1(102:1) Псалом Давида. Благослови, душа моя, Господа, и вся внутренность моя – святое имя Его.
1Een psalm van David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam.
2(102:2) Благослови, душа моя, Господа и не забывай всех благодеянийЕго.
2Loof den HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden;
3(102:3) Он прощает все беззакония твои, исцеляет все недуги твои;
3Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest;
4(102:4) избавляет от могилы жизнь твою, венчает тебя милостью и щедротами;
4Die uw leven verlost van het verderf, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden;
5(102:5) насыщает благами желание твое: обновляется, подобно орлу, юность твоя.
5Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends.
6(102:6) Господь творит правду и суд всем обиженным.
6De HEERE doet gerechtigheid en gerichten al dengenen, die onderdrukt worden.
7(102:7) Он показал пути Свои Моисею, сынам Израилевым – дела Свои.
7Hij heeft Mozes Zijn wegen bekend gemaakt, den kinderen Israels Zijn daden.
8(102:8) Щедр и милостив Господь, долготерпелив и многомилостив:
8Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid.
9(102:9) не до конца гневается, и не вовек негодует.
9Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn behouden.
10(102:10) Не по беззакониям нашим сотворил нам, и не по грехам нашим воздал нам:
10Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden.
11(102:11) ибо как высоко небо над землею, так велика милость Господа к боящимся Его;
11Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen.
12(102:12) как далеко восток от запада, так удалил Он от нас беззакониянаши;
12Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons.
13(102:13) как отец милует сынов, так милует Господь боящихся Его.
13Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen.
14(102:14) Ибо Он знает состав наш, помнит, что мы – персть.
14Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde, dat wij stof zijn.
15(102:15) Дни человека – как трава; как цвет полевой, так он цветет.
15De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij.
16(102:16) Пройдет над ним ветер, и нет его, и место его уже не узнает его.
16Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer.
17(102:17) Милость же Господня от века и до века к боящимся Его,
17Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen;
18(102:18) и правда Его на сынах сынов, хранящих завет Его и помнящих заповеди Его, чтобы исполнять их.
18Aan degenen, die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen.
19(102:19) Господь на небесах поставил престол Свой, и царство Его всем обладает.
19De HEERE heeft Zijn troon in de hemelen bevestigd, en Zijn Koninkrijk heerst over alles.
20(102:20) Благословите Господа, все Ангелы Его, крепкие силою, исполняющие слово Его, повинуясь гласу слова Его;
20Looft den HEERE, Zijn engelen! gij krachtige helden, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords.
21(102:21) благословите Господа, все воинства Его, служители Его, исполняющие волю Его;
21Looft den HEERE, al Zijn heirscharen! gij Zijn dienaars, die Zijn welbehagen doet!
22(102:22) благословите Господа, все дела Его, во всех местах владычества Его. Благослови, душа моя, Господа!
22Looft den HEERE, al Zijn werken! aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Loof den HEERE, mijn ziel!