1耶何耶大等人立約輔助王子(王下11:4~12)到了第七年,耶何耶大奮勇圖強,召來耶羅罕的兒子亞撒利雅、約哈難的兒子以實瑪利、俄備得的兒子亞撒利雅、亞大雅的兒子瑪西雅和細基利的兒子以利沙法等幾位百夫長,和他們立約。
1Doch in het zevende jaar versterkte zich Jojada, en nam de oversten der honderden, Azarja, den zoon van Jeroham en Ismael, den zoon van Johanan, en Azarja, den zoon van Obed, en Maaseja, den zoon van Adaja en Elisafat, den zoon van Zichri, met zich in een verbond.
2他們就走遍猶大,從猶大各城召集利未人和以色列各家族的首領;他們就來到耶路撒冷。
2Die togen om in Juda, en vergaderden de Levieten uit alle steden van Juda, en de hoofden der vaderen van Israel, en zij kwamen naar Jeruzalem.
3全體會眾在 神的殿裡與王立約。耶何耶大對他們說:“王的兒子應當按照耶和華應許大衛的子孫的話作王。
3En die ganse gemeente maakte een verbond in het huis Gods, met den koning; en hij zeide tot hen: Ziet, de zoon des konings zal koning zijn, gelijk als de HEERE van de zonen van David gesproken heeft.
4你們要這樣行:你們中間每逢安息日來值班的祭司和利未人,三分之一要把守各門;
4Dit is de zaak, die gij doen zult: een derde deel van u, die op den sabbat ingaan, van de priesteren en van de Levieten, zullen tot poortiers der dorpelen zijn;
5三分之一要在王宮,三分之一要在基址門;全體人民都要在耶和華殿的院子裡。
5En een derde deel zal zijn aan het huis des konings; en een derde deel aan de Fondamentpoort; en al het volk zal in de voorhoven zijn van het huis des HEEREN.
6除了祭司和供職的利未人以外,任何人不得進入耶和華的殿,只有他們可以進去,因為他們是分別為聖的;全體人民都要遵守耶和華的吩咐。
6Maar dat niemand kome in het huis des HEEREN, dan de priesteren en de Levieten, die dienen; die zullen ingaan, want zij zijn heilig; maar al het volk zal de wacht des HEEREN waarnemen.
7利未人要在周圍環繞君王,各人手裡拿著武器;擅自進殿的,都必被處死;王出入的時候,你們都要隨著他。”
7De Levieten nu zullen de koning rondom omsingelen, een ieder met zijn wapenen in zijn hand; en die tot het huis inkomt, zal gedood worden; doch weest gijlieden bij den koning, als hij inkomt en uitgaat.
8利未人和猶大眾人都照著耶何耶大祭司吩咐的一切去行;他們各人帶著在安息日值班或在安息日下班的人來,因為耶何耶大祭司不准他們下班。
8En de Levieten en gans Juda deden naar alles, wat de priester Jojada geboden had; en zij namen een ieder zijn mannen, die op den sabbat inkwamen, met degenen, die op den sabbat uitgingen; want de priester Jojada had aan de verdelingen geen verlof gegeven.
9於是耶何耶大祭司把 神的殿裡,原本屬於大衛王的矛槍、大盾和小盾,交給了眾百夫長;
9Verder gaf de priester Jojada aan de oversten der honderden de spiesen, en de rondassen, en de schilden, die van den koning David geweest waren, die in het huis Gods waren.
10他又分派眾民,守衛在祭壇和殿的四周,從殿的右面到殿的左面,環繞著王。
10En hij stelde al het volk, en een ieder met zijn geweer in zijn hand, van de rechterzijde van het huis tot de linkerzijde van het huis, naar het altaar, en naar het huis, bij den koning rondom.
11於是他們把王子領出來,給他戴上王冠,又把約書交給他,立他為王;耶何耶大和他的眾子用膏膏他,並且說:“願王萬歲!”
