1(7:2) О, как прекрасны ноги твои в сандалиях, дщерь именитая! Округление бедр твоих, как ожерелье, дело рук искусного художника;
1Hoe schoon zijn uw gangen in de schoenen, gij prinsendochter! de omdraaiingen uwer heupen zijn als kostelijke ketens, zijnde het werk van de handen eens kunstenaars.
2(7:3) живот твой – круглая чаша, в которой не истощается ароматное вино; чрево твое – ворох пшеницы, обставленный лилиями;
2Uw navel is als een ronde beker, dien geen drank ontbreekt; uw buik is als een hoop tarwe, rondom bezet met lelien.
3(7:4) два сосца твои – как два козленка, двойни серны;
3Uw twee borsten zijn als twee welpen, tweelingen van een ree.
4(7:5) шея твоя – как столп из слоновой кости; глаза твои – озерки Есевонские, что у ворот Батраббима; нос твой – башня Ливанская, обращеннаяк Дамаску;
4Uw hals is als een elpenbenen toren, uw ogen zijn als de vijvers te Hesbon, bij de poort van Bath-rabbim; uw neus is als de toren van Libanon, die tegen Damaskus ziet.
5(7:6) голова твоя на тебе, как Кармил, и волосы на голове твоей, как пурпур; царь увлечен твоими кудрями.
5Uw hoofd op u is als Karmel, en de haarband uws hoofds als purper; de koning is als gebonden op de galerijen.
6(7:7) Как ты прекрасна, как привлекательна, возлюбленная, твоею миловидностью!
6Hoe schoon zijt gij, en hoe liefelijk zijt gij, o liefde, in wellusten!
7(7:8) Этот стан твой похож на пальму, и груди твои на виноградные кисти.
7Deze uw lengte is te vergelijken bij een palmboom, en uw borsten bij druif trossen.
8(7:9) Подумал я: влез бы я на пальму, ухватился бы за ветви ее; и груди твои были бы вместо кистей винограда, и запах от ноздрей твоих, как от яблоков;
8Ik zeide: Ik zal op den palmboom klimmen, ik zal zijn takken grijpen; zo zullen dan uw borsten zijn als druif trossen aan den wijnstok, en de reuk van uw neus als appelen.
9(7:10) уста твои – как отличное вино. Оно течет прямо к другу моему,услаждает уста утомленных.
9En uw gehemelte als goede wijn, die recht tot mijn Beminde gaat, doende de lippen der slapenden spreken.
10(7:11) Я принадлежу другу моему, и ко мне обращено желание его.
10Ik ben mijns Liefsten, en Zijn genegenheid is tot mij.
11(7:12) Приди, возлюбленный мой, выйдем в поле, побудем в селах;
11Kom, mijn Liefste! laat ons uitgaan in het veld, laat ons vernachten op de dorpen.
12(7:13) поутру пойдем в виноградники, посмотрим, распустилась ли виноградная лоза, раскрылись ли почки, расцвели ли гранатовые яблоки; там я окажу ласки мои тебе.
12Laat ons vroeg ons opmaken naar de wijnbergen, laat ons zien, of de wijnstok bloeit, de jonge druifjes zich opendoen, de granaatappelbomen uitbotten; daar zal ik U mijn uitnemende liefde geven.
13(7:14) Мандрагоры уже пустили благовоние, и у дверей наших всякие превосходные плоды,новые и старые: это сберегла я для тебя, мой возлюбленный!
13De dudaim geven reuk, en aan onze deuren zijn allerlei edele vruchten, nieuwe en oude; o mijn Liefste! die heb ik voor U weggelegd.