¹(143:1) Давида. Благословен Господь, твердыня моя, научающий руки мои битве и персты мои брани,

¹Een psalm van David. Gezegend zij de HEERE, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst ten strijde, mijn vingeren ten oorlog;

²(143:2) милость моя и ограждение мое, прибежище мое и Избавитель мой, щит мой, – и я наНего уповаю; Он подчиняет мне народ мой.

²Mijn Goedertierenheid en mijn Burg, mijn Hoog Vertrek en mijn Bevrijder voor mij, mijn Schild, en op Wien ik mij betrouwe; Die mijn volk aan mij onderwerpt!

³(143:3) Господи! что есть человек, что Ты знаешь о нем, и сын человеческий, что обращаешь на него внимание?

³O HEERE! wat is de mens, dat Gij hem kent, het kind des mensen, dat Gij het acht?

⁴(143:4) Человек подобен дуновению; дни его – как уклоняющаяся тень.

⁴De mens is der ijdelheid gelijk; zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw.

⁵(143:5) Господи! Приклони небеса Твои и сойди; коснись гор, и воздымятся;

⁵Neig Uw hemelen, HEERE! en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken.

⁶(143:6) блесни молниею и рассей их; пусти стрелы Твоии расстрой их;

⁶Bliksem bliksem, en verstrooi hen; zend Uw pijlen uit, en verdoe hen.

⁷(143:7) простри с высоты руку Твою, избавь меня и спаси меня от вод многих, от руки сынов иноплеменных,

⁷Steek Uw handen van de hoogte uit; ontzet mij, en ruk mij uit de grote wateren, uit de hand der vreemden;

⁸(143:8) которых уста говорят суетное и которых десница – десница лжи.

⁸Welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid.

⁹(143:9) Боже! новую песнь воспою Тебе, на десятиструнной псалтири воспою Тебе,

⁹O God! ik zal U een nieuw lied zingen; met de luit en het tiensnarig instrument zal ik U psalmzingen.

¹⁰(143:10) дарующему спасение царям и избавляющему Давида, раба Твоего, от лютого меча.

¹⁰Gij, die den koningen overwinning geeft, Die Zijn knecht David ontzet van het boze zwaard;

¹¹(143:11) Избавь меня и спаси меня от руки сынов иноплеменных, которыхуста говорят суетное и которых десница – десница лжи.

¹¹Ontzet mij en red mij van de hand der vreemden, welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid;

¹²(143:12) Да будут сыновья наши, как разросшиеся растения в их молодости; дочери наши –как искусно изваянные столпы в чертогах.

¹²Opdat onze zonen zijn als planten, welke groot geworden zijn in hun jeugd; onze dochter als hoekstenen, uitgehouwen naar de gelijkenis van een paleis.

¹³(143:13) Да будут житницы наши полны, обильны всяким хлебом; да плодятся овцы наши тысячами и тьмами на пажитях наших;

¹³Dat onze winkelen vol zijnde, den enen voorraad na den anderen uitgeven; dat onze kudden bij duizenden werpen, ja, bij tienduizenden op onze hoeven vermenigvuldigen.

¹⁴(143:14) да будут волы наши тучны; да не будет ни расхищения, ни пропажи, ни воплей на улицах наших.

¹⁴Dat onze ossen wel geladen zijn; dat geen inbreuk, noch uitval, noch gekrijs zij op onze straten.

¹⁵(143:15) Блажен народ, у которого это есть. Блажен народ, у которого Господь есть Бог.

¹⁵Welgelukzalig is het volk, dien het alzo gaat; welgelukzalig is het volk, wiens God de HEERE is.