11Toen brachten zij des Konings zoon voor, en zetten hem de kroon op, en gaven hem de getuigenis, en zij maakten hem koning; en Jojada en zijn zonen zalfden hem, en zeiden: De koning leve!
12亞他利雅被殺(王下11:13~16)亞他利雅聽見人民奔跑和讚美王的聲音,就進了耶和華的殿,到眾民那裡去。
12Toen nu Athalia hoorde de stem des volks, dat toeliep en den koning roemde, kwam zij tot het volk in het huis des HEEREN.
13她一觀看,見王站在殿門口的柱旁,眾官長和吹號的人在王的周圍;國民都歡樂吹號,又有歌唱的人用各種樂器領導眾人歌頌。於是亞他利雅撕裂衣服,說:“反了!反了!”
13En zij zag toe; en ziet, de koning stond bij zijn pilaar, aan de ingang; en de oversten en de trompetten waren bij den koning; en al het volk des lands was blijde, en blies met de trompetten; en de zangers waren er met muzikale instrumenten, en gaven te kennen, dat men lofzingen zou; toen verscheurde Athalia haar klederen, en zij riep: Verraad, verraad!
14耶何耶大祭司把管轄軍隊的眾百夫長叫出來,對他們說:“把她從各班次中間趕出去;跟隨她的人,都要用刀殺死。”因為祭司說:“不可在耶和華的殿內殺死她。”
14Maar de priester Jojada bracht de oversten der honderden, die over het heir gesteld waren, uit, en zeide tot hen: Brengt ze uit tot buiten de ordeningen, en die haar volgt, zal met het zwaard gedood worden; want de priester had gezegd: Gij zult ze in het huis des HEEREN niet doden.
15她走到王宮的馬門入口的時候,眾兵就把她拿住,在那裡把她殺死了。
15En zij legden de handen aan haar, en zij ging naar den ingang van de Paardenpoort, naar het huis des konings; en zij doodden ze daar.
16耶何耶大的改革(王下11:17~20)耶何耶大與眾民和王立約,要他們作耶和華的子民。
16En Jojada maakte een verbond tussen zich, en tussen al het volk, en tussen den koning, dat zij den HEERE tot een volk zouden zijn.
17於是眾民都去到巴力廟,把廟拆毀,打碎祭壇和偶像,又在祭壇前殺了巴力的祭司瑪坦。
17Daarna ging al het volk in het huis van Baal, en braken dat af; en zijn altaren en zijn beelden verbraken zij, en Matthan, den priester van Baal, sloegen zij dood voor de altaren.
18耶何耶大把看守耶和華殿的責任,交在利未支派的祭司手裡;這些利未支派的祭司是大衛分派在耶和華的殿中,照著摩西的律法所記的,給耶和華獻燔祭,又照著大衛所定的,歡樂歌唱。
18Jojada nu bestelde de ambten in het huis des HEEREN, onder de hand der Levietische priesteren, die David in het huis des HEEREN afgedeeld had, om de brandofferen des HEEREN te offeren, gelijk in de wet van Mozes geschreven is, met blijdschap en met gezang, naar de instelling van David.
19他又設立守門的看守耶和華殿的各門,無論為了甚麼事,不潔淨的人,都不能進去。
19En hij stelde de poortiers aan de poorten van het huis des HEEREN, opdat niemand, in enig ding onrein zijnde, inkwame.
20他率領百夫長、貴族、民間的官長和國民,又把王從耶和華的殿領下來,從“上門”進入王宮,擁立王坐在王位上。
20En hij nam de oversten der honderden, en de machtigen, en die heerschappij hadden onder het volk, en al het volk des lands, en bracht den koning van het huis des HEEREN af, en zij kwamen door het midden der hoge poort in het huis des konings; en zij zetten den koning op den troon des koninkrijks.
21於是全國的人民都歡樂,全城也都寧靜;因為他們把亞他利雅用刀殺了。
21En al het volk des lands was blijde, en de stad werd stil, nadat zij Athalia met het zwaard gedood hadden.