1Een lied Hammaaloth. Welgelukzalig is een iegelijk, die den HEERE vreest, die in Zijn wegen wandelt.
1Ne mutlu RABden korkana,Onun yolunda yürüyene!
2Want gij zult eten den arbeid uwer handen; welgelukzalig zult gij zijn, en het zal u welgaan.
2Emeğinin ürününü yiyeceksin,Mutlu ve başarılı olacaksın.
3Uw huisvrouw zal wezen als een vruchtbare wijnstok aan de zijden van uw huis; uw kinderen als olijfplanten rondom uw tafel.
3Eşin evinde verimli bir asma gibi olacak;Çocukların zeytin filizleri gibi sofranın çevresinde.
4Ziet, alzo zal zekerlijk die man gezegend worden, die den HEERE vreest.
4İşte RABden korkan kişiBöyle kutsanacak.
5De HEERE zal u zegenen uit Sion, en gij zult het goede van Jeruzalem aanschouwen al de dagen uws levens;
5RAB seni Siyondan kutsasın!Yeruşalimin gönencini göresin,Bütün yaşamın boyunca!
6En gij zult uw kindskinderen zien. Vrede over Israel!
6Çocuklarının çocuklarını göresin! İsrail'e esenlik olsun!