聖經新譯本

Dutch Staten Vertaling

2 Chronicles

17

1約沙法作猶大王(王上22:41~46)亞撒的兒子約沙法接續他作王;約沙法發憤圖強,對抗以色列人。
1En zijn zoon Josafat werd koning in zijn plaats, en hij sterkte zich tegen Israel.
2他把軍隊安置在猶大的一切設防城裡,又在猶大地和他父親亞撒佔領的以法蓮各城裡駐紮防軍。
2En hij legde krijgsvolk in alle vaste steden van Juda, en legde bezettingen in het land van Juda, en in de steden van Efraim, die zijn vader Asa ingenomen had.
3耶和華和約沙法同在,因為他遵行了他祖父大衛最初所行的道路,沒有尋求巴力。
3En de HEERE was met Josafat; want hij wandelde in de vorige wegen zijns vaders Davids, en zocht de Baals niet.
4只尋求他父親的 神,遵行 神的誡命,沒有隨從以色列人的行為。
4Maar hij zocht den God zijns vaders, en wandelde in Zijn geboden, en niet naar het doen van Israel.
5因此,耶和華使他統治的國穩固;猶大各地都給他進貢,所以約沙法的財富很多,極有尊榮。
5En de HEERE bevestigde het koninkrijk in zijn hand, en gans Juda gaf Josafat geschenken; en hij had rijkdom en eer in menigte.
6他勇敢地遵行耶和華的道路,並且從猶大地中除掉邱壇和亞舍拉。
6En zijn hart verhief zich in de wegen des HEEREN; en hij nam verder de hoogten en de bossen uit Juda weg.
7以律法訓勉人民他作王第三年,就差派他的大臣便.亥伊勒、俄巴底、撒迦利雅、拿坦業、米該亞,到猶大各城去教訓人。
7In het derde jaar nu zijner regering zond hij tot zijn vorsten, tot Ben-chail, en tot Obadja, en tot Zecharja, en tot Nathaneel, en tot Michaja, opdat men zou leren in de steden van Juda.
8和他們同去的,還有示瑪雅、尼探雅、西巴第雅、亞撒黑、示米拉末、約拿單、亞多尼雅、多比雅和駝.巴多尼雅等幾位利未人;又有以利沙瑪和約蘭兩位祭司和他們同去。
8En met hen de Levieten, Semaja en Nethanja, en Zebadja, en Asael, en Semiramoth, en Jonathan, en Adonia, en Tobia, en Tob-Adonia de Levieten, en met hen de priesters Elisama en Joram.
9他們帶著耶和華的律法書,在猶大教訓人;他們走遍猶大各城,在民間教訓人。
9En zij leerden in Juda, en het wetboek des HEEREN was bij hen; en zij gingen rondom in alle steden van Juda, en leerden onder het volk.
10約沙法的聲威猶大地周圍的列國都懼怕耶和華,不敢和約沙法交戰。
10En een verschrikking des HEEREN werd over alle koninkrijken der landen, die rondom Juda waren, dat zij niet krijgden tegen Josafat.
11有些非利士人送禮和納貢銀給約沙法;阿拉伯人也送給他公綿羊七千七百隻,公山羊七千七百隻。
11En van de Filistijnen brachten zij Josafat geschenken met het opgelegde geld; ook brachten hem de Arabieren klein vee, zeven duizend en zevenhonderd rammen, en zeven duizend en zevenhonderd bokken.
12約沙法逐漸變得十分強大,在猶大建造了幾座堡壘和貯藏貨物的城市。
12Alzo nam Josafat toe, en werd ten hoogste groot; daartoe bouwde hij in Juda burchten en schatsteden.
13他在猶大各城中儲備了大批物資;在耶路撒冷也有不少戰士,都是英勇的戰士。
13En hij had veel werks in de steden van Juda, en krijgslieden, kloeke helden in Jeruzalem.
14他們的數目,按著他們的家族記在下面:猶大支派的千夫長中,有押拿軍長,率領英勇的戰士三十萬;
14Dit nu is hun telling, naar de huizen hunner vaderen. In Juda waren oversten der duizenden: Adna de overste, en met hem waren driehonderd duizend kloeke helden.
15在押拿底下,是約哈難軍長,率領二十八萬人;
15Naast hem nu was de overste Johanan; en met hem waren tweehonderd tachtig duizend;
16在約哈難底下,是細基利的兒子亞瑪斯雅,他是個甘願獻身給耶和華的人,率領英勇的戰士二十萬。
16En naast hem was Amasia, de zoon van Zichri, die zich vrijwillig den HEERE overgegeven had; en met hem waren tweehonderd duizend kloeke helden.
17便雅憫支派中有英勇的戰士以利雅大,率領配備弓箭和盾牌的人二十萬,
17En uit Benjamin was Eljada, een kloek held; en met hem tweehonderd duizend, die met boog en schild gewapend waren.
18在以利雅大底下是約薩拔,率領常備軍十八萬。
18En naast hem was Jozabad; en met hem waren honderd en tachtig duizend, ten krijge toegerust.
19這些人都是服事王的;還有王在猶大全地各設防城裡安置的,沒有計算在內。
19Dezen waren in den dienst des konings; behalve degenen, die de koning in de vaste steden door gans Juda gezet had.