜更甜。
103Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond!
104我藉著你的訓詞,得以明白事理;因此,我恨惡一切虛謊的道。
104Uit Uw bevelen krijg ik verstand, daarom haat ik alle leugenpaden.
105立誓專心遵行 神律例你的話是我腳前的燈,是我路上的光。
105Nun. Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht voor mijn pad.
106我曾起誓,並且堅守誓言,我必遵守你公義的典章。
106Ik heb gezworen, en zal het bevestigen, dat ik onderhouden zal de rechten Uwer gerechtigheid.
107我受苦極重;耶和華啊!求你照著你的應許使我存活。
107Ik ben gans zeer verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord.
108耶和華啊!求你悅納我口中的甘心祭,又把你的典章教導我。
108Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten.
109我的性命常在危險中,我卻沒有忘記你的律法。
109Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet.
110惡人雖然設下陷阱要害我,我卻沒有偏離你的訓詞。
110De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen.
111我以你的法度為我永遠的產業;因為它們是我心中的喜樂。
111Ik heb Uw getuigenissen genomen tot een eeuwige erve, want zij zijn mijns harten vrolijkheid.
112我專心遵行你的律例,永不改變,遵行到底。
112Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe.
113重視 神律例必蒙扶持我恨惡心懷二意的人,我卻喜愛你的律法。
113Samech. Ik haat de kwade ranken, maar heb Uw wet lief.
114你是我的避難所,我的盾牌;我仰望你的話。
114Gij zijt mijn Schuilplaats en mijn Schild; op Uw Woord heb ik gehoopt.
115作惡的人哪!你們離開我吧,好讓我遵守我 神的命令。
115Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren.
116求你照著你的應許扶持我,使我存活;不要使我因仰望你而蒙羞。
116Ondersteun mij naar Uw toezegging, opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd worden over mijn hope.
117求你扶持我,我就必得救;我必常常重視你的律例。
117Ondersteun mij, zo zal ik behouden zijn; dan zal ik mij steeds in Uw inzettingen vermaken.
118偏離你的律例的,你都把他們棄絕;他們的詭詐是徒然的。
118Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen afdwalen, want hun bedrog is leugen.
119世上所有的惡人,你都把他們除滅,如同除去渣滓,因此我喜愛你的法度。
119Gij doet alle goddelozen der aarde weg als schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief.
120我因懼怕你而戰慄;我畏懼你的審判。
120Het haar mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen.
121秉行 神律法確保福樂我曾秉公行義;求你不要把我撇下,交給欺壓我的人。
121Ain. Ik heb recht en gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan mijn onderdrukkers.
122求你作你僕人的保證人,確保我的好處;不要容傲慢人欺壓我。
122Wees borg voor Uw knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken.
123因盼望你的救恩和你公義的應許,我的眼睛都昏花了。
123Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw heil, en naar de toezegging Uwer rechtvaardigheid.
124求你按著你的慈愛待你的僕人,把你的律例教導我。
124Doe bij Uw knecht naar Uw goedertierenheid, en leer mij Uw inzettingen.
125我是你的僕人,求你賜我悟性,使我可以明白你的法度。
125Ik ben Uw knecht, maak mij verstandig, en ik zal Uw getuigenissen kennen.
126現在是耶和華行動的時候;因為人都違犯了你的律法。
126Het is tijd voor den HEERE, dat Hij werke, want zij hebben Uw wet verbroken.
127因此我愛你的命令,勝過金子,甚至勝過精金。
127Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.
128在一切事上,你所有的訓詞我都視為正直;我恨惡一切虛謊的道。
128Daarom heb ik alle Uw bevelen, van alles, voor recht gehouden; maar alle valse pad heb ik gehaat.
129切慕 神命令,祈願遵行你的法度奇妙,所以我必遵守你的法度,
129Pe. Uw getuigenissen zijn wonderbaar, daarom bewaart ze mijn ziel.
130你的話一解開,就發出亮光,使愚人有悟性。
130De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig makende.
131我張口喘氣,因為我切慕你的命令。
131Ik heb mijn mond wijd opengedaan, en gehijgd, want ik heb verlangd naar Uw geboden.
132求你轉向我,恩待我;像你素常對待那些愛你名的人那樣。
132Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen.
133求你用你的話引導我的腳步,不容甚麼罪孽轄制我。
133Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen.
134求你救贖我脫離人的欺壓,好讓我謹守你的訓詞。
134Verlos mij van des mensen overlast, en ik zal Uw bevelen onderhouden.
135求你用你的臉光照你的僕人,把你的律例教導我。
135Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen.
136我的眼淚像河水湧流,因為人都不謹守你的律法。
136Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden.
137 神的話正直可信可靠耶和華啊!你是公義的,你的判詞也是正直的。
137Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht.
138你以公義和至誠,命定了你的法度。
138Gij hebt de gerechtigheid Uwer getuigenissen, en de waarheid hogelijk geboden.
139我心中迫切如同火燒,因為我的敵人忘記了你的話。
139Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben.
140你的話語十分精煉,因此你的僕人喜愛你的話語。
140Uw woord is zeer gelouterd, en Uw knecht heeft het lief.
