1(112:1) Аллилуия. Хвалите, рабы Господни, хвалите имя Господне.
1Hallelujah! Looft, gij knechten des HEEREN! looft den Naam des HEEREN.
2(112:2) Да будет имя Господне благословенно отныне и вовек.
2De Naam des HEEREN zij geprezen, van nu aan tot in der eeuwigheid.
3(112:3) От восхода солнца до запада да будет прославляемо имя Господне.
3Van den opgang der zon af tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd.
4(112:4) Высок над всеми народами Господь; над небесами слава Его.
4De HEERE is hoog boven alle heidenen, boven de hemelen is Zijn heerlijkheid.
5(112:5) Кто, как Господь, Бог наш, Который, обитая на высоте,
5Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.
6(112:6) приклоняется, чтобы призирать на небо и на землю;
6Die zeer laag ziet, in den hemel en op de aarde.
7(112:7) из праха поднимает бедного, из брения возвышает нищего,
7Die den geringe uit het stof opricht, en den nooddruftige uit den drek verhoogt;
8(112:8) чтобы посадить его с князьями, с князьями народа его;
8Om te doen zitten bij de prinsen, bij de prinsen Zijns volks.
9(112:9) неплодную вселяет в дом матерью, радующеюся о детях? Аллилуия!
9Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, een blijde moeder van kinderen. Hallelujah!