1Blessed are those whose ways are blameless, who walk according to Yahweh’s law.
1Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.
2Blessed are those who keep his statutes, who seek him with their whole heart.
2Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken;
3Yes, they do nothing wrong. They walk in his ways.
3Ook geen onrecht werken, maar wandelen in Zijn wegen.
4You have commanded your precepts, that we should fully obey them.
4HEERE! Gij hebt geboden, dat men Uw bevelen zeer bewaren zal.
5Oh that my ways were steadfast to obey your statutes!
5Och, dat mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen te bewaren!
6Then I wouldn’t be disappointed, when I consider all of your commandments.
6Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.
7I will give thanks to you with uprightness of heart, when I learn your righteous judgments.
7Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben.
8I will observe your statutes. Don’t utterly forsake me.
8Ik zal Uw inzettingen bewaren; verlaat mij niet al te zeer.
9How can a young man keep his way pure? By living according to your word.
9Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord.
10With my whole heart, I have sought you. Don’t let me wander from your commandments.
10Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen.
11I have hidden your word in my heart, that I might not sin against you.
11Ik heb Uw rede in mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou.
12Blessed are you, Yahweh. Teach me your statutes.
12HEERE! Gij zijt gezegend; leer mij Uw inzettingen.
13With my lips, I have declared all the ordinances of your mouth.
13Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds.
14I have rejoiced in the way of your testimonies, as much as in all riches.
14Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom.
15I will meditate on your precepts, and consider your ways.
15Ik zal Uw bevelen overdenken, en op Uw paden letten.
16I will delight myself in your statutes. I will not forget your word.
16Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten.
17Do good to your servant. I will live and I will obey your word.
17Gimel. Doe wel bij Uw knecht, dat ik leve en Uw woord beware.
18Open my eyes, that I may see wondrous things out of your law.
18Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet.
19I am a stranger on the earth. Don’t hide your commandments from me.
19Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.
20My soul is consumed with longing for your ordinances at all times.
20Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen te aller tijd.
21You have rebuked the proud who are cursed, who wander from your commandments.
21Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen.
22Take reproach and contempt away from me, for I have kept your statutes.
22Wentel van mij versmaadheid en verachting, want ik heb Uw getuigenissen onderhouden.
23Though princes sit and slander me, your servant will meditate on your statutes.
23Als zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht.
24Indeed your statutes are my delight, and my counselors.
24Ook zijn Uw getuigenissen mijn vermakingen, en mijn raadslieden.
25My soul is laid low in the dust. Revive me according to your word!
25Daleth. Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend naar Uw woord.
26I declared my ways, and you answered me. Teach me your statutes.
26Ik heb U mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer mij Uw inzettingen.
27Let me understand the teaching of your precepts! Then I will meditate on your wondrous works.
27Geef mij den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte.
28My soul is weary with sorrow: strengthen me according to your word.
28Mijn ziel druipt weg van treurigheid; richt mij op naar Uw woord.
29Keep me from the way of deceit. Grant me your law graciously!
29Wend van mij den weg der valsheid, en verleen mij genadiglijk Uw wet.
30I have chosen the way of truth. I have set your ordinances before me.
30Ik heb verkoren den weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld.
31I cling to your statutes, Yahweh. Don’t let me be disappointed.
31Ik kleef vast aan Uw getuigenissen; o HEERE! beschaam mij niet.
32I run in the path of your commandments, for you have set my heart free.
32Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben.
33Teach me, Yahweh, the way of your statutes. I will keep them to the end.
33He. HEERE! leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe.
34Give me understanding, and I will keep your law. Yes, I will obey it with my whole heart.
34Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden; ja, ik zal ze onderhouden met gansen harte.
35Direct me in the path of your commandments, for I delight in them.
35Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust.
36Turn my heart toward your statutes, not toward selfish gain.
36Neig mijn hart tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid.
37Turn my eyes away from looking at worthless things. Revive me in your ways.
37Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen.
38Fulfill your promise to your servant, that you may be feared.
38Bevestig Uw toezeggingen aan Uw knecht, die Uw vreze toegedaan is.
39Take away my disgrace that I dread, for your ordinances are good.
39Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten zijn goed.
40Behold, I long for your precepts! Revive me in your righteousness.