141我雖然微小,被人藐視,我卻沒有忘記你的訓詞。
141Ik ben klein en veracht, doch Uw bevelen vergeet ik niet.
142你的公義是永遠的公義,你的律法是可信可靠的。
142Uw gerechtigheid is gerechtigheid in eeuwigheid, en Uw wet is de waarheid.
143我遭遇患難和困苦,但你的命令仍是我歡喜的。
143Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen.
144你的法度永遠是公義的,求你賜我悟性,好讓我存活。
144De gerechtigheid Uwer getuigenissen is in der eeuwigheid; doe ze mij verstaan, zo zal ik leven.
145仰望 神的話,祈求救助耶和華啊!我一心呼求你,求你應允我;我必遵守你的律例。
145Koph. Ik heb van ganser harte geroepen: verhoor mij, o HEERE! ik zal Uw inzettingen bewaren.
146我向你呼求,求你救我;我必謹守你的法度。
146Ik heb U aangeroepen, verlos mij, en ik zal Uw getuigenissen onderhouden.
147天還未亮我就呼求救助,我所仰望的就是你的話。
147Ik ben de morgen schemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt.
148我整夜睜開眼睛,為要默想你的話語。
148Mijn ogen komen de nacht waken voor, om Uw rede te betrachten.
149耶和華啊!求你照著你的慈愛垂聽我的聲音,求你按著你的公正使我存活。
149Hoor mijn stem naar Uw goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht.
150追求奸惡的人臨近了,他們遠離你的律法。
150Die kwade praktijken najagen, genaken mij, zij wijken verre van Uw wet.
151耶和華啊!你和我十分接近,你的一切命令都是可信可靠的。
151Maar Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid.
152我從你的法度早已知道,這些法度是你立定,存到永遠的。
152Van ouds heb ik geweten van Uw getuigenissen, dat Gij ze in eeuwigheid gegrond hebt.
153苦難中仍喜愛 神訓詞求你察看我的苦難,搭救我;因為我沒有忘記你的律法。
153Resch. Zie mijn ellende aan, en help mij uit, want Uw wet heb ik niet vergeten.
154求你為我的案件申辯,救贖我;按著你的應許使我存活。
154Twist mijn twistzaak, en verlos mij, maak mij levend, naar Uw toezegging.
155救恩遠離惡人,因為他們不尋求你的律例。
155Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken Uw inzettingen niet.
156耶和華啊!你的憐憫浩大;求你照著你的公正使我存活。
156HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten.
157逼迫我的和敵擋我的很多,但我沒有偏離你的法度。
157Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, maar van Uw getuigenissen wijk ik niet.
158我看見詭詐的人就討厭,因為他們不遵守你的話語。
158Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden.
159你看我多麼愛你的訓詞;耶和華啊!求你按著你的慈愛使我存活。
159Zie aan, dat ik Uw bevelen lief heb, o HEERE! maak mij levend naar Uw goedertierenheid.
160你的話的總綱就是真理,你一切公義的典章要存到永遠。
160Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid is al het recht Uwer gerechtigheid.
161喜愛 神律法必享安樂領袖們無緣無故迫害我,我的心卻畏懼你的話。
161Schin. De vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; maar mijn hart heeft gevreesd voor Uw woord.
162我因你的話語歡喜,像得了許多戰利品的人一樣。
162Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt.
163虛偽是我憎恨厭惡的,你的律法卻是我所愛的。
163Ik haat de valsheid, en heb er een gruwel van; maar Uw wet heb ik lief.
164我因你公義的典章,一天七次讚美你。
164Ik loof U zeven maal des daags, over de rechten Uwer gerechtigheid.
165喜愛你律法的必有豐盛的平安,甚麼都不能絆倒他們。
165Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot.
166耶和華啊!我要等候你的救恩,我要遵行你的命令。
166O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden.
167我的心謹守你的法度,這些法度是我熱愛的。
167Mijn ziel onderhoudt Uw getuigenissen, en ik heb ze zeer lief.
168我謹守你的訓詞和法度,因我所行的一切都在你面前。
168Ik onderhoud Uw bevelen en Uw getuigenissen, want al mijn wegen zijn voor U.
169祈願 神按應許施拯救耶和華啊!願我的呼求達到你面前;求你照著你的話賜我悟性。
169Thau. O HEERE! laat mijn geschrei voor Uw aanschijn genaken, maak mij verstandig naar Uw woord.
170願我的懇求達到你面前;求你照著你的應許拯救我。
170Laat mijn smeken voor Uw aanschijn komen, red mij naar Uw toezegging.
171願我的嘴唇湧出讚美的話,因為你把你的律例教導了我。
171Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben.
172願我的舌頭歌唱你的話語,因為你的一切命令都是公義的。
172Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid.
173願你的手幫助我,因為我選擇了你的訓詞。
173Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen verkoren.
174耶和華啊!我渴慕你的救恩,我喜歡你的律法。
174O HEERE! ik verlang naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking.
175求你容我活著,可以讚美你;願你的典章幫助我。
175Laat mijn ziel leven, en zij zal U loven, en laat Uw rechten mij helpen.
176我像亡羊走迷了路;求你尋找你的僕人,因為我沒有忘記你的命令。
176Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten.