1(50:1) Начальнику хора. Псалом Давида,(50-2) Когда приходил к нему пророк Нафан, после того, как Давид вошел к Вирсавии. (50:3) Помилуй меня, Боже, по великой милости Твоей, и по множеству щедрот Твоих изгладь беззакония мои.
1Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
2(50:4) Многократно омой меня от беззакония моего, и от греха моего очисти меня,
2Toen de profeet Nathan tot hem was gekomen, nadat hij tot Bathseba was ingegaan.
3(50:5) ибо беззакония мои я сознаю, и грех мой всегда предо мною.
3Wees mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden.
4(50:6) Тебе, Тебе единому согрешил я и лукавое пред очами Твоими сделал, так что Ты праведен в приговоре Твоем и чист в суде Твоем.
4Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde.
5(50:7) Вот, я в беззаконии зачат, и во грехе родила меня мать моя.
5Want ik ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij.
6(50:8) Вот, Ты возлюбил истину в сердце и внутрь меня явил мне мудрость.
6Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, en rein zijt in Uw richten.
7(50:9) Окропи меня иссопом, и буду чист; омой меня, и буду белее снега.
7Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen.
8(50:10) Дай мне услышать радость и веселие, и возрадуются кости, Тобою сокрушенные.
8Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend.
9(50:11) Отврати лице Твое от грехов моих и изгладь все беззакония мои.
9Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw.
10(50:12) Сердце чистое сотвори во мне, Боже, и дух правый обнови внутри меня.
10Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de beenderen zich verheugen, die Gij verbrijzeld hebt.
11(50:13) Не отвергни меня от лица Твоего и Духа Твоего Святаго не отними от меня.
11Verberg Uw aangezicht van mijn zonden, en delg uit al mijn ongerechtigheden.
12(50:14) Возврати мне радость спасения Твоего и Духом владычественным утверди меня.
12Schep mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.
13(50:15) Научу беззаконных путям Твоим, и нечестивые к Тебе обратятся.
13Verwerp mij niet van Uw aangezicht, en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.
14(50:16) Избавь меня от кровей, Боже, Боже спасения моего, и язык мойвосхвалит правду Твою.
14Geef mij weder de vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij.
15(50:17) Господи! отверзи уста мои, и уста мои возвестят хвалу Твою:
15Zo zal ik de overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen zich tot U bekeren.
16(50:18) ибо жертвы Ты не желаешь, – я дал бы ее; к всесожжению не благоволишь.
16Verlos mij van bloedschulden, o God, Gij, God mijns heils! zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen.
17(50:19) Жертва Богу – дух сокрушенный; сердца сокрушенного и смиренного Ты не презришь, Боже.
17Heere, open mijn lippen, zo zal mijn mond Uw lof verkondigen.
18(50:20) Облагодетельствуй по благоволению Твоему Сион; воздвигни стены Иерусалима:
18Want Gij hebt geen lust tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen.
19(50:21) тогда благоугодны будут Тебе жертвы правды,возношение и всесожжение; тогда возложат на алтарь Твой тельцов.
19De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten. [ (Psalms 51:20) Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op. ] [ (Psalms 51:21) Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar. ]