1(79:1) Начальнику хора. На музыкальном орудии Шошанним-Эдуф. Псалом Асафа. (79:2) Пастырь Израиля! внемли; водящий, как овец, Иосифа, восседающий на Херувимах, яви Себя.
1Voor den opperzangmeester, op Schoschannim; een getuigenis, een psalm van Asaf.
2(79:3) Пред Ефремом и Вениамином и Манассиею воздвигни силу Твою, иприди спасти нас.
2O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit, verschijn blinkende.
3(79:4) Боже! восстанови нас; да воссияет лице Твое, и спасемся!
3Wek Uw macht op voor het aangezicht van Efraim, en Benjamin, en Manasse, en kom tot onze verlossing.
4(79:5) Господи, Боже сил! доколе будешь гневен к молитвам народа Твоего?
4O God! breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden.
5(79:6) Ты напитал их хлебом слезным, и напоил их слезами в большой мере,
5O HEERE, God der heirscharen! hoe lang zult Gij roken tegen het gebed Uws volks?
6(79:7) положил нас в пререкание соседям нашим, и враги наши издеваются над нами .
6Gij spijst hen met tranenbrood, en drenkt hen met tranen uit een drieling.
7(79:8) Боже сил! восстанови нас; да воссияет лице Твое, и спасемся!
7Gij hebt ons onzen naburen tot een twist gesteld, en onze vijanden spotten onder zich.
8(79:9) Из Египта перенес Ты виноградную лозу, выгнал народы и посадил ее;
8O God der heirscharen! breng ons weder, en laat Uw aangezicht lichten; zo zullen wij verlost worden.
9(79:10) очистил для нее место, и утвердил корни ее, и она наполнила землю.
9Gij hebt een wijnstok uit Egypte overgebracht, hebt de heidenen verdreven, en hebt denzelven geplant;
10(79:11) Горы покрылись тенью ее, и ветви ее как кедры Божии;
10Gij hebt de plaats voor hem bereid, en zijn wortelen doen inwortelen, zodat hij het land vervuld heeft.
11(79:12) она пустила ветви свои до моря и отрасли свои до реки.
11De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, en zijn ranken waren als cederbomen Gods.
12(79:13) Для чего разрушил Ты ограды ее, так что обрывают ее все, проходящие по пути?
12Hij schoot zijn ranken uit tot aan de zee, en zijn scheuten tot aan de rivier.
13(79:14) Лесной вепрь подрывает ее, и полевой зверь объедает ее.
13Waarom hebt Gij zijn muren doorgebroken, zodat allen, die den weg voorbijgaan, hem plukken?
14(79:15) Боже сил! обратись же, призри с неба, и воззри, и посети виноград сей;
14Het zwijn uit het woud heeft hem uitgewroet, en het wild des velds heeft hem afgeweid.
15(79:16) охрани то, что насадила десница Твоя, и отрасли, которые Тыукрепил Себе.
15O God der heirscharen! keer toch weder; aanschouw uit den hemel, en zie, en bezoek dezen wijnstok,
16(79:17) Он пожжен огнем, обсечен; от прещения лица Твоего погибнут.
16En den stam, dien Uw rechterhand geplant heeft, en dat om den zoon, dien Gij U gesterkt hebt!
17(79:18) Да будет рука Твоя над мужем десницы Твоей, над сыном человеческим, которого Ты укрепил Себе,
17Hij is met vuur verbrand; hij is afgehouwen; zij komen om van het schelden Uws aangezichts.
18(79:19) и мы не отступим от Тебя; оживи нас, и мы будем призывать имя Твое.
18Uw hand zij over den man Uwer rechterhand, over des mensen zoon, dien Gij U gesterkt hebt.
19(79:20) Господи, Боже сил! восстанови нас; да воссияет лице Твое, и спасемся!
19Zo zullen wij van U niet terugkeren; behoud ons in het leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen. [ (Psalms 80:20) O HEERE, God der heirscharen! breng ons weder; laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. ]