40Zie, ik heb een begeerte tot Uw bevelen; maak mij levend door Uw gerechtigheid.
41Let your loving kindness also come to me, Yahweh, your salvation, according to your word.
41Vau. En dat mij Uw goedertierenheden overkomen, o HEERE! Uw heil, naar Uw toezegging;
42So I will have an answer for him who reproaches me, for I trust in your word.
42Opdat ik mijn smader wat heb te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord.
43Don’t snatch the word of truth out of my mouth, for I put my hope in your ordinances.
43En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten.
44So I will obey your law continually, forever and ever.
44Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos.
45I will walk in liberty, for I have sought your precepts.
45En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik Uw bevelen gezocht heb.
46I will also speak of your statutes before kings, and will not be disappointed.
46Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen, en mij niet schamen.
47I will delight myself in your commandments, because I love them.
47En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.
48I reach out my hands for your commandments, which I love. I will meditate on your statutes.
48En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten.
49Remember your word to your servant, because you gave me hope.
49Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen.
50This is my comfort in my affliction, for your word has revived me.
50Dit is mijn troost in mijn ellende, want Uw toezegging heeft mij levend gemaakt.
51The arrogant mock me excessively, but I don’t swerve from your law.
51De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; nochtans ben ik van Uw wet niet geweken.
52I remember your ordinances of old, Yahweh, and have comforted myself.
52Ik heb gedacht, o HEERE! aan Uw oordelen van ouds aan, en heb mij getroost.
53Indignation has taken hold on me, because of the wicked who forsake your law.
53Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten.
54Your statutes have been my songs, in the house where I live.
54Uw inzettingen zijn mij gezangen geweest, ter plaatse mijner vreemdelingschappen.
55I have remembered your name, Yahweh, in the night, and I obey your law.
55HEERE! des nachts ben ik Uws Naams gedachtig geweest, en heb Uw wet bewaard.
56This is my way, that I keep your precepts.
56Dat is mij geschied, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.
57Yahweh is my portion. I promised to obey your words.
57Cheth. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren.
58I sought your favor with my whole heart. Be merciful to me according to your word.
58Ik heb Uw aanschijn ernstelijk gebeden van ganser harte, wees mij genadig naar Uw toezegging.
59I considered my ways, and turned my steps to your statutes.
59Ik heb mijn wegen bedacht, en heb mijn voeten gekeerd tot Uw getuigenissen.
60I will hurry, and not delay, to obey your commandments.
60Ik heb gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te onderhouden.
61The ropes of the wicked bind me, but I won’t forget your law.
61De goddeloze hopen hebben mij beroofd; nochtans heb ik Uw wet niet vergeten.
62At midnight I will rise to give thanks to you, because of your righteous ordinances.
62Te middernacht sta ik op, om U te loven voor de rechten Uwer gerechtigheid.
63I am a friend of all those who fear you, of those who observe your precepts.
63Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden.
64The earth is full of your loving kindness, Yahweh. Teach me your statutes.
64HEERE! de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw inzettingen.
65Do good to your servant, according to your word, Yahweh.
65Teth. Gij hebt bij Uw knecht goed gedaan, HEERE, naar Uw woord.
66Teach me good judgment and knowledge, for I believe in your commandments.
66Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd.
67Before I was afflicted, I went astray; but now I observe your word.
67Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord.
68You are good, and do good. Teach me your statutes.
68Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen.
69The proud have smeared a lie upon me. With my whole heart, I will keep your precepts.
69De hovaardigen hebben leugens tegen mij gestoffeerd; doch ik bewaar Uw bevelen van ganser harte.
70Their heart is as callous as the fat, but I delight in your law.
70Hun hart is vet als smeer; maar ik heb vermaak in Uw wet.
71It is good for me that I have been afflicted, that I may learn your statutes.
71Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde.
72The law of your mouth is better to me than thousands of pieces of gold and silver.
72De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver.
73Your hands have made me and formed me. Give me understanding, that I may learn your commandments.
73Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere.
74Those who fear you will see me and be glad, because I have put my hope in your word.
74Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb.
75Yahweh, I know that your judgments are righteous, that in faithfulness you have afflicted me.
