¹(69:1) Начальнику хора. Псалом Давида. В воспоминание. (69:2) Поспеши, Боже, избавить меня, поспеши , Господи, на помощь мне.

¹Een psalm van David, voor den opperzangmeester, om te doen gedenken.

²(69:3) Да постыдятся и посрамятся ищущие души моей! Да будут обращены назад и преданы посмеянию желающие мне зла!

²Haast U, o God, om mij te verlossen, o HEERE, tot mijn hulp.

³(69:4) Да будут обращены назад за поношение меня говорящие мне : „хорошо! хорошо!"

³Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.

⁴(69:5) Да возрадуются и возвеселятся о Тебе все, ищущие Тебя, и любящие спасение Твое да говорят непрестанно: „велик Бог!"

⁴Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming, die daar zeggen: Ha, ha!

⁵(69:6) Я же беден и нищ; Боже, поспеши ко мне! Ты помощь моя и Избавитель мой; Господи! не замедли.

⁵Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt! [ (Psalms 70:6) Doch ik ben ellendig en nooddruftig; o God, haast U tot mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; HEERE, vertoef niet! ]