聖經新譯本

Dutch Staten Vertaling

Psalms

101

1大衛的詩。我要歌唱慈愛和公正;耶和華啊!我要向你歌頌。(本節在《馬索拉抄本》包括細字標題)
1Een psalm van David. Ik zal van goedertierenheid en recht zingen; U zal ik psalmzingen, o HEERE!
2我要小心謹慎行正直的路;你甚麼時候才到我這裡來呢?我要在我的家中,以正直的心行事。
2Ik zal verstandelijk handelen in den oprechten weg; wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden mijns huizes wandelen, in oprechtigheid mijns harten.
3邪惡的事,我都不擺在眼前;離開正路的人所作的事,我都恨惡,決不容這些沾染我。
3Ik zal geen Belials-stuk voor mijn ogen stellen; ik haat het doen der afvalligen, het zal mij niet aankleven.
4狡詐的心思,我要遠離;邪惡的事,我不參與。
4Het verkeerde hart zal van mij wijken; den boze zal ik niet kennen.
5暗中誹謗鄰舍的,我必把他滅絕;眼目高傲,心裡驕橫的,我必不容忍他。
5Die zijn naaste in het heimelijke achterklapt; dien zal ik verdelgen; die hoog van ogen is, en trots van hart, die zal ik niet vermogen.
6我的眼目必看顧國中的誠實人,使他們與我同住;行為正直的,必要侍候我。
6Mijn ogen zullen zijn op de getrouwen in het land, dat zij bij mij zitten; die in den oprechten weg wandelt, die zal mij dienen.
7行詭詐的,必不得住在我的家裡;說謊話的,必不能在我眼前堅立。
7Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden.
8我每日早晨必滅絕國中所有的惡人,好把所有作孽的人都從耶和華的城裡剪除。
8Allen morgen zal ik alle goddelozen des lands verdelgen, om uit de stad des HEEREN alle werkers der ongerechtigheid uit te roeien.