Dutch Staten Vertaling

Norwegian

Galatians

6

1Broeders, indien ook een mens vervallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt.
1Brødre! om også et menneske blir overlistet av nogen synd, da hjelp ham til rette, I åndelige, med saktmodighets ånd; men se til dig selv at ikke du og blir fristet!
2Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus.
2Bær hverandres byrder, og opfyll på den måte Kristi lov!
3Want zo iemand meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zichzelven in zijn gemoed.
3For dersom nogen tykkes sig å være noget og er dog intet, da dårer han sig selv.
4Maar een iegelijk beproeve zijn eigen werk; en alsdan zal hij aan zichzelven alleen roem hebben, en niet aan een anderen.
4Men enhver prøve sin egen gjerning, og da skal han ha sin ros bare efter det han selv er, og ikke efter det som næsten er;
5Want een iegelijk zal zijn eigen pak dragen.
5for hver skal bære sin egen byrde.
6En die onderwezen wordt in het Woord, dele mede van alle goederen dengene, die hem onderwijst.
6Den som oplæres i ordet, skal dele alt godt med den som lærer ham.
7Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.
7Far ikke vill! Gud lar sig ikke spotte; for det som et menneske sår, det skal han og høste.
8Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien.
8For den som sår i sitt kjød, skal høste fordervelse av kjødet; men den som sår i Ånden, skal høste evig liv av Ånden.
9Doch laat ons, goed doende, niet vertragen; want te zijner tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen.
9Men la oss gjøre det gode og ikke bli trette! for vi skal høste i sin tid, såfremt vi ikke går trett.
10Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs.
10La oss derfor, mens vi har leilighet til det, gjøre det gode mot alle, men mest mot troens egne folk!
11Ziet, hoe groten brief ik u geschreven heb met mijn hand.
11Se, med hvor store bokstaver jeg skriver til eder med min egen hånd!
12Al degenen, die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die noodzaken u besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden.
12Så mange som vil ta sig godt ut i kjødet, disse er det som tvinger eder til å la eder omskjære, bare for ikke å bli forfulgt for Kristi korses skyld.
13Want ook zijzelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden.
13For ikke engang de som lar sig omskjære, holder selv loven; men de vil at I skal la eder omskjære, forat de kan rose sig av eders kjød.
14Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.
14Men det være langt fra mig å rose mig uten av vår Herre Jesu Kristi kors; for ved det er verden blitt korsfestet for mig og jeg for verden.
15Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar een nieuw schepsel.
15For hverken omskjærelse eller forhud er noget, men bare en ny skapning.
16En zovelen als er naar dezen regel zullen wandelen, over dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods.
16Og så mange som går frem efter denne rettesnor, fred og miskunn være over dem og over Guds Israel!
17Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam.
17Herefter volde ingen mig uleilighet! for jeg bærer Jesu merketegn på mitt legeme.
18De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen.
18Vår Herre Jesu Kristi nåde være med eders ånd, brødre! Amen.