75Ik weet, HEERE! dat Uw gerichten de gerechtigheid zijn, en dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt hebt.
76Please let your loving kindness be for my comfort, according to your word to your servant.
76Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht.
77Let your tender mercies come to me, that I may live; for your law is my delight.
77Laat mij Uw barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al mijn vermaking.
78Let the proud be disappointed, for they have overthrown me wrongfully. I will meditate on your precepts.
78Laat de hovaardigen beschaamd worden, omdat zij mij met leugen nedergestoten hebben; doch ik betracht Uw geboden.
79Let those who fear you turn to me. They will know your statutes.
79Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen.
80Let my heart be blameless toward your decrees, that I may not be disappointed.
80Laat mijn hart oprecht zijn tot Uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde.
81My soul faints for your salvation. I hope in your word.
81Caph. Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt.
82My eyes fail for your word. I say, “When will you comfort me?”
82Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten?
83For I have become like a wineskin in the smoke. I don’t forget your statutes.
83Want ik ben geworden als een lederen zak in den rook; doch Uw inzettingen heb ik niet vergeten.
84How many are the days of your servant? When will you execute judgment on those who persecute me?
84Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers?
85The proud have dug pits for me, contrary to your law.
85De hovaardigen hebben mij putten gegraven, hetwelk niet is naar Uw wet.
86All of your commandments are faithful. They persecute me wrongfully. Help me!
86Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij.
87They had almost wiped me from the earth, but I didn’t forsake your precepts.
87Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten.
88Preserve my life according to your loving kindness, so I will obey the statutes of your mouth.
88Maak mij levend naar Uw goedertierenheid, dan zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden.
89Yahweh, your word is settled in heaven forever.
89Lamed. O HEERE! Uw woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen.
90Your faithfulness is to all generations. You have established the earth, and it remains.
90Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan;
91Your laws remain to this day, for all things serve you.
91Naar Uw verordeningen blijven zij nog heden staan, want zij allen zijn Uw knechten.
92Unless your law had been my delight, I would have perished in my affliction.
92Indien Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware in mijn druk al lang vergaan.
93I will never forget your precepts, for with them, you have revived me.
93Ik zal Uw bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt.
94I am yours. Save me, for I have sought your precepts.
94Ik ben Uw, behoud mij, want ik heb Uw bevelen gezocht.
95The wicked have waited for me, to destroy me. I will consider your statutes.
95De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen.
96I have seen a limit to all perfection, but your commands are boundless.
96In alle volmaaktheid heb ik een einde gezien; maar Uw gebod is zeer wijd.
97How I love your law! It is my meditation all day.
97Mem. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag.
98Your commandments make me wiser than my enemies, for your commandments are always with me.
98Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.
99I have more understanding than all my teachers, for your testimonies are my meditation.
99Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn.
100I understand more than the aged, because I have kept your precepts.
100Ik ben voorzichtiger dan de ouden, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.
101I have kept my feet from every evil way, that I might observe your word.
101Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden.
102I have not turned aside from your ordinances, for you have taught me.
102Ik ben niet geweken van Uw rechten, want Gij hebt mij geleerd.
103How sweet are your promises to my taste, more than honey to my mouth!
103Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond!
104Through your precepts, I get understanding; therefore I hate every false way.
104Uit Uw bevelen krijg ik verstand, daarom haat ik alle leugenpaden.
105Your word is a lamp to my feet, and a light for my path.
105Nun. Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht voor mijn pad.
106I have sworn, and have confirmed it, that I will obey your righteous ordinances.
106Ik heb gezworen, en zal het bevestigen, dat ik onderhouden zal de rechten Uwer gerechtigheid.
107I am afflicted very much. Revive me, Yahweh, according to your word.
107Ik ben gans zeer verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord.
108Accept, I beg you, the willing offerings of my mouth. Yahweh, teach me your ordinances.
108Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten.
109My soul is continually in my hand, yet I won’t forget your law.
109Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet.
110The wicked have laid a snare for me, yet I haven’t gone astray from your precepts.
110De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen.
111I have taken your testimonies as a heritage forever, for they are the joy of my heart.
111Ik heb Uw getuigenissen genomen tot een eeuwige erve, want zij zijn mijns harten vrolijkheid.
112I have set my heart to perform your statutes forever, even to the end.
112Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe.
113I hate double-minded men, but I love your law.
113Samech. Ik haat de kwade ranken, maar heb Uw wet lief.
114You are my hiding place and my shield. I hope in your word.
114Gij zijt mijn Schuilplaats en mijn Schild; op Uw Woord heb ik gehoopt.
115Depart from me, you evildoers, that I may keep the commandments of my God.
115Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren.
116Uphold me according to your word, that I may live. Let me not be ashamed of my hope.
116Ondersteun mij naar Uw toezegging, opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd worden over mijn hope.
117Hold me up, and I will be safe, and will have respect for your statutes continually.
117Ondersteun mij, zo zal ik behouden zijn; dan zal ik mij steeds in Uw inzettingen vermaken.
118You reject all those who stray from your statutes, for their deceit is in vain.
118Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen afdwalen, want hun bedrog is leugen.
119You put away all the wicked of the earth like dross. Therefore I love your testimonies.
119Gij doet alle goddelozen der aarde weg als schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief.
120My flesh trembles for fear of you. I am afraid of your judgments.
120Het haar mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen.
121I have done what is just and righteous. Don’t leave me to my oppressors.
121Ain. Ik heb recht en gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan mijn onderdrukkers.
122Ensure your servant’s well-being. Don’t let the proud oppress me.
122Wees borg voor Uw knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken.
123My eyes fail looking for your salvation, for your righteous word.
123Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw heil, en naar de toezegging Uwer rechtvaardigheid.
124Deal with your servant according to your loving kindness. Teach me your statutes.
124Doe bij Uw knecht naar Uw goedertierenheid, en leer mij Uw inzettingen.
125I am your servant. Give me understanding, that I may know your testimonies.
125Ik ben Uw knecht, maak mij verstandig, en ik zal Uw getuigenissen kennen.
126It is time to act, Yahweh, for they break your law.
126Het is tijd voor den HEERE, dat Hij werke, want zij hebben Uw wet verbroken.
127Therefore I love your commandments more than gold, yes, more than pure gold.
127Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.
128Therefore I consider all of your precepts to be right. I hate every false way.
128Daarom heb ik alle Uw bevelen, van alles, voor recht gehouden; maar alle valse pad heb ik gehaat.
129Your testimonies are wonderful, therefore my soul keeps them.
129Pe. Uw getuigenissen zijn wonderbaar, daarom bewaart ze mijn ziel.
130The entrance of your words gives light. It gives understanding to the simple.
130De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig makende.
131I opened my mouth wide and panted, for I longed for your commandments.
131Ik heb mijn mond wijd opengedaan, en gehijgd, want ik heb verlangd naar Uw geboden.
132Turn to me, and have mercy on me, as you always do to those who love your name.
132Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen.
133Establish my footsteps in your word. Don’t let any iniquity have dominion over me.
133Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen.
134Redeem me from the oppression of man, so I will observe your precepts.
134Verlos mij van des mensen overlast, en ik zal Uw bevelen onderhouden.
135Make your face shine on your servant. Teach me your statutes.
135Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen.
136Streams of tears run down my eyes, because they don’t observe your law.
136Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden.
137You are righteous, Yahweh. Your judgments are upright.
137Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht.
138You have commanded your statutes in righteousness. They are fully trustworthy.
138Gij hebt de gerechtigheid Uwer getuigenissen, en de waarheid hogelijk geboden.
139My zeal wears me out, because my enemies ignore your words.
139Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben.
140Your promises have been thoroughly tested, and your servant loves them.
140Uw woord is zeer gelouterd, en Uw knecht heeft het lief.
141I am small and despised. I don’t forget your precepts.
141Ik ben klein en veracht, doch Uw bevelen vergeet ik niet.
142Your righteousness is an everlasting righteousness. Your law is truth.
142Uw gerechtigheid is gerechtigheid in eeuwigheid, en Uw wet is de waarheid.
143Trouble and anguish have taken hold of me. Your commandments are my delight.
143Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen.
144Your testimonies are righteous forever. Give me understanding, that I may live.
144De gerechtigheid Uwer getuigenissen is in der eeuwigheid; doe ze mij verstaan, zo zal ik leven.
145I have called with my whole heart. Answer me, Yahweh! I will keep your statutes.
145Koph. Ik heb van ganser harte geroepen: verhoor mij, o HEERE! ik zal Uw inzettingen bewaren.
146I have called to you. Save me! I will obey your statutes.
146Ik heb U aangeroepen, verlos mij, en ik zal Uw getuigenissen onderhouden.
147I rise before dawn and cry for help. I put my hope in your words.
147Ik ben de morgen schemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt.
148My eyes stay open through the night watches, that I might meditate on your word.
148Mijn ogen komen de nacht waken voor, om Uw rede te betrachten.
149Hear my voice according to your loving kindness. Revive me, Yahweh, according to your ordinances.
149Hoor mijn stem naar Uw goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht.
150They draw near who follow after wickedness. They are far from your law.
150Die kwade praktijken najagen, genaken mij, zij wijken verre van Uw wet.
151You are near, Yahweh. All your commandments are truth.
151Maar Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid.
152Of old I have known from your testimonies, that you have founded them forever.
152Van ouds heb ik geweten van Uw getuigenissen, dat Gij ze in eeuwigheid gegrond hebt.
153Consider my affliction, and deliver me, for I don’t forget your law.
153Resch. Zie mijn ellende aan, en help mij uit, want Uw wet heb ik niet vergeten.
154Plead my cause, and redeem me! Revive me according to your promise.
154Twist mijn twistzaak, en verlos mij, maak mij levend, naar Uw toezegging.
155Salvation is far from the wicked, for they don’t seek your statutes.
155Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken Uw inzettingen niet.
156Great are your tender mercies, Yahweh. Revive me according to your ordinances.
156HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten.
157Many are my persecutors and my adversaries. I haven’t swerved from your testimonies.
157Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, maar van Uw getuigenissen wijk ik niet.
158I look at the faithless with loathing, because they don’t observe your word.
158Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden.
159Consider how I love your precepts. Revive me, Yahweh, according to your loving kindness.
159Zie aan, dat ik Uw bevelen lief heb, o HEERE! maak mij levend naar Uw goedertierenheid.
160All of your words are truth. Every one of your righteous ordinances endures forever.
160Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid is al het recht Uwer gerechtigheid.
161Princes have persecuted me without a cause, but my heart stands in awe of your words.
161Schin. De vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; maar mijn hart heeft gevreesd voor Uw woord.
162I rejoice at your word, as one who finds great spoil.
162Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt.
163I hate and abhor falsehood. I love your law.
163Ik haat de valsheid, en heb er een gruwel van; maar Uw wet heb ik lief.
164Seven times a day, I praise you, because of your righteous ordinances.
164Ik loof U zeven maal des daags, over de rechten Uwer gerechtigheid.
165Those who love your law have great peace. Nothing causes them to stumble.
165Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot.
166I have hoped for your salvation, Yahweh. I have done your commandments.
166O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden.
167My soul has observed your testimonies. I love them exceedingly.
167Mijn ziel onderhoudt Uw getuigenissen, en ik heb ze zeer lief.
168I have obeyed your precepts and your testimonies, for all my ways are before you.
168Ik onderhoud Uw bevelen en Uw getuigenissen, want al mijn wegen zijn voor U.
169Let my cry come before you, Yahweh. Give me understanding according to your word.
169Thau. O HEERE! laat mijn geschrei voor Uw aanschijn genaken, maak mij verstandig naar Uw woord.
170Let my supplication come before you. Deliver me according to your word.
170Laat mijn smeken voor Uw aanschijn komen, red mij naar Uw toezegging.
171Let my lips utter praise, for you teach me your statutes.
171Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben.
172Let my tongue sing of your word, for all your commandments are righteousness.
172Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid.
173Let your hand be ready to help me, for I have chosen your precepts.
173Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen verkoren.
174I have longed for your salvation, Yahweh. Your law is my delight.
174O HEERE! ik verlang naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking.
175Let my soul live, that I may praise you. Let your ordinances help me.
175Laat mijn ziel leven, en zij zal U loven, en laat Uw rechten mij helpen.
176I have gone astray like a lost sheep. Seek your servant, for I don’t forget your commandments.
176Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten.