Russian 1876

Dutch Staten Vertaling

Psalms

140

1(139:1) Псалом. Начальнику хора. Псалом Давида. (139:2) Избавь меня, Господи, от человека злого; сохрани меня от притеснителя:
1Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
2(139:3) они злое мыслят в сердце, всякий день ополчаются на брань,
2Red mij, HEERE! van den kwaden mens; behoed mij voor den man alles gewelds;
3(139:4) изощряют язык свой, как змея; яд аспида под устами их.
3Die veel kwaads in het hart denken, allen dag samenkomen om te oorlogen.
4(139:5) Соблюди меня, Господи, от рук нечестивого, сохрани меня отпритеснителей, которые замыслили поколебать стопы мои.
4Zij scherpen hun tong, als een slang; heet addervergift is onder hun lippen. Sela.
5(139:6) Гордые скрыли силки для меня и петли, раскинули сеть по дороге, тенета разложили для меня.
5Bewaar mij, HEERE! van de handen des goddelozen; behoed mij van den man alles gewelds; van hen, die mijn voeten denken weg te stoten.
6(139:7) Я сказал Господу: Ты Бог мой; услышь, Господи, голос молений моих!
6De hovaardigen hebben mij een strik verborgen, en koorden; zij hebben een net uitgespreid aan de zijde des wegs; valstrikken hebben zij mij gezet. Sela.
7(139:8) Господи, Господи, сила спасения моего! Ты покрыл голову мою вдень брани.
7Ik heb tot den HEERE gezegd: Gij zijt mijn God; neem ter ore, o HEERE! de stem mijner smekingen.
8(139:9) Не дай, Господи, желаемого нечестивому; не дай успеха злому замыслу его: они возгордятся.
8HEERE, Heere, Sterkte mijns heils! Gij hebt mijn hoofd bedekt ten dage der wapening.
9(139:10) Да покроет головы окружающих меня зло собственных уст их.
9Geef, HEERE! de begeerten des goddelozen niet; bevorder zijn kwaad voornemen niet; zij zouden zich verheffen. Sela.
10(139:11) Да падут на них горящие угли; да будут они повержены в огонь, в пропасти, так, чтобы не встали.
10Aangaande het hoofd dergenen, die mij omringen, de overlast hunner lippen overdekke hen.
11(139:12) Человек злоязычный не утвердится на земле; зло увлечет притеснителя в погибель.
11Vurige kolen moeten op hen geschud worden; Hij doe hen vallen in het vuur, in diepe kuilen, dat zij niet weder opstaan.
12(139:13) Знаю, что Господь сотворит суд угнетенным и справедливость бедным.
12Een man van kwade tong zal op de aarde niet bevestigd worden; een boos man des gewelds, dien zal men jagen, totdat hij geheel verdreven is.
13(139:14) Так! праведные будут славить имя Твое; непорочные будут обитать пред лицем Твоим.
13Ik weet, dat de HEERE de rechtzaak des ellendigen, en het recht der nooddruftigen zal uitvoeren. [ (Psalms 140:14) Gewisselijk, de rechtvaardigen zullen Uw Naam loven; de oprechten zullen voor Uw aangezicht blijven. ]