1羅波安離棄耶和華(王上14:25)羅波安的王位穩定,他也強盛起來,就離棄了耶和華的律法,全體以色列人也都跟隨他。
1Het geschiedde nu, als Rehabeam het koninkrijk bevestigd had, en hij sterk geworden was, dat hij de wet des HEEREN verliet, en gans Israel met hem.
2羅波安王第五年,埃及王示撒上來攻打耶路撒冷,因為他們得罪了耶和華。
2Daarom geschiedde het, in het vijfde jaar van den koning Rehabeam, dat Sisak, de koning van Egypte, tegen Jeruzalem optoog (want zij hadden overtreden tegen den HEERE),
3示撒率領戰車一千二百輛,馬兵六萬,和他一同從埃及出來的路比人、蘇基人和古實人,多得無法數算。
3Met duizend en tweehonderd wagenen, en met zestig duizend ruiteren; en des volks was geen getal, dat met hem kwam uit Egypte, Libiers, Suchieten en Moren;
4他攻取了猶大境內的設防城,然後來到耶路撒冷。
4En hij nam de vaste steden in, die Juda had, en hij kwam tot Jeruzalem toe.
5那時,猶大的眾領袖,因為示撒的緣故,就聚集在耶路撒冷;示瑪雅先知就來見羅波安和眾領袖,對他們說:“耶和華這樣說:‘你們既然離棄了我,所以我也離棄你們,把你們交在示撒的手裡。’”
5Toen kwam Semaja, de profeet, tot Rehabeam en de oversten van Juda, die te Jeruzalem verzameld waren, uit oorzaak van Sisak, en hij zeide tot hen: Alzo zegt de HEERE: Gij hebt Mij verlaten, daarom heb Ik u ook verlaten in de hand van Sisak.
6於是以色列的眾領袖和君王,都謙卑下來,說:“耶和華是公義的。”
6Toen verootmoedigden zich de oversten van Israel en de koning, en zij zeiden: De HEERE is rechtvaardig.
7耶和華看見他們謙卑下來,耶和華的話就臨到示瑪雅,說:“他們既然謙卑下來,我就不滅絕他們;我必使他們暫時得救,我必不藉著示撒把我的烈怒傾倒在耶路撒冷。
7Als nu de HEERE zag, dat zij zich verootmoedigden, geschiedde het woord des HEEREN tot Semaja, zeggende: Zij hebben zich verootmoedigd, Ik zal hen niet verderven; maar Ik zal hun in kort ontkoming geven, dat Mijn grimmigheid over Jeruzalem door de hand van Sisak niet zal uitgegoten worden.
8雖然這樣,他們仍必作示撒的僕人,好使他們知道,服事我和服事世上的列國有甚麼分別。”
8Doch zij zullen hem tot knechten zijn, opdat zij onderkennen Mijn dienst, en den dienst van de koninkrijken der landen.
9掠奪聖殿和王宮的寶物(王上14:25~28)於是埃及王示撒上來攻打耶路撒冷,奪取了耶和華殿和王宮裡的寶物,把它們全部帶走,又奪去了所羅門所做的金盾牌。
9Zo toog Sisak, de koning van Egypte, op tegen Jeruzalem; en hij nam de schatten van het huis des HEEREN en de schatten van het huis des konings weg; hij nam alles weg; hij nam ook al de gouden schilden weg, die Salomo gemaakt had.
10羅波安王做了一些銅盾牌代替那些金盾牌,交給那些看守宮門的守衛長看管。
10En de koning Rehabeam maakte, in plaats van die, koperen schilden; en hij beval die onder de hand van de oversten der trawanten, die de deur van het huis des konings bewaarden.
11每逢王進耶和華殿的時候,守衛就來拿這些盾牌,事後又把盾牌送回守衛房那裡。
11En het geschiedde, zo wanneer de koning in het huis des HEEREN ging, dat de trawanten kwamen, en die droegen, en die wederbrachten in der trawanten wachtkamer.
12王既然謙卑下來,耶和華的烈怒就止息,沒有把他完全消滅。何況在猶大中還有善事。
12En als hij zich verootmoedigde, keerde de toorn des HEEREN van hem af, opdat Hij hem niet ten uiterste toe verdierf; ook waren in Juda nog goede dingen.
13羅波安王在耶路撒冷漸漸強盛,繼續作王。羅波安登基的時候是四十一歲;他在耶和華從以色列眾支派中選出來,立下他名的耶路撒冷城中,作王十七年。羅波安的母親名叫拿瑪,是亞捫人。
13Zo versterkte zich de koning Rehabeam in Jeruzalem, en regeerde; want Rehabeam was een en veertig jaren oud, als hij koning werd, en hij regeerde zeventien jaren in Jeruzalem, de stad, die de HEERE uit alle stammen van Israel verkoren had, om Zijn Naam daar te zetten; en de naam zijner moeder was Naama, een Ammonietische.
14羅波安行惡,因為他沒有定意尋求耶和華。
14En hij deed dat kwaad was, dewijl hij zijn hart niet richtte, om den HEERE te zoeken.
15羅波安逝世(王上14:29~31)羅波安的事蹟,一生的始末,不是都記在示瑪雅先知,和先見易多的記錄上嗎?羅波安和耶羅波安二人常有爭戰。
15De geschiedenissen nu van Rehabeam, de eerste en de laatste, zijn die niet geschreven in de woorden van Semaja, den profeet, en Iddo, den ziener, verhalende de geslachtsregisteren; daartoe de krijgen van Rehabeam en Jerobeam in al hun dagen?
16羅波安和他的列祖同睡,埋葬在大衛城裡。他的兒子亞比雅接續他作王。
16En Rehabeam ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven in de stad Davids; en zijn zoon Abia werd koning in zijn plaats.