1(107:1) Песнь. Псалом Давида. (107:2) Готово сердце мое, Боже; буду петь и воспевать во славе моей.
1Een lied, een psalm van David.
2(107:3) Воспрянь, псалтирь и гусли! Я встану рано.
2O God! mijn hart is bereid; ik zal zingen en psalmzingen, ook mijn eer.
3(107:4) Буду славить Тебя, Господи, между народами; буду воспевать Тебя среди племен,
3Waak op, gij luit en harp! ik zal in den dageraad opwaken.
4(107:5) ибо превыше небес милость Твоя и до облаков истина Твоя.
4Ik zal U loven onder de volken, o HEERE! en ik zal U psalmzingen onder de natien.
5(107:6) Будь превознесен выше небес, Боже; над всею землею да будет славаТвоя,
5Want Uw goedertierenheid is groot tot boven de hemelen, en Uw waarheid tot aan de bovenste wolken.
6(107:7) дабы избавились возлюбленные Твои: спаси десницею Твоею и услышь меня.
6Verhef U, o God! boven de hemelen, en Uw eer over de ganse aarde.
7(107:8) Бог сказал во святилище Своем: „восторжествую, разделю Сихем и долину Сокхоф размерю;
7Opdat Uw beminden bevrijd worden; geef heil door Uw rechterhand, en verhoor ons.
8(107:9) Мой Галаад, Мой Манассия, Ефрем – крепость главы Моей, Иуда – скипетр Мой,
8God heeft gesproken in Zijn heiligdom, dies zal ik van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten.
9(107:10) Моав – умывальная чаша Моя, на Едома простру сапог Мой, надземлею Филистимскою восклицать буду".
9Gilead is mijn, Manasse is mijn, en Efraim is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn wetgever.
10(107:11) Кто введет меня в укрепленный город? Кто доведет меня до Едома?
10Moab is mijn waspot; op Edom zal ik mijn schoen werpen; over Palestina zal ik juichen.
11(107:12) Не Ты ли, Боже, Который отринул нас и не выходишь, Боже, с войсками нашими?
11Wie zal mij voeren in een vaste stad? Wie zal mij leiden tot in Edom?
12(107:13) Подай нам помощь в тесноте, ибо защита человеческая суетна.
12Zult Gij het niet zijn, o God! Die ons verstoten hadt, en Die niet uittoogt, o God! met onze heirkrachten?
13(107:14) С Богом мы окажем силу: Он низложит врагов наших.
13Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid; want des mensen heil is ijdelheid. [ (Psalms 108:14) In God zullen wij kloeke daden doen, en Hij zal onze wederpartijders vertreden. ]