1(28:1) Псалом Давида. Воздайте Господу, сыны Божии, воздайте Господу славу и честь,
1Een psalm van David. Geeft den HEERE, gij kinderen der machtigen! geeft den HEERE eer en sterkte.
2(28:2) воздайте Господу славу имени Его; поклонитесь Господу в благолепном святилище Его .
2Geeft den HEERE de eer Zijns Naams, aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms.
3(28:3) Глас Господень над водами; Бог славы возгремел, Господь над водами многими.
3De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.
4(28:4) Глас Господа силен, глас Господа величествен.
4De stem des HEEREN is met kracht, de stem des HEEREN is met heerlijkheid.
5(28:5) Глас Господа сокрушает кедры; Господь сокрушает кедры Ливанские
5De stem des HEEREN breekt de cederen; ja, de HEERE verbreekt de cederen van Libanon.
6(28:6) и заставляет их скакать подобно тельцу, Ливан иСирион, подобно молодому единорогу.
6En Hij doet ze huppelen als een kalf, de Libanon en Sirjon als een jongen eenhoorn.
7(28:7) Глас Господа высекает пламень огня.
7De stem des HEEREN houwt er vlammen vuurs uit.
8(28:8) Глас Господа потрясает пустыню; потрясает Господь пустыню Кадес.
8De stem des HEEREN doet de woestijn beven; de HEERE doet de woestijn Kades beven.
9(28:9) Глас Господа разрешает от бремени ланей и обнажает леса; и во храме Его все возвещает о Его славе.
9De stem des HEEREN doet de hinden jongen werpen, en ontbloot de wouden; maar in Zijn tempel zegt Hem een iegelijk eer.
10(28:10) Господь восседал над потопом, и будет восседать Господь царем вовек.
10De HEERE heeft gezeten over den watervloed; ja, de HEERE zit, Koning in eeuwigheid.
11(28:11) Господь даст силу народу Своему, Господь благословит народ Свой миром.
11De HEERE zal Zijn volk sterkte geven; de